terug
Onderstaand artikel is gepubliceerd in: Parool, 13 mei 1998      

Druk op kledingconcerns heeft effect

door:
Marieta van Driel

De onverschilligheid van de westerse kledingindustrie over kinderarbeid lijkt te verdwijnen. Multinationals als Nike, Levi Strauss, Hennes & Mauritz en C & A hebben hun leveranciers 'gedragscodes' opgelegd.

Bij het hoofdkantoor van C & A Nederland in Amsterdam stonden actievoerders de laatste jaren vaak op de stoep. Zij maakten het concern het verwijt dat de goedkope kleding vaak was gemaakt in illegale naaiateliers en door kinderen. De kledinggigant was niet ongevoelig voor de negatieve publiciteit en stelde in 1996 een gedragscode op voor zijn leveranciers.
Volgens J. Bosman, woordvoerder van C & A Nederland, wil het concern 'zich als bedrijf fatsoenlijk gedragen'. "We denken niet dat we de wereld kunnen verbeteren. Je lost niets op door kinderen op straat te zetten. Wij willen met onze code een steentje bijdragen aan de bewustwording rond het probleem."
Ook schoenenfabrikant Nike is wakker geschud door de jarenlange acties tegen het afnemen van producten die zijn vervaardigd door kinderhanden in Derde-Wereldlanden. Gisteren maakte deze Amerikaanse multinational bekend de minimale leeftijd voor arbeiders in fabrieken te verhogen tot achttien jaar. Ook de arbeidsomstandigheden worden verbeterd, aldus Nike-baas Philip Knight. Over verhoging van de lonen van arbeiders in Vietnam, China en Indonesië liet hij zich niet uit.
C & A eist in zijn Code of Conduct van de oosterse zakenpartners geen exploitatie van kinderen onder de veertien jaar en geen dwangarbeid of werk waarbij fysiek of mentaal geweld wordt gebruikt. Verder wordt aandacht besteed aan lonen, veiligheid, gezondheid en kwetsbare groepen. Vakbondsvrijheid is geen eis, maar een aandachtspunt. "Als we vakbondsvrijheid eisen, kunnen we in China geen zaken meer doen. Die discussie willen we niet aan. Daarom blijft het bij een advies," aldus Bosman.
Het naleven van de gedragscode wordt getoetst door Socam, een intern controle-instituut van C & A. Dat controleert directe leveranciers en 'importeurs' die inkopen bij bedrijven over de hele wereld. Die laatste groep is moeilijk te controleren. Daarom vraagt Socam bij de importeurs een lijst van de bedrijven waar ze hun kleding van kopen, opdat Socam ook daar onaangekondigd kan binnenvallen. Als een leverancier niet aan de eisen voldoet, wordt de importeur hierop aangesproken; eventueel verbreekt C & A het contact.
In het eerste jaarverslag van Socam, dat deze maand verschijnt, staat dat per jaar zo'n duizend bedrijven worden gecontroleerd. Met tachtig van hen is de relatie verbroken. "Die kan worden hersteld als het fabrieksbeleid aan onze eisen voldoet," legt Bosman uit.
"Steeds meer bedrijven ontwikkelen een gedragscode voor hun leveranciers, maar de manier waarop ze de naleving ervan controleren, is een beetje dubieus," vindt medewerkster J. Meijer van de Schone Kleren Kampagne, een samenwerkingsverband van verschillende organisaties, waaronder de Landelijke India Werkgroep. "De controles worden uitgevoerd door interne organisaties en niet door een onafhankelijk instituut. Toch zijn we verder dan een aantal jaren geleden. Bedrijven erkennen nu tenminste hun verantwoordelijkheid."
De Schone Kleren Kampagne riep bedrijven als Walt Disney, Hennes & Mauritz (H & M), Levi's en C & A op te verschijnen voor het Permanente Volkerentribunaal, begin mei. Zij mochten zich verdedigen tegen de verklaringen van getuigen uit de gebieden waar de kledingbedrijven gevestigd zijn. Alleen H & M, dat sinds december een code heeft, verscheen.
De Indiase A. Aloysius was in Brussel als getuige. Hij is directeur van Save, een stichting die werkt onder kinderarbeiders in het Indiase Tirupur. "Save kreeg geld van C & A voor zijn projecten. Maar toen wij donatievoorwaarden stelden, haakte C & A af." Zo vindt Save dat C & A zich moet laten controleren door een onafhankelijke organisatie. "C & A weigert echter zich bij zo'n instantie aan te sluiten. Zo is het heel moeilijk inzicht te krijgen in de ernst waarmee C & A tegen kinderarbeid strijdt."
Bosman van C & A ziet niets in onafhankelijke controle: "Als een derde partij de controle uitoefent, is C & A niet meer volledig verantwoordelijk voor het bedrijfsbeleid. Daarnaast zijn de gegevens van onze producenten vertrouwelijk. Als we die publiceren, lopen we het gevaar dat we worden aangeklaagd en dat bedrijven geen tweede keer gegevens verstrekken."
In Nederland is de Stichting Eerlijk Handels Handvest (EHH) opgericht. Het is een onafhankelijke organisatie waarin zowel belangengroepen als vertegenwoordigers uit de kledingbranche en de FNV zitten. De controle wordt uitgeoefend door mensen van vakbondsorganisaties in de betrokken landen.
Volgens de Schone Kleren Kampagne zijn de voorbereidingen voor het EHH in de eindfase; de stichting begint binnenkort met de controles.
Ook Economische Zaken besteedt aandacht aan onafhankelijke controle. Binnenkort gaat een voorstel naar de Tweede Kamer om bedrijven te verplichten tot een controle door derden. De Schone Kleren Kampagne is hier erg blij mee. "Dat is de enige manier waardoor de consument meer inzicht krijgt in de hele kwestie."



LIW IN 'T NIEUWS

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Kinderarbeid & Onderwijs

HOME Landelijke India Werkgroep

Landelijke India Werkgroep - 23 juni 2003