National Herald, 23 mei 2018 Premier Rutte moet hindoe-extremisme aan de orde stellen in zijn gesprekken met premier Modi De Nederlandse premier brengt tweedaags bezoek aan India door: Dhairya Maheshwari De Nederlandse premier Mark Rutte is gevraagd om bij premier Narendra Modi de toenemende aanvallen op minderheden en Dalits door hindoe-extremistische groepen aan de orde te stellen tijdens het Nederlandse tweedaagse bezoek aan India vanaf donderdag 24 mei.
Rutte zal naar verwachting op donderdagmiddag premier Modi ontmoeten, waarna de twee leiders een gezamenlijke verklaring zullen afleggen. Met vier ministers, 15 CEO's en 220 afgevaardigden is het de grootste handelsdelegatie ooit die een Nederlandse premier vergezeld bij zijn bezoek aan India. Als parlementslid van de ChristenUnie, een van de coalitiepartners in de regering, had Voordewind er vorig jaar in juni bij minister-president Rutte op aangedrongen om Modi -tijdens zijn bezoek aan Nederland op dat moment -te bevragen over het toenemende hindoe-extremisme. In reactie op de zes kamervragen van Voordewind aan Rutte, zei de Nederlandse premier in een schriftelijk antwoord dat de toenemende schendingen van de mensenrechten in India, vooral die met betrekking tot Dalits, moslims en andere minderheden, in een-op-een gesprekken tussen de twee leiders aan bod zouden komen. Gerard Oonk, directeur van de Landelijke India Werkgroep, een NGO werkzaam op het gebied van mensenrechten, zei tegen National Herald dat het "voor Nederland belangrijk is dat de Indiase overheid de rechten en levens van haar burgers beschermt, zonder religieuze of kastendiscriminatie". Oonk uitte vorig jaar zijn bezorgdheid over het harde optreden van de Indiase overheid tegen buitenlandse financiering voor non-profitorganisaties, en zei dat de regering van Modi ‘stilzwijgend’ het hindoe-extremisme ondersteunde en dat de uitsluiting van Dalits en minderheden sinds 2014 ‘aanzienlijk is toegenomen’. Hij zei ook dat hem de afgelopen vijftien jaar een visum voor India was geweigerd, vanaf het moment dat hij zich ging bezighouden met de rechten van Dalits. "Andere NGO's hebben ook steeds meer problemen om een visum te krijgen, vooral wanneer ze werken op het gebied van mensenrechten". Mensenrechten, die samenhangen met handelskwesties, worden beschouwd als een belangrijk knelpunt in de onderhandelingen over de vrijhandelsovereenkomst tussen India en de EU, die sinds 2007 gaande zijn. Beloftes met betrekking tot mensenrechten kwamen herhaaldelijk voor in de gezamenlijke verklaringen tussen India en de EU, de laatste keer aan het einde van de 14e India-EU-top in oktober 2017. In 2012 nam het Europees Parlement als onderdeel van de vrijhandelsbesprekingen met India een resolutie aan die verschillende niet-handelskwesties bevatten, waaronder mensenrechten. Oonk zei dat hij hoopte dat de kwestie van de verslechtering van de mensenrechten in India via de Europese Unie zou kunnen worden aangepakt, om ‘bilaterale represailles’ tegen Nederland te voorkomen.
Hoewel de EU in 2016 de grootste handelspartner van India was, was India in 2017 de negende grootste handelspartner van de unie. De bilaterale handel tussen beide partijen bedroeg ongeveer $ 135 miljard. Nederland, met Rotterdam als een van 's werelds drukste havens, was de importlocatie voor 20% van India’s export naar Europa in 2016.
|