terug
Onderstaand artikel is gepubliceerd in De Volkskrant, 3-11-2007



door:
Wouter Keuning

Kinderarbeid valt nooit uit te sluiten



AMSTERDAM - Gap werd vorige weekend onaangenaam verrast. Een journalist van de Britse krant The Observer stuitte in een textielatelier in een achterafstraatje van New Delhi op kinderen die onder erbarmelijke omstandigheden kleding maakten voor het Amerikaanse kledingmerk.

Over de grond dreven uitwerpselen uit een overspoeld toilet. Werkdagen van zestien uur bleken eerder regel dan uitzondering en de kinderen, van wie sommigen door hun ouders verkocht waren, werden geslagen en niet betaald. Uit de mond van Manik, een jongetje van dertien jaar, tekende de journalist op: 'Het is mijn plicht om hier te zijn. Mijn baas zegt dat ik hier leer een man te zijn en leer te werken. Uiteindelijk zal ik geld verdienen en een huis kopen voor mijn moeder.'

Dat dit Gap overkomt, is opmerkelijk. Het Amerikaanse bedrijf heeft zich de afgelopen jaren, na een affaire met kinderarbeid in Cambodja, uitgebreid ingezet om kinderarbeid te voorkomen. De vraag is dus of bedrijven kunnen garanderen dat hun producten niet door kinderen zijn gemaakt.

Gap ontwikkelde een eigen, strenge gedragscode voor leveranciers en hield de fabrieken van leveranciers nauw in de gaten. Ook participeert het in projecten die slachtoffers van kinderarbeid aan scholing helpen en werkt het meer dan vroeger samen met lokale overheden en vakbonden.

Die stappen bleven niet zonder gevolgen. In 2006 staakte het bedrijf de samenwerking met 23 leveranciers. Uit eigen onderzoek bleek dat ze zich niet aan de gemaakte afspraken hielden. Volgens topvrouw Marka Hanssen was dat ook ditmaal in New Delhi het geval.

'100 procent zekerheid kan je nooit krijgen', zegt Sjef Stoop, die voor de Nederlandse Fair Wear Foundation inspecties organiseert bij Aziatische toeleveranciers van Westerse kledingmultinationals. 'Daarom willen wij ook geen label in de kleding dat eerlijke productie garandeert.'

De reden dat 'kinderarbeidvrij' niet gegarandeerd kan worden is volgens Stoop dat de keten in de kledingindustrie veel complexer is dan in bijvoorbeeld de koffiesector. 'De bedrijven aan wie de productie wordt uitbesteed, besteden die productie zelf vaak ook weer uit. In de Indiase stad Tirupur bestaat vrijwel de hele kledingsector uit kleine fabrikanten. Bedrijven als Gap doen er liever geen zaken, maar sommige dingen kunnen ze alleen maar daar vandaan halen.'

'De grote producenten met wie bedrijven afspraken maken, staan vol in het licht', zegt Tessel Pauli, woordvoerder van de Schone Kleren Kampagne (SKK) die zich inzet voor betere arbeidsomstandigheden in de wereldwijde kledingindustrie. 'Voor fabrieken in de tweede lijn geldt dat al veel minder. En wat er bij mensen in de huiskamers gebeurt, kunnen bedrijven met hun huidige inspanningen al helemaal niet in kaart brengen.'

Niettemin bestrijdt Pauli de conclusie dat 'kinderarbeidvrij' nooit gegarandeerd kan worden. 'Uiteindelijk is het gewoon een keuze die bedrijven hebben. Het is de vraag hoeveel geld en moeite ze willen steken in het voorkomen van kinderarbeid.'

Ook Gerard Oonk van de Landelijke India Werkgroep (LIW) is die mening toegedaan. 'Bedrijven begeven zichzelf in een spagaat. Aan de ene kant willen ze dat er zo goedkoop mogelijk geproduceerd wordt, maar aan de andere kant willen ze het allemaal ook netjes regelen.'

Dat die twee vaak niet samengaan heeft volgens Oonk ook te maken met het feit dat 'de afdeling die zich bezig houdt met maatschappelijk verantwoord ondernemen, echt niet op de vloer zit bij de afdeling die zorgt voor de goedkope contracten.'

Oonks organisatie komt in december met een actieplan dat bedrijven moet helpen bij het bestrijden van kinderarbeid. Het bestaat uit vijftien aanbevelingen, die variëren van het vaststellen van gedragscodes en samenwerken met lokale partijen, tot en met het be- talen van prijzen die het voor de aannemer mogelijk maken volwassenen in te huren.

Oonk geeft evenwel toe dat de praktijk vaak veel weerbarstiger is dan de theorie. 'Dan maar niet meer je productie uitbesteden aan landen als India, is ook geen oplossing. Daarmee verhelp je het probleem niet. Veel overleggen en samenwerken met lokale partijen, is vaak een belangrijke eerste stap.'

Ook de landenkeuze kan meehelpen: 'Als je je kleding in Polen laat maken, is de kans natuurlijk klein dat er kinderarbeid bij betrokken zal zijn. Maar daar betaal je veel meer', zegt Stoop van Fair Wear. Maar, zegt Jef Wintermans, directeur van branchevereniging voor mode en textiel Modint: 'De productie verplaatsen naar landen waarvan je weet dat er geen kinderarbeid plaatsvindt, is geen optie. De volumes die in landen als China, India en Pakistan worden gedraaid, kunnen nergens anders gemaakt worden.'

Dan maar zelf ter plaatse fabrieken bouwen en alles centraal regelen? Ook dat is niet altijd de oplossing, weet Oonk. Hij vertelt over Nike en Adidas die de productie van voetballen in een grote fabriek in Pakistan centraal wilden regelen. 'Toen bleek dat de vrouwen die die ballen tot dan toe thuis in elkaar hadden gestikt, hun huis niet uit mochten voor werk. Het is gewoon een probleem dat heel lastig op te lossen is.'


terug LIW in de pers Kinderarbeid & Onderwijs HOME Landelijke India Werkgroep


Landelijke India Werkgroep - 5 november 2007