Landelijke India Werkgroep


Stop Kinderarbeid bepleit bij Eerste Kamer Wet Zorgplicht Kinderarbeid




Inleiding bij deskundigenbijeenkomst over de Wet Zorgplicht Kinderarbeid in de Eerste Kamer - 3 oktober 2017


De meeste bedrijven die in hun productieketen te maken hebben met kinderarbeid komen daartegen alleen in beweging als dat voor henzelf een bedrijfsrisico oplevert, en niet vanwege het risico van kinderarbeid voor de betrokken kinderen.

Dat is mijn ervaring van de afgelopen bijna 25 jaar. In die periode hebben wij ons als Stop Kinderarbeid en Landelijke India Werkgroep beziggehouden met het bestrijden van kinderarbeid in onder meer sectoren als tapijten, kleding, schoenen, voetballen en ander leerproducten, zaden, hazelnoten, koffie en thee, natuursteen en goud. Het onderzoek dat wij en anderen doen laat slechts een topje van de kinderarbeid-ijsberg zien omdat goed onderzoek tijdsintensief, complex en duur is, vooral verderop in internationale productieketens. Bedrijven zijn te vaak geneigd om het probleem te ontkennen, te minimaliseren, te verbergen of zo snel mogelijk de relatie met de leverancier te verbreken in plaats van mee te werken aan de oplossing van het probleem.

Is er door bedrijven, vaak samen met NGO’s en vakbonden, dan geen vooruitgang geboekt in de afgelopen 25 jaar? Zeker wel, maar vooral bij de productie van voor consumenten zichtbare producten zoals kleding, en dan vooral bij de kledingproductie zelf maar nog niet of nauwelijks verderop in de keten bij bijv. bij spinnerijen, ververijen en de katoenproductie.

Ook ik heb – net als de indiener van het wetsontwerp - geen exact getal voor het aantal kinderen die betrokken zijn bij de productie voor de Nederlandse markt. Dat de omvang aanzienlijk is kan toch geconcludeerd worden uit:

  • Het feit dat kinderarbeid wereldwijd slechts langzaam afneemt – volgens de ILO nu 152 miljoen tegenover 168 miljoen vijf jaar geleden – en dat veel producten in internationale handelsketens terecht komen met een groeiende rol voor een aantal landen met veel kinderarbeid zoals India.
  • De lange lijst met producten die de VS jaarlijks produceert van producten gemaakt door kinderen. Deze lijst is nog verre van volledig door de flinke barrières voor gedegen onderzoek in informele delen van de wereldeconomie waar de meeste kinderarbeid is.
Overigens zou de regering kunnen zorgen voor een gedegen nader onderzoek. Uit de KPMG-analyse in opdracht van de regering bleek al dat bijna alle sectoren met buitenlandse ketens, te maken hebben met schending van arbeidsrechten, waaronder heel vaak ook kinderarbeid.

De bewering dat de Wet Zorgplicht Kinderarbeid IMVO-convenanten in de weg zou zitten vindt Stop Kinderarbeid nogal vreemd. Wij werken mee aan convenanten maar zien dat veel bedrijven daar buiten blijven en veel sectoren er helemaal niet aan willen, zoals de grote Nederlandse zadensector. Als er een wet is zullen bedrijven manieren zoeken om de wettelijke verplichtingen na te leven. Dat kan via convenanten of andere vormen van samenwerking tussen bedrijven en het maatschappelijk middenveld.
In tegenstelling tot wat soms wordt gezegd (‘zo’n wet doodt het eigen initiatief’) denken wij dat een wettelijke regeling de maatschappelijke actie en creativiteit zal bevorderen om kinderarbeid aan te pakken. Zo heeft ook de UK Modern Slavery Act tot grote maatschappelijke dynamiek rond dit thema geleid: onderzoek naar het probleem en wat bedrijven daar tegen (kunnen) doen, aanvullende politieke en diplomatieke actie, samenwerking met organisaties en overheden in ontwikkelingslanden en belangstelling voor een dergelijke wet in andere landen.

Is voor het MKB de Wet Zorgplicht Kinderarbeid niet een te grote last in relatie tot het potentiële effect? Ik vind van niet voor bedrijven die in risicogebieden opereren. Ook MKB-bedrijven hebben vaak internationale ketens met kinderarbeid. Neem natuursteenbedrijven. Deze wet zal er waarschijnlijk toe leiden tot dergelijke MKB-bedrijven hun krachten bundelen. Er wordt nu al hard gewerkt aan een convenant met een deel van de bedrijven en de brancheorganisaties in deze sector. Meer bedrijven zullen volgen als de wet er is.

Kleine maar ook grotere bedrijven zeggen vaak tegen ons dat ze alleen weinig effect hebben. Zolang slechts enkele bedrijven kinderarbeid effectief bestrijden (waaronder ook zorgen dat ze naar school gaan) is het effect inderdaad beperkt, hoewel altijd nuttig.
Maar juist als veel of alle bedrijven samenwerken, en niet ieder zelf het wiel hoeft uit te vinden, dan kun je in een bepaalde sector en regio’s dat effect wel bereiken. Bijvoorbeeld via de ‘kinderarbeidvrije-zone-aanpak’ in regio’s waar o.m. kinderkopjes voor bestrating worden gehakt, tieners extreem lange dagen in spinnerijen werken of waar groentezaad wordt geteeld. In een ‘kinderarbeidvrije-zone-aanpak’ wordt de hele gemeenschap én bedrijven ter plekke betrokken bij het bestrijden van kinderarbeid en het zorgen dat elk kind naar school gaat. Op dat gebied zijn we als Stop Kinderarbeid al zeer actief(*). Op basis van een wet zou zo’n aanpak sterk uitgebreid kunnen worden, waarvoor overigens ook een van de brancheorganisaties (DI Stone) zich heeft uitgesproken.

Ik wil graag nog een zeer waarschijnlijk belangrijk indirect effect van de Wet Zorgplicht Kinderarbeid noemen. In sectoren waar buitenlandse bedrijven vragen om kinderarbeid-vrije producten komt vaak ook de lokale en/of nationale overheid sterker in actie. Zij willen niet dat belangrijke exportmarkten verloren gaat. De wet zal dit effect versterken.

De oplossing van een groot maatschappelijk kwaad als kinderarbeid moeten we niet alleen aan de markt en het maatschappelijk middenveld overlaten. Beide partijen zijn onontbeerlijk, maar een heldere wettelijke norm – gebaseerd op internationale afspraken – geeft die partijen een geweldige impuls om in actie te komen.


Gerard Oonk

senior beleidsadviseur Stop Kinderarbeid
en
directeur Landelijke India Werkgroep


Zie ook het videoverslag van de deskundigenbijeenkomst over kinderarbeid in de Eerste Kamer: https://www.youtube.com/watch?v=8Qspb4e__JE

Noot:
(*) Zie het eindrapport ‘Out of Work and Into School’ 2014 – 2017: http://www.stopkinderarbeid.nl/eindrapport-out-of-work-and-into-school/ en de externe evaluatie van dit programma: http://www.stopkinderarbeid.nl/successen-en-lessen-uit-evaluatie-stop-kinderarbeid/




Landelijke India Werkgroep - 6 december 2017