Aanpak alle vormen van kinderarbeid blijft heel hard nodigILO signalering wereldwijde afname kinderarbeid behoeft flink voorbehoudStop Kinderarbeid, 26-9-2013 De International Labour Organization (ILO) publiceerde deze week het rapport Marking progress against child labour. De ILO schat het aantal werkende kinderen in 2012 op 168 miljoen tegenover 250 miljoen in 2000 en 215 miljoen in 2008. De helft van de 168 miljoen kinderen doet gevaarlijk werk, de helft minder dan in het jaar 2000. De meeste kinderen werken in de landbouw en de dienstensector en bijna de helft van alle werkende kinderen is onder de 12.(1) De campagne Stop Kinderarbeid is verheugd over deze klaarblijkelijke afname van kinderarbeid, vooral in Azië. Maar het rapport zelf en onze ervaringen geven toch aanleiding om voorzichtig te zijn met de conclusies, ook over de aantallen. En natuurlijk zijn 168 miljoen kindarbeiders er nog 168 miljoen teveel. Een welkome opmerking in het rapport is dat armoede zeker niet de enige reden is waarom kinderen niet naar school gaan. Dit is ook onze ervaring als Stop Kinderarbeid. Uiteraard is het noodzakelijk om ervoor te zorgen dat zowel het inkomen van landen als gezinnen stijgt, maar er is meer nodig om kinderarbeid te bestrijden. Kinderarbeid komt volgens de ILO ook voor in de middeninkomen-landen. Stop Kinderarbeid formuleert het zo: "De strijd tegen kinderarbeid hoeft niet te wachten op armoedebestrijding. In feite is het de sleutel tot het bereiken van duurzame sociaal-economische ontwikkeling."
Veel twijfel over de cijfers
Het rapport meldt ook dat er nog relatief weinig data zijn over kinderarbeid ‘in Oost-Europa, Centraal Azië, de Stille Oceaan, ontwikkelde landen en diverse Aziatische landen’. Er wordt echter geen inschatting gemaakt hoe deze ontbrekende cijfers (en van welke landen?) het totaalbeeld zouden kunnen beïnvloeden. Van welke landen data gebruikt zijn is ook van belang omdat het rapport constateert dat in Azië de grootste daling van het aantal werkende kinderen – van 114 miljoen in 2008 naar 78 miljoen kinderen in 2012 – heeft plaatsgevonden. In Afrika en Zuid-Amerika is die daling tussen 2008 en 2012 ‘slechts’ rond de 10%. De sterke daling van kinderarbeid lijkt dus vooral een Aziatisch fenomeen zonder dat we weten van welke Aziatische landen de data zijn gebruikt, of dit dezelfde landen zijn als bij vorige onderzoeken en hoe betrouwbaar deze data zijn. Redenen genoeg dus om de constatering dat kinderarbeid sinds 2000 wereldwijd met een derde is afgenomen met heel veel voorbehoud te bezien.
Verklaring voor niet behalen van doel in 2016 ontbreekt Indien Azië zulke opmerkelijke resultaten geboekt heeft bij het terugdringen van kinderarbeid kan het erg zinvol zijn om te weten waar precies en hoe dit werd bereikt, zodat het kan worden herhaald in andere delen van de wereld. Echter, het rapport komt niet met een dergelijke analyse. Het rapport verklaart ook niet waarom het doel van uitbanning van de ergste vormen van arbeid wereldwijd nog lang niet is bereikt. Evenmin toont het de meer effectieve strategieën voor het in een sneller tempo elimineren van alle kinderarbeid aan, met inbegrip van de ergste vormen van kinderarbeid. Overigens is het nogal eenzijdig dat de ILO als reden voor de afname van kinderarbeid bijna alleen het werk van overheden, werkgevers en werknemers – haar leden – noemt, en niet van anderen zoals niet-gouvernementele organisaties (NGO’s), bedrijven en multi-stakeholder initiatieven. Toch zijn dat ook een zeer belangrijke drijvende krachten geweest achter de acties van regeringen en achter succesvolle programma’s gericht op de afschaffing van kinderarbeid. Een duidelijke erkenning daarvan zou helpen om de wereldwijde beweging tegen kinderarbeid te versterken.
Bestrijding van álle kinderarbeid blijft hard nodig |