terug
Onderstaand artikel is gepubliceerd in Trouw, 7-11-2005

door:
Gijs Moes

De Indiase textiel heeft ze graag onderdanig



Meer dan 200000 jonge vrouwen werken in textielbedrijven in Bangalore. Ze worden vaak slecht behandeld en zijn nauwelijks georganiseerd.

Zeker tweehonderd werkneemsters uit de textielindustrie hebben zich op een zondagochtend verzameld in een school in Bangalore. Ze zijn gekomen om te praten over de misstanden op hun werk. Want oplichting, onderbetaling en intimidatie - ook seksueel – zijn schering en inslag bij de bedrijven waar ze werken. Die leveren aan concerns als Gap, G-Star, Nike, C&A, H&M en Tommy Hilfiger.

„Toen ik geen geld meer had om te studeren, ben ik in de fabriek gaan werken”, vertelt Gunzar. „Maar ik werd ontslagen toen ik een nieuw patroon niet snel genoeg onder de knie kreeg. Bij een ander bedrijf kon ik kleding gaan controleren op fouten, tachtig kledingstukken per uur. Maar daar werd ik lastiggevallen door de manager.” Bij een volgend bedrijf kreeg ze ook weer met een handtastelijke leidinggevende te maken.

„Seksuele intimidatie is het grootste probleem in de textielfabrieken”, zegt advocate Hemalatha Mahishi, die de werkneemsters regelmatig verdedigt. „Vrouwen worden lastiggevallen en misbruikt.” Rukmini, die zelf in de textiel werkt, weet er alles van. „Managers gebruiken woorden die ik niet wil herhalen”, zegt ze. „Vooral vrouwen die zich opwerpen als leidster worden lastiggevallen. Zelfs zwangere vrouwen worden slecht behandeld.”

De fabrieken nemen het liefst meisjes tussen de achttien en twintig aan, die net van het platteland komen. Daar zijn ze gewend aan bijna feodale machtsverhoudingen. De advocate roept de werkneemsters op, zich te verdedigen, door een klacht in te dienen bij de overheid. „Er zijn wetten die jullie beschermen.”

Ook op financieel gebied hebben de werkneemsters wel degelijk rechten. Er geldt een minimumloon van ongeveer twee euro per dag, maar veel werkgevers betalen minder.

Ook onbetaald overwerk komt veel voor. De vrouwen werken officieel zes dagen van acht uur per week, maar vaak moeten ze doorgaan omdat de klant wacht op een leverantie. Ze zouden dan dubbel betaald moeten krijgen, maar dat gebeurt zelden. Veel problemen zijn er met een overheidsfonds dat een kleine uitkering geeft bij ontslag of arbeidsongeschiktheid. Sommige werkgevers houden wel premie in op het salaris, maar dragen niets af. De bijeenkomst, die wordt opgeluisterd door een zanggroepje van jonge textielarbeidsters, is georganiseerd door ’Voorwaarts Mars’ – ondanks de strijdlustige naam een zeer gematigde werknemersorganisatie, met ruim 500 leden.

„We willen niet staken”, zegt een van hen, ook al heeft ze net verteld over de problemen in het bedrijf waar ze werkt, „want dan krijgt Voorwaarts Mars een slechte naam”. De organisatie – lidmaatschap ruim een euro per jaar – geeft ook een nieuwsbrief uit die ’Naald en draad’ heet.

Een echte vakbond voor de vrouwen is er niet. „De textielsector is nauwelijks georganiseerd”, vertelt Gopinath Parakuni, van Cividep. Deze organisatie zonder politieke binding, gefinancierd door hulporganisatie Oxfam (waarbij Novib is aangesloten) , komt op voor de rechten van de werkenden in Bangalore. „En ook voor de mensenrechten, werknemers krijgen soms lijfstraffen”, zegt Parakuni. Hij vindt dat de tijd rijp is voor een vakbond. „Maar ze moeten het wel zelf doen. Het heeft geen zin als wij een bond oprichten.”

’Inspecties door westerse afnemers werken niet’

Westerse kledingbedrijven hebben een dubbele positie in de textielindustrie in Bangalore.

Aan de ene kant zijn ze permanent op zoek naar de goedkoopste leveranciers, wat de Indiase bedrijven onder druk zet om hun personeel weinig te betalen. Aan de andere kant vragen ze van hun leveranciers wel dat die zich tenminste aan de wet houden. Ook hanteren ze interne sociale en ethische normen.

Consultants komen regelmatig de toestand in de toeleverende bedrijven controleren. De bedoelingen zijn goed, zegt Gopinath Parakuni van de onafhankelijke organisatie Cividep, maar deze vorm van controle werkt volgens hem niet.

„Als zo iemand de fabriek binnenkomt, wordt hij vaak gezien als een vertegenwoordiger van de directeur. En die heeft zijn werkneemsters natuurlijk al lang ingeprent dat ze alleen positieve dingen mogen zeggen.”


terug LIW in de pers Schone Kleding HOME Landelijke India Werkgroep


Landelijke India Werkgroep - 16 oktober 2007