English version of this page   terug
Antwoord van dhr. Patten namens de Commissie (30 april 2004)
E-0938/04NL

Op vraag van: Max van den Berg
Betreft: Situatie religieuze minderheden in Gujarat, India
Datum: 16 maart 2004


De Commissie heeft kennis genomen van de door het Geachte Parlementslid genoemde rapporten en volgt nauwlettend de ontwikkelingen in Gujarat. Zij onderschrijft dat de daders van de misdaden voor het gerecht worden gebracht, dat de slachtoffers moeten worden gerehabiliteerd en dat de rechten van religieuze minderheden moeten worden beschermd.

In reactie op de gewelddadigheden in Gujarat heeft de Commissie via haar Bureau voor humanitaire hulp (ECHO) noodhulp verleend voor de slachtoffers.

Voorts heeft de EU ermee ingestemd alle kwesties in verband met democratie en mensenrechten in India aan de orde te stellen in haar regelmatige constructieve dialoog met de Indiase Regering.

India en de EU zijn onlangs begonnen met het "proces van Athene" - regelmatig overleg over mensenrechten met de Indiase autoriteiten - waarin van mening wordt gewisseld over kwesties waarover bezorgdheid bestaat. Hoofden van EU-missies in New Delhi (inclusief het Hoofd van de Delegatie van de Commissie) volgen nauwlettend de mensenrechtenvraagstukken, waarbij bijzondere aandacht uitgaat naar de situatie in Gujarat en vraagstukken op het gebied van godsdienstvrijheid.

Het is niet aan de Commissie om expliciete aanbevelingen te richten tot particuliere ondernemingen betreffende hun handelen in derde landen. De Commissie heeft zich er daarentegen wel toe verbonden ondernemingen aan te moedigen zich te houden aan de richtsnoeren van de Verenigde Naties (VN) en de EU betreffende maatschappelijk verantwoord ondernemen. Deze verwijzen met name naar de noodzaak de mensenrechten van werknemers te beschermen en te bevorderen en discriminatie van minderheden te vermijden.



Landelijke India Werkgroep - 5 mei 2004