terug

19 november 2010

Loon volwassenen verdubbelt
als kinderarbeid verdwijnt


Laxmi (14) werkt aan het kruisbestuiven van bloemen op een katoenzaadplantage in Kurnool, India. Ze werkt zo'n 10 uur per dag en krijgt daarvoor minder dan 1 euro uitbetaald.

Het is een even begrijpelijk als hardnekkig misverstand: heel arme gezinnen móeten hun kinderen wel laten werken om het hoofd boven water te houden. Dat het tegendeel waar is, laat een nieuw rapport ‘Geen kinderarbeid - een beter loon’ naar kinderarbeid in de katoenzaadsector India zien. Als er geen kinderen beschikbaar meer zijn om voor een habbekrats te werken, kunnen de volwassenen aan de onderhandelingstafel gaan zitten en een hoger loon bedingen. Een loon waarmee ze hun gezinnen wel kunnen onderhouden én hun kinderen naar school sturen.

“Vroeger wilden de katoenzaadboeren geen volwassenen inhuren. Ze vroegen naar jonge arbeiders,” vertelt arbeidster Guramma (37) uit het nu ‘kinderarbeidvrije’ dorp Padigipadu. “En zelf wilden we het ook niet: het waren lange uren voor weinig loon. We werkten liever ergens anders.” Daarom werkte Guramma’s dochter, nu 10 jaar oud, eerst op de katoenzaadplantage. Nu gaat het meisje naar school en werkt Guramma er zelf. Doordat ook andere kinderen van de lokale arbeidsmarkt verdwenen, kon ze eindelijk onderhandelen over een hoger loon en betere arbeidsomstandigheden. “De boeren hadden geen keus, ze moesten ons volwassenen wel aannemen”, zegt ze.

Meer loon voor volwassenen
Het verhaal van Guramma sluit aan bij de bevindingen van de Indiase expert op het gebied van kinderarbeid in de landbouw, Dr. Davuluri Venkateswarlu. Hij onderzocht op verzoek van de Landelijke India Werkgroep en FNV Mondiaal wat voor effect het uitbannen van kinderarbeid op de lonen en arbeidsomstandigheden van volwassenen heeft. Het onderzoek werd uitgevoerd in vier dorpen in de Indiase deelstaat Andhra
De arbeiders in dorpen zonder kinderarbeid krijgen meer dan twee keer zoveel loon als arbeiders in dorpen waar nog wel kinderen werken.
Pradesh. In alle vier de dorpen werkten vóór 2005 veel kinderen op de katoenzaadplantages. In twee van de vier dorpen verdween kinderarbeid in vier jaar tijd vrijwel geheel, dankzij een intensieve campagne van de anti-kinderarbeid organisatie MV Foundation, de overheid en zaadinkopende multinationals Bayer en Monsanto. In de twee andere dorpen bleef het aantal werkende kinderen min of meer gelijk. De onderzoeker keek vervolgens of er een verschil in de hoogte van het loon ontstond. Het resultaat was opmerkelijk. Zoals onderstaande tabel uitwijst, krijgen de arbeiders in dorpen waar kinderarbeid is uitgebannen nu meer dan twee keer zo veel loon als arbeiders in dorpen waar nog wel kinderen werken, terwijl de uurlonen vóór 2005, toen in alle dorpen nog kinderarbeid voorkwam, in alle dorpen dicht bij elkaar lagen. Het effect bleef niet beperkt tot arbeiders in de katoenzaadteelt. Ook in de rest van de landbouw in de dorpen zonder kinderarbeid, zelfs daar waar voorheen al geen kinderen werkten, verdubbelden de lonen. Dit terwijl de lonen in dorpen waar nog wel kinderen werken maar minimaal stegen. De werkeloosheid is daar bovendien, met name onder vrouwen, veel groter. “Als er kinderen zijn die voor lage lonen werken, waarom zouden de boeren ons dan in dienst nemen?”, verklaard Naik, een landarbeider uit het dorp Umityala (met kinderarbeid).

Gemiddeld dagloon en uurloon in Indiase Rupees (INR)*
Dorpen 2005 2006 Loonsverhoging in INR
2005-2009
Loonsverhoging in percentage
2005-2009
Dorpen met anti-kinderarbeidcampagne 47,64 INR 120 INR + 72,36 INR 151,9 %
Dorpen zonder campagne 29,93 INR 45,74 INR + 15,81 INR 52,8 %
*60 Indiase rupees = ong. 1 euro (nov 2010)

Voorschotten zonder rente
Een boer in Narsipalle (geen kinderarbeid) vertelde de onderzoekers: “Vroeger zaten de arbeiders achter ons aan, nu is het andersom. Omdat we geen kinderen meer inzetten, is het voor ons moeilijker om arbeiders te vinden.” De katoenzaadboeren concurreren nu met elkaar om volwassen arbeidskrachten, wat arbeiders in de gelegenheid stelt om hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden te vragen. Dat laatste zit hem vooral in de voorschotten die boeren – tegen hoge rentes - aan het begin van het seizoen aan de arbeiders uitbetalen om hen aan zich te binden. Ook werden er voorschotten betaald aan ouders van kindarbeiders. Nu de arbeiders hebben bedongen dat er geen rente meer zou worden geheven, zijn zij vrij om van werkgever te veranderen als die een beter salaris
Kinderen in de katoenzaadsector
werken vooral aan het kruisbestuiven van de bloemen. Dit is arbeidsintensief werk. ‘Boeren zetten kinderen vooral in om de kosten te drukken. Kinderen kunnen bovendien intensiever werken en beter onder de duim gehouden worden’, verklaart het rapport de voorkeur die boeren hebben om kinderen aan het werk te zetten. De kinderen, veelal migranten, werken vaak 10 tot 12 uur per dag voor een loon dat ver onder dat van een volwassen minimumloon ligt. Ook worden de kinderen blootgesteld aan de giftige pesticides die in de katoenzaadsector in grote hoeveelheden wordt gespoten.
biedt. “Vorig jaar betaalde ik mijn vijf werkers grote voorschotten, zonder rente. Desondanks bleven er maar drie tot het einde van het seizoen. De twee anderen konden elders een hoger salaris krijgen. Zij vroegen mij hun salaris op te hogen, maar dat deed ik niet en dus vertrokken ze”, aldus de boer.

De rol van multinationals
Ten grondslag aan het verdwijnen van kinderarbeid ligt een intensieve campagne, waarbij naast de lokale bevolking, de maatschappelijke organisatie MV Foundation (een partner in de campagne STOP Kinderarbeid waaraan ook de Landelijke India Werkgroep en FNV Mondiaal deelnemen) en de deelstaatoverheid van Andhra Pradesh ook de multinationals Bayer en Monsanto betrokken waren. De lokale boeren die het katoenzaad produceren worden door deze bedrijven gecontracteerd via tussenpersonen. Hoewel Bayer en Monsanto de productie dus niet in eigen hand hebben (vaak een reden die wordt aangevoerd om niets te hoeven doen aan kinderarbeid), oefenen ze wel degelijk invloed uit op de boeren, bijvoorbeeld door het leveren van het zaaigoed of het voorschieten van kapitaal. Ook stellen zij de inkoopprijs vast en voeren ze kwaliteitscontroles uit. Onder druk van de MV Foundation, de overheid en de lokale bevolking begonnen zij boeren die geen kinderarbeid meer gebruikten te belonen door iets hogere prijzen voor de zaden te betalen. Ook namen zij geen katoenzaad meer af bij boeren waar, ook na herhaalde waarschuwingen, nog kinderen op de plantages werden aangetroffen. De werkende kinderen ‘verdwenen’ niet zomaar naar werkplaatsen elders, maar werden op zogenaamde tussenscholen (bridge schools) van de MV Foundation voorbereid op instroom in het reguliere onderwijs. Leraren letten tijdens het katoenzaadseizoen extra op of kinderen niet aan het werk werden gezet, de overheid pakte overtreders harder aan (kinderen onder de 14 jaar mogen ook in India niet werken), en ouders namen de moedige beslissing hun kinderen op school te doen, waardoor zij in eerste instantie minder inkomsten hadden.
Zo werkten alle betrokkenen samen aan het uitbannen van kinderarbeid, met als gevolg dat de kinderen nu op school aan hun toekomst werken en hun ouders nu meer verdienen. Ook al moet er meer onderzoek op grotere schaal gedaan worden, een ding wordt ook uit dit rapport wel duidelijk: kinderarbeid is niet nodig, ook niet voor arme landarbeiders. Sterker nog, wat gezien wordt als een oplossing houdt armoede juist in stand.


Zie rapporten:

  1. "No Child Labour – Better Wages": Impact of elimination of child labour on wages and labour conditions of adult labour - Case Study of cottonseed sector in Andhra Pradesh (Davuluri Venkateswarlu & RVSS Ramakrishna, commissioned by Landelijke India Werkgroep; LIW/FNV Mondiaal, nov 2010)
  2. Let Parents Earn And Children Learn (FNV Mondiaal/Stop Child Labour, nov 2010)



Landelijke India Werkgroep - 23 november 2010