(Al Jazeera, 21-2-2014) The Lost BoysOnderzoek naar het lot van duizenden kinderen die in de gevaarlijke mijnen van India’s deelstaat Meghalaya werkenKarma, 16 jaar, werkte als een mijnwerker voor meer dan een jaar in India’s noordoostelijke deelstaat Meghalaya, diep door ‘rat hole’-tunnels kruipend om zeven uur per dag naar steenkool te graven. ‘Rat hole’-mijnbouw is mijnbouw via nauwe smalle en lage tunnels die lijken op een rattenhol.
Kinderrechtenactivisten meldden dat er duizenden kinderen zoals Karma werken in Meghalaya's kolenmijnen, omdat alleen zij met hun geringe omvang in de claustrofobische tunnels passen. Velen van hen, zoals Karma, komen uit naburige Indiase deelstaten of de buurlanden Nepal en Bangladesh. Hasina Kharbhih bestrijdt al vele jaren de uitbuiting van deze kinderen via haar NGO Impulse. Ze zegt dat agenten die voor de mijneigenaren werken kinderen verhandelen naar de kolenrijke Jaintia Hills van Meghalaya. Ze beloven hun arme ouders hoge salarissen in ruil voor het werk van hun kinderen, maar vermelden daarbij niet de gevaarlijke omstandigheden waarin zij zullen leven en werken. De mijnen overstromen vaak zonder waarschuwing of storten in, waarbij de werknemers ingesloten of gedood worden. Er wordt zelden een vergoeding aan de slachtoffers betaald. "Als wij dood gaan, dan gaan we dood," zei Ram Kumar Rai, 40 jaar, een Nepalese mijnwerker in de Jaintia Hills. Ze begraven ons gewoon hier. Als we leven, lijden we en verdienen we niets. We rotten hier weg en sterven. Als mensen hier geld, vrienden of familie hebben, zal hun lichaam terug naar Nepal gestuurd worden. Zij die hier niemand hebben, hun lichamen worden hier gewoon ergens achtergelaten."
Rai werd onlangs ingesloten in een tunnel nadat een zwaar rotsblok op hem viel. Hij had ernstige pijn aan zijn rug en borst, maar ontving geen tegemoetkoming of geld voor medische behandeling van de mijneigenaar.
Karma werkt hier sinds zijn 14e. Zijn familie van zeven personen verhuisde een paar jaar geleden vanuit Assam naar Jaintia Hills, wanhopig op zoek naar werk. Zijn vader was net overleden aan tuberculose na een leven lang in Meghalaya’s mijnen doorgebracht te hebben. "Ik zou graag de kans hebben om te studeren, maar dan zou mijn broer de enige werkende zijn, en dat kunnen we ons niet veroorloven. En als ik probeer om ander werk te doen zou het salaris minder zijn. Dus: eten we, of ga ik naar school?", zei Karma. Karma werkt de meeste dagen, met een pikhouweel om kolen uit de tunnelmuren te hakken. "Toen ik voor het eerst zo’n ‘rat-hole’ in ging was ik zo bang," zei hij. "Ik dacht dat het dak zou op mij vallen. Mijn knieën waren helemaal bekrast, maar na twee weken raakte ik er aan gewend. Er zijn jongens van 9 of 10 jaar die dit werk doen. Als ze nog jonger zijn kunnen ze het niet doen." Ondanks diverse reportages in de media en van kinderrechtenactivisten zei Meghalaya’s minister voor arbeid, Ampareen Lyngdoh, dat ze nog geen hard bewijs van jonge arbeiders had gezien. "De mijneigenaren vertellen me dat een kind gewoon geen kolen uit de mijn kan halen," zegt ze in haar kantoor in Shillong, de hoofdstad van de deelstaat. "Je moet de leeftijd van deze zogenaamde kinderen controleren. Mensen van onze gemeenschap zijn erg klein gebouwd. Als je naar mijn gezicht kijkt weet je niet hoe oud ik ben. Daar durf ik om te wedden. Dus ik zou er kunnen uitzien als een zestienjarige, maar mijn leeftijd is iets anders."
"Elke keer als we deze zogenaamde kinderen redden, slagen ze er bij een medische keuring in om een certificaat te krijgen waaruit blijkt dat ze ouder zijn dan een bepaalde leeftijd."
Reporter's Blog, door Karishma VyasWanneer je maar lang genoeg in India woont worden ze onzichtbaar. Twaalfjarige obers in een wegrestaurantje, een 15-jarige meisje dat in het huis van je buurman werkt, de 10-jarige jongen die schoenen poetst voor je kantoor. Kinderarbeid is zo wijdverspreid in India dat het bij de achtergrond hoort - een beetje onaangenaam zoals het ongeregelde verkeer of de hitte.UNICEF schat dat er 29 miljoen kinderen in de leeftijd tussen 5 en 14 jaar werken in India. Dat is de bevolking van Maleisië. Toch is dit al lang niet meer wat degenen die in het land woont shockeert. Natuurlijk denk je zo nu en dan dat je er misschien iets van moet zeggen. Maar wat voor zin heeft het? De families van deze kinderen hebben het geld nodig, en als ze niet werken zouden ze verhongeren.
Maar in september 2013 was het over met mijn onverschilligheid. Het was mijn eerste bezoek aan de kolenmijnen van Jaintia Hills in de deelstaat Meghalaya, een regio berucht om kinderarbeid in de slechtst denkbare omstandigheden.
Het was de eerste keer in vele jaren dat ik verontwaardiging voelde over de sociale onrechtvaardigheden in India. Wat had deze kinderen misdaan om dit te verdienen? Ze waren gewoon geboren uit arme ouders in een ontwikkelingsland, en daardoor brengen ze hun jeugd door giftige zwavelzuurlucht inademend op de bodem van een kolenmijn in plaats van hun ouders lastig te vallen voor de nieuwste X-Box. Ik ontmoette de 16-jarige Karma in Jaintia Hills in december vorig jaar. Hij had een jongensachtige grijns en droeg een schattig Angry Birds petje. Hij verliet school een jaar eerder en werkte samen met zijn oudere broer in een 'rat hole'-mijn, waarmee hij $ 160 per week verdient om zijn grote familie te onderhouden. Er waren zoveel dingen aan Karma die speciaal waren - zijn verlangen om je aan het lachen te maken, zijn loyaliteit met zijn familie, zijn speelsheid te midden van deze volslagen uiterste ellende. Hij gaf niet de indruk verbolgen te zijn over de ontberingen die hij op zo'n jonge leeftijd mee moest maken. Karma was verbijsterd dat een 'stelletje rijke stadsmensen' zo geïnteresseerd in hem was. Maar hij wilde ons wel helpen, met een kleine GoPro camera op zijn hoofd filmen in de diepste delen van de ‘rat hole’-mijn waar hij werkte – ruimten die zo klein zijn dat wij er gewoon niet in pasten. De resulterende beelden van de gevaarlijke werkzaamheden van kinderen zoals Karma zijn hartverscheurend om te zien. Toen ik Dipa Dixit, advocaat en voormalig lid van de Nationale Commissie voor de Bescherming van de Rechten van het Kind, interviewde, zei ze dat deze jonge mijnwerkers niemands kinderen waren. Hun ouders konden hen niet beschermen, en de overheid liet hen aan hun lot over.
Het was duidelijk dat zijn familie van Karma hield, maar dat was dan ook alles wat ze hadden om hem te geven. Zonder onderwijs of voorbeeldgever was hij veroordeeld tot dezelfde cyclus van armoede waarin zijn vader en grootvader terechtkwamen. Maar Karma had zijn eigen dromen, zoals ieder kind.
|