terug
Onderstaand artikel is gepubliceerd in: Het Parool, 12-12-2005
en verder in: Leidsch Dagblad, Haarlems Dagblad, Noordhollands Dagblad, De Gooi- en Eemlander

door:
Gerard Oonk
Monique Lempers
Kinderarbeid is geen noodzakelijk kwaad



Het is een mythe dat kinderarbeid in derde wereldlanden onmisbaar is om te overleven. In werkelijkheid houdt slecht overheidsbeleid de kinderen aan het werk en uit school. De Nederlandse regering en de EU gaan niet vrijuit. Zaterdag was het de Dag van de Mensenrechten; een goed moment om het roer om te gooien.

Kinderarbeid hangt samen met armoede, maar dat wil niet zeggen dat kinderen uit arme gezinnen niet naar een gewone school kunnen. Kinderarbeid is alle arbeid die kinderen belemmert naar school te gaan en gezond op te groeien. Een paar uur meehelpen na school mag dus wel.

Het ontbreken van behoorlijk basisonderwijs in ontwikkelingslanden is natuurlijk één van de oorzaken van kinderarbeid. Er is vaak wel privéonderwijs voor de middenklasse. De armen kunnen dat niet betalen en zijn aangewezen op gebrekkig openbaar onderwijs. In India bijvoorbeeld komt op een gemiddelde schooldag een kwart van de onderwijzers niet opdagen. Net zo'n grote groep leraren is wel op school, maar geeft geen les, zo meldt de Wereldbank. Is dat alleen de leerkrachten kwalijk te nemen,die klassen hebben van wel zestig kinderen?

Behoorlijk onderwijs alleen is niet genoeg om kinderarbeid tegen te gaan. Veel kinderen worden uit school gehouden door zwakke wetten en wetshandhaving. Werkgevers nemen liever goedkope kinderen in dienst dan volwassenen. Discriminatie van meisjes en van kinderen uit minderheidsgroepen - in India de kinderen van kastenlozen - draagt ook bij aan het in stand houden van kinderarbeid. Ook weten analfabete ouders zich geen raad met de ingewikkelde papierwinkel die schoolgang met zich mee brengt. Of hun wordt aangepraat dat het voor hun kinderen, die toch met de handen gaan werken, geen zin heeft onderwijs te volgen.

Arme kinderen kunnen best naar school en hun werk kan best worden beperkt tot 'klusjes' die schoolgang niet in de weg staan. De MV Foundation in India slaagde erin 370.000 kinderen, onder wie kindslaven, weer naar school te laten gaan. Samenwerking tussen ouders, onderwijzers, lokale autoriteiten en werkgevers was cruciaal. Met intensieve huis-aan-huisvoorlichting werden ouders ervan overtuigd hun kinderen weer naar het leslokaal te sturen. Extra begeleiding, 'brugonderwijs' voor oudere kinderen en extra hulpleerkrachten zorgden ervoor dat de kinderen hun draai weer vonden op school. Met druk op de overheid werden meer onderwijzers en extra lesmateriaal afgedwongen. De werkgevers werden gedwongen mee te werken en de school zelf zorgde voor het afhandelen van de papierwinkel.

Er werd géén apart deeltijdonderwijs aangeboden voor werkende kinderen, ook was er geen financiële compensatie voor gederfde inkomsten. Ouders bleken namelijk veel betere lonen te kunnen bedingen toen hun kinderen niet meer als goedkope arbeidskrachten beschikbaar waren. Inmiddels zijn in Marokko, Kenia en Brazilië soortgelijke initiatieven opgezet.

De Wereldbank, de EU en ook Nederland geven honderden miljoenen per jaar uit aan onderwijs in ontwikkelingslanden. Dat is een goede zaak. Maar de beleidsmakers houden vast aan de mythe dat arme kinderen wel moeten werken, omdat het gezin anders niet kan rondkom. Daarom worden alleen slavernij, kinderhandel, zware arbeid en prostitutie bestreden.

Kinderarbeid is inderdaad niet in één klap uit te bannen, maar het lijkt er sterk op dat de 'armoedemythe' Europese beleidsmakers ervan weerhoudt alles te doen om alle kinderen in de wereld in 2015 naar school te laten gaan. Tijd om het roer om te gooien.

Gerard Oonk is directeur Landelijke India Werkgroep.
Monique Lempers is coördinator van de campagne 'Stop Kinderarbeid. School, de beste werkplaats'.



terug LIW in de pers Kinderarbeid & Onderwijs HOME Landelijke India Werkgroep


Landelijke India Werkgroep - 20 december 2005