Erfenis van een jaar Modi:Sociale conflicten aangescherpt, spanning onder religieuze minderheden(Scroll.in, 15 mei 2015) Programma’s van hindoe-groepen als love jihad en ghar wapsi vonden plaats tegen de achtergrond van cruciale deelstaatverkiezingen door: Ajaz Ashraf Ongeacht de mate waarin ze er zelf schuldig aan is, heeft de regering Modi in haar eerste jaar alle bange vrees die de religieuze minderheden hadden over een meerderheidsregime van de BJP (Bharatiya Janata Party) versterkt, ja zelfs vergroot. Dat is geen verrassing. Een verrassing is wel de sterke toename van sociale spanningen met betrekking tot klassen en talloze belangengroepen. Dit wordt weerspiegeld in de ‘tweegevechten’ die de regering Modi in de afgelopen 12 maanden heeft ontketend. Zo is er de strijd tussen boeren en industriëlen, van werknemers tegen hun werkgevers, van maatschappelijke groeperingen die verontrust zijn over de Indiase staat en vrouwen die openlijk de pogingen van traditionele groepen en personen om hun recht op vrije keuze te beteugelen afkeuren. Maar in veel opzichten komt de verhitte strijd over India's sociale kwesties toch niet onverwacht. Vanaf het allereerste begin in 1925 zitten er in het DNA van de Rashtriya Swayamsevak Sangh (RSS) eigenschappen die haar aanhangers overtuigen van het idee dat een hiërarchische sociale orde bewaard moet worden. Zelfs onder de zogenaamd liberale regering van A.B. Vajpayee werden christenen in tribale gebieden aangevallen en werden de moslims van Gujarat in 2002 slachtoffer van wat velen omschrijven als een staatspogrom. Niemand heeft Vajpayee ooit beschuldigd van medeplichtigheid aan de bedreiging van minderheden, maar bijna iedereen buiten de RSS vond dat zijn imago werd aangetast vanwege zijn verzuim om de heethoofden van de Sangh Parivar [een groep Hindoe-nationalistische organisaties] aan te pakken.
Electorale dwangmatigheden BJP-president Amit Shah had het weliswaar over de bescherming van de eer van bahu-beti [jonge hindoemannen die trouwen met niet-hindoe vrouwen] tijdens de Lok Sabha verkiezingen van 2014. Maar de hatelijke en heftige beweging tegen de zogenaamde love jihad werd gelanceerd in de weken voorafgaand aan de tussentijdse verkiezingen voor 12 deelstaatzetels in Uttar Pradesh in september. Voor de BJP was een overwinning in deze tussentijdse verkiezingen van vitaal belang om het beeld te versterken dat haar verbazingwekkende prestaties bij de Lok Sabha verkiezingen van 2014 geen toevalstreffer waren geweest. De BJP kwam echter niet verder dan drie zetels in de tussentijdse verkiezingen. Love jihad werd vervolgens als electorale truc opzij gezet voor het ghar wapsi programma, dat probeert om moslims en christenen over te halen om ‘terug te keren’ naar het geloof dat hun voorouders honderden jaren geleden verlieten. De ghar wapsi campagne kwam direct voort uit de deelstaatverkiezingen in Haryana en Maharashtra en – vervolgens – in Jharkhand. In het tijdperk van 24 uur TV per dag maakt het niet uit waar precies een tweedracht zaaiende politieke agenda wordt afgewerkt. De BJP kon uiteindelijk in alle drie deelstaten een regering vormen. Het was geen toeval dat verschillende kerken in Delhi twee maanden voor de verkiezingen aldaar werden vernield. Gerichte pogingen werden gedaan om gemeenschappelijke spanningen in Delhi aan te wakkeren, waardoor ook rellen in Trilokpuri ontstonden. Deze koppeling tussen de verkiezingen en verhitte gemoederen tussen religieuze gemeenschappen leidt tot een onbetwistbare conclusie: Modi dacht absoluut niet dat de poging om de hindoes te mobiliseren voor hem of zijn partij nadelig zouden zijn bij de verkiezingen. Hij wilde de Hindutva-provocateurs niet de wacht aanzeggen. In plaats daarvan heeft hij hen stilzwijgend aangemoedigd door zijn beslissing om Good Governance Day samen te laten vallen met Kerstmis.
‘Totale bescherming’ Modi, echter, sloeg de plank volledig mis met zijn andere opmerking tegenover Time - dat "wanneer een [negatief] standpunt zou worden geuit [over] een minderheidsreligie, wij dat meteen zouden hebben rechtgezet". Hij zou de Sangh-radicalen op 10 Race Course Road een uitbrander gegeven hebben, maar tot voor kort heeft hij afgezien van het uiten van zijn afkeuring tegen verdeeldheid zaaiende politiek, met uitzondering dan van zijn toespraak in het Parlement tegen het lynchen van moslimjongeren in Maharashtra aan het begin van zijn ambtstermijn. Het is zijn stilte die verbijstert, niet in het minst omdat hij misschien wel het meest uitgesproken is van alle premiers in de afgelopen 25 jaar. Misschien dat het RSS-DNA zijn stilte verklaart. Heeft hij zich onthouden van het publiekelijk bekritiseren van bij het RSS aangesloten groepen alleen omdat hij bang was zich te vervreemden van de machtige pracharaks [RSS-leiders], die beginnen te lijken op de apparatsjiks van weleer? Of dwingt zijn dubbele persoonlijkheid van Hindoe Hriday Samrat (“Keizer van de Hindoe-harten”) en Meneer Ontwikkeling hem te zwijgen om de tegenstrijdige belangen in evenwicht te houden tussen groepen die hem om een van de twee kwesties die zijn persoonlijkheid probeert te combineren.
Deze vragen zijn belangrijk vanwege Modi’s eigen verleden. Zijn rol in de Gujarat-rellen in 2002 is – op zijn zachtst gezegd – dubbelzinnig geweest. Maar onmiskenbaar was de manier waarop hij de rellen misbruikt heeft en de religieuze minderheden tot stereotypen reduceerde om daar politieke winst uit slaan. Dan is hij zelf weer een RSS-pracharak. Zijn zwijgen was daarom (of zal worden) opgevat als een bewijs van zijn medeplichtigheid in de strategieën van de RSS, die berucht is voor het spreken met een dubbele tong.
Het kabaal is afgenomen Verdeeldheid zaaiende politieke programma's hebben sociale gevolgen die niet onmiddellijk zichtbaar zijn. Zo stelt bijvoorbeeld de zogenaamde love jihad de familie en de gemeenschap in staat om de omgang tussen de seksen te beteugelen en meisjes in de gaten te houden. Bovendien wil een reeks BJP-parlementariërs hindoe-vrouwen ten minste vier kinderen laten krijgen. Dit conservatisme is een grimmige herinnering aan de vele vernederingen waarmee dating stelletjes geconfronteerd werden of meisjes die westers gekleed zouden zijn. Op de dag van de verkiezingen in Delhi hoorde ik twee meisjes hun moeder ontmoedigen op de BJP te stemmen, met het argument dat activisten vrouwen aan banden willen leggen met onverdraagzame ideeën. We mogen het bemoedigend vinden dat Modi zich tegen de Hindutva-stormtroepen heeft uitgesproken. Toch neemt het geloof in zijn uitspraken af. Hij kan niet spreken over de bescherming van alle gemeenschappen en tegelijkertijd zijn regering jacht laten maken op activiste Teesta Setalvad voor het levend houden van de herinnering aan hen die omkwamen bij de rellen van 2002 en voor het opeisen van gerechtigheid voor de overlevenden. Was het vanwege Setalvad dat de overheid banken heeft verboden om fondsen van de Ford Foundation aan ontvangers over te maken zonder voorafgaande toestemming van die overheid? Modi, nogmaals, houdt vooral zijn mening voor zich. Voor Setalvad echter is het verband onmiskenbaar. Zoals ze onlangs aan Outlook vertelde: "We zijn doelen omdat wij voortdurend probeerden om de strijd voor gerechtigheid voor de overlevenden van 2002 aan te gaan. Is het niet vreemd dat een wereldbeeld gebaseerd op valse begrippen en historische misvattingen over een Hindoe-'trauma' de behoefte aan erkenning, transparantie en verantwoordelijkheid voor de massamoorden niet kan accepteren?"
Inderdaad, bij het aanscherpen van andere sociale conflicten is Modi’s rol helemaal niet dubbelzinnig. Hoewel het de [vorige] UPA-regering was die als eerste zijn pijlen richtte op NGO’s, is de bevriezing van bankrekeningen van Greenpeace India duidelijk het besluit van de regering Modi geweest. Uiteindelijk is het Modi's wereldbeeld dat de sociale spanningen heeft verhoogd. De verordening die het makkelijker maakt landbouwgrond aan te kopen voor de industrie heeft boeren diep geschokt, boeren die het toch al moeilijk hadden onder de dalende productiviteit. De wijze waarop de landverordening werd afgekondigd spreekt boekdelen over de afkeer van de regering Modi van overleg om aan een consensus te werken. Vervolgens zijn industriële werknemers aan de beurt om een veeg uit Modi’s ideologische pan te krijgen. Er wordt een reeks van veranderingen in de arbeidswetgeving overwogen, waaronder het toestaan van bedrijven met minder dan 300 werknemers om mensen te ontslaan zonder voorafgaande toestemming van de overheid. Op dit moment geldt dit recht alleen voor bedrijven met minder dan 100 mensen in dienst.
Paradoxale anti-armoede programma’s
De twee tendensen van het demoniseren van de minderheden en het voeren van een beleid ten gunste van de elite gaan wereldwijd vaak hand in hand. Er is gewoon geen reden waarom het in India anders zou gaan.
Vertaling: LIW; origineel artikel: http://scroll.in/article/726547/modis-one-year-legacy-sharpening-social-conflicts-fearful-religious-minorities |