terug
Onderstaand artikel is gepubliceerd in: Het Parool, 5-5-2003      

Kinderarbeid bij dochter Unilever

AMSTERDAM - Een dochterbedrijf van was- en voedingsmiddelenconcern Unilever maakt gebruik van kinderarbeid. Dat heeft de Landelijke India Werkgroep (LIW), samen met ondersteunende organisaties als FNV, Novib en Amnesty International, dit weekeinde bekendgemaakt.

De organisaties hebben al sinds vorig jaar contact met Unilever, maar omdat er nog niets aan de situatie verbeterde, brengen ze het nu naar buiten.
   Hindustan Lever, een dochterbedrijf van Unilever, heeft een belang van 26 procent in zaadverdelingsbedrijf Paras Extra Growth Seed. De boeren die voor dat bedrijf katoenzaden produceren, gebruiken kinderen van zes tot veertien jaar voor zware en langdurige arbeid. Men noemt een aantal van ruim 20.000 kinderen in de Indiase deelstaat Andhra Pradesh.
   Volgens Gerard Oonk van de Landelijke India Werkgroep werken de kinderen in slavernij-achtige omstandigheden, met lange werkdagen, tussen de pesticides. Ze slapen in de stal van de boer.
   Unilever zegt 'natuurlijk' tegenstander te zijn van kinderarbeid. Het bedrijf zegt ook met het probleem 'bezig te zijn'. Er is overleg met verschillende organisaties, waaronder de Indiase maatschappelijke organisatie MV Foundation. "Deze boeren werken niet direct voor ons, maar voor een dochterbedrijf. Wij moeten dus eerst onderzoeken hoe de situatie daar is en dan kijken wat we daar, in samenwerking met organisaties die zich daar mee bezighouden, aan kunnen doen."
   Dat overleg is al sinds vorig jaar aan de gang. De LIW vindt dat er allang genoeg gewacht is. Oonk: "We begrijpen van onze lokale contacten dat het zaadverdelingsbedrijf niets onderneemt." Volgens de LIW werkt ook Advanta, een grote zaadmultinational, met boeren die kinderen in dienst hebben.



LIW IN 'T NIEUWS

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Kinderarbeid & Onderwijs

HOME Landelijke India Werkgroep

Landelijke India Werkgroep - 6 mei 2003