Landelijke India Werkgroep
English version of this page  terug


Noors pensioenfonds:
Kinderarbeid, dus geen investering in Indiaas zaadbedrijf

Rapporten LIW mede aanleiding voor beslissing


LIW, 25-10-2013

Het Noorse Ministerie van Financiën heeft onlangs besloten haar investering in het Indiase bedrijf Zuari Agro Chemicals ('Zuari') terug te trekken omdat het bedrijf bijdraagt aan de ergste vormen van kinderarbeid. Deze beslissing werd genomen op basis van een advies van de Raad voor Ethiek van het Noorse pensioenfonds voor de overheid.

Gevaarlijk werk door jonge kinderen
De Raad voor Ethiek heeft in de herfst van 2011 en van 2012 onderzoek in India laten doen naar de rol van Zuari bij kinderarbeid in de productie van katoenzaad. Zuari laat – net als andere zaadbedrijven – haar zaden verbouwen door een groot aantal boeren. Gemiddeld waren 20 tot 30% van de arbeiders bij deze boeren kinderen onder 15 jaar, laat de Raad in haar bevindingen weten. Naar schatting gaat het om 3.000 tot 4.000 kinderen die zaden voor het bedrijf helpen telen. Van hen is zelfs circa 20% jonger dan 10 jaar.
De Raad is van oordeel dat het hier gaat om een "de ergste vormen van kinderarbeid" omdat het jonge kinderen betreft en zij bloot staan aan gezondheidsrisico’s door het onbeschermd gebruik van pesticides. Ook werken de kinderen tenminste 8 maanden per jaar tot soms 14 uur per dag. Gevaarlijke kinderarbeid door tieners van 15 tot 18 jaar – ook verboden volgens ILO Conventie 182 - werd niet in het onderzoek meegenomen.

Risico op kinderarbeid bekend door onderzoek LIW
De Raad voor Ethiek hecht bij haar oordeel veel belang aan het feit dat het bedrijf Zuari nauw met de boeren samenwerkt, het risico op kinderarbeid in de zaadindustrie zeer bekend is en dat het bedrijf geen concrete stappen heeft genomen om kinderarbeid te bestrijden.
Wat betreft het risico op kinderarbeid in de zaadindustrie verwijst de Raad naar onderzoek van de Landelijke India Werkgroep uit 2010 waaruit blijkt dat circa 230.000 kinderen onder de 15 jaar in de Indiase zaadproductie werken. In totaal gaat het overigens om 530.000 kinderen onder de 18 jaar die dit gevaarlijk werk doen. De Raad heeft al eerder, mede op basis van eerder onderzoek van de LIW, bedrijven als Bayer en Monsanto aangespoord om meer werk te maken van het bestrijden van kinderarbeid. Omdat zij dit hebben gedaan zijn deze bedrijven uiteindelijk niet uitgesloten van investeringen door het Noorse pensioenfonds.

Reactie Zuari volgens Raad niet geloofwaardig
Vanzelfsprekend is ook Zuari Agro Chemicals om haar commentaar gevraagd. Aanvankelijk reageerde het bedrijf niet op verzoeken om informatie. Later liet het bedrijf weten dat het bedrijf geen kinderen in dienst heeft. Toen de Raad hen liet weten dat het om hun leveranciers (de boeren) ging, liet het bedrijf weten dat ze geen invloed op de boeren hadden en dat de overheid verantwoordelijk was voor naleving van de wet. Wel wees Zuari op haar gedragscode die kinderarbeid ook bij haar leveranciers verbiedt. Toen de laatste bevindingen van het onderzoek uit 2012 in maart 2013 aan Zuari werden voorgelegd beweerde het bedrijf dat er door haar vertegenwoordigers controles worden uitgevoerd op kinderarbeid.
De Raad voor Ethiek vindt deze reactie van Zuari niet geloofwaardig. Zij vindt haar beweringen tegenstrijdig (geen controle over de boeren maar wel inspecties) en vraagt zich af hoe effectief de inspecties zijn. Ook vergelijkt de Raad Zuari negatief met andere bedrijven die boeren die zonder kinderarbeid werken financieel belonen en een controlesysteem met onaangekondigde inspecties hebben opgezet. Met als resultaat een sterke daling van arbeid van jonge kinderen bij de boeren. Omdat ook de kinderarbeid tussen 2011 en 2012 bij boeren die leveren aan Zuari niet noemenswaardig is afgenomen, concludeert de Raad voor Ethiek dat het bedrijf niet serieus bezig is met het bestrijden van kinderarbeid.

Belang van uitsluiting Zuari
Hoewel het Noorse Pensioenfonds slechts 1,5% van de aandelen van Zuari ter waarde van bijna € 1,8 miljoen bezat, is haar beslissing tot uitsluiting van Zuari toch van groot gewicht. De Raad voor Ethiek van het Noorse pensioenfonds adviseert slechts in uitzonderlijke gevallen voor uitsluiting van bedrijven en het Noorse Ministerie van Financiën is daar nog voorzichtiger in. Als er enige opening is om tot een dialoog met het bedrijf te gaan en/of het bedrijf zet stappen tot verbetering, wordt meestal besloten het bedrijf 'onder toezicht' te plaatsen. Dat is recent bijvoorbeeld besloten m.b.t. Shell vanwege haar activiteiten in de Niger Delta.
De beslissingen van het Noorse Ministerie zijn daarom ook voor andere investeerders een (extra) reden om kritisch naar haar investering in een bedrijf als Zuari te kijken.


Meer informatie
- Persbericht Noorse Ministerie van Financiën (14-10-2013)
- Aanbeveling Raad voor Ethiek voor uitsluiting van Zuari door Noorse pensioenfonds (18-4-2013)
- De LIW-rapporten uit 2010 over kinderarbeid en lage lonen in de Indiase zaadindustrie (persbericht LIW/Stop Kinderarbeid/IRLF, 10-6-2010)





Landelijke India Werkgroep - 25 oktober 2013