terug
Onderstaand artikel is gepubliceerd in: Reformatorisch Dagblad, 3 juni 1998      

Internationale protestmars tegen kinderarbeid moet concreet vervolg krijgen

Genève biedt Global March warm onthaal

door:
Henk Boon

GENEVE - De kleine Tamoor Hussain uit Pakistan kan zijn ogen nauwelijks geloven. Het statige Genève moet voor hem een andere planeet zijn, vergeleken met het stoffige Pakistaanse stadje waar hij vandaan komt. Tamoor werkte vroeger in de steenindustrie, maar hij had het geluk dat hij via een non-gouvernementele organisatie al na een jaar uit zijn werk werd gehaald en naar school kon. Tamoor is een

De Mondiale Kindermars tegen Kinderarbeid luisterde gisteren in Genève de opening van de jaarvergadering van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) op. Circa 150 kinderen uit allerlei delen van de wereld stroomden toe in het Palais des Nations.
(foto: EPA)
van de 130 internationale kernlopers - (ex-)kinderarbeiders en hun begeleiders - die dezer dagen in Genève zijn aangekomen.


De Zwitserse stad is de eindbestemming van de "Global March against Child Labour", de grote internationale protestmars tegen uitbuiting van kinderen en voor het recht van kinderen op gratis, goed onderwijs en vrijwaring van arbeid die ten koste gaat van hun geestelijke en sociale ontwikkeling. Duizenden inwoners van de stad hebben zich verzameld op de chique Quai du Mont Blanc, vanwaar de lopers aan hun laatste kilometers beginnen. Velen hebben ook zelf de wandelschoenen aangetrokken en gaandeweg groeide de stoet uit tot zo'n 10.000 mensen.
Het is een indrukwekkend slot van een mars die bijna vijf maanden heeft geduurd. In die periode zijn in totaal 80.000 kilometers afgelegd en 43 landen doorkruist. Bij het mammoetprotest zijn maar liefst 1400 organisaties uit meer dan honderd landen betrokken. Kinderarbeid is dan ook een gigantisch probleem. Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) werken er wereldwijd naar schatting 250 miljoen kinderen, van wie velen in "extreme vormen".
Genève is welbewust gekozen als eindbestemming, omdat hier gisteren de grote arbeidsconferentie van de ILO begon. Daar wordt onder meer gesproken over een conventie die de extreemste vormen van kinderarbeid onmiddellijk moet uitbannen. Daarmee doelt de ILO op bijvoorbeeld kinderprostitutie en -pornografie, gedwongen werk en schuldslavernij en werk onder zeer ongezonde en/of gevaarlijke omstandigheden.

Bewustmaking
Dergelijke problemen lijken heel ver weg voor de meeste toeschouwers in het keurig aangeharkte Genève, dat zo'n 300.000 inwoners telt en waar daklozen en verslaafden in het straatbeeld opvallend afwezig zijn.
De mars moet de mensen bewust maken van het probleem van kinderarbeid en de grote omvang ervan, vertelt de uit India afkomstige Rama Shankar Chaurasia. Hij werkt voor de Zuid-Aziatische Coalitie tegen Kinderarbeid (SACCS), de organisatie die het initiatief tot de Wereldmars heeft genomen. Chaurasia is daags na de mars door de straten van Genève nog diep onder de indruk van de respons van het publiek.
"In rijke landen als Zwitserland is die nog groter dan in de ontwikkelingslanden zelf. Hier hebben de mensen minder direct met het probleem te maken en velen waren er tot voor kort ook nauwelijks van op de hoogte. Bij ons in India hebben de rijken belang bij het handhaven van de status-quo. De arme mensen verwachten geen verandering meer. De meesten werken in de ongeorganiseerde sector en zijn moeilijk te mobiliseren. Maar toch verandert er bij ons wel het een en ander. Toen we anderhalf jaar geleden begonnen, waren we niet zo hoopvol als nu".
Volgens Chaurasia, die in 1954 begon bij een vakbond in de tapijtindustrie in Noord-India, ligt de winst van de mars vooral in dat toenemende bewustzijn. "Miljoenen mensen over de hele wereld hebben ons de afgelopen tijd gesteund".
Virginia Morillo Herrera uit het Midden-Amerikaanse Costa Rica is eveneens van mening dat de Wereldmars veel heeft bijgedragen aan een groter bewustzijn. Herrera heeft zich beziggehouden met de coördinatie van het Midden-Amerikaanse deel van de wereldmars die in april van Panama naar Mexico trok en die heeft geleid tot veel en inhoudelijke goede publiciteit over kinderarbeid. Daarnaast is er in elk van de Midden-Amerikaanse landen een overeenkomst met de regering gesloten om te komen tot een aanpak van kinderarbeid. "Er is duidelijk sprake van een betere communicatie tussen regeringen, maatschappelijke organisaties en vakbonden".
Volgens Herrera moet er sprake zijn van een "progressieve" aanpak van kinderarbeid, te beginnen met de meest schadelijke vormen van kinderarbeid zoals vuilrapen of werk in de landbouw met schadelijke bestrijdingsmiddelen. Bovendien dient de aanpak van kinderarbeid samen te gaan met een beleid dat armoede bestrijdt en families ondersteunt en met investeringen in onderwijs.
Steun krijgen de kernlopers in Genève in ieder geval overduidelijk. Niet alleen in de vorm van de grote opkomst bij de afsluiting van de mars, maar ook in meer praktische zin, zo blijkt in Meyrin, een stadsdeel van Genève waar veel mensen van buitenlandse afkomst wonen. In deze vriendelijk ogende nieuwbouwwijk aan de rand van Genève is het Global March-dorp gevestigd bij het Forum, een modem theatercomplex midden in de wijk. Hier logeren de kernlopers in tenten. Tevens is dit het zenuwcentrum van de Global March-organisatie.
Om de kernlopers goed te onthalen, verzorgden de wijk bewoners gezamenlijk een enorm feestmaal. Lily uit Bangladesh, Velucio uit Brazilië, Sokunthea uit Cambodja, Laxmi uit India, Mary uit de Filipijnen, Kaduri uit Tanzania en al die andere kernlopers konden daar naar hartelust genieten. En voor iedereen waren in ieder geval enkele smaken vertrouwd, want net als de kernlopers kwamen ook de gerechten uit alle delen van de wereld en toonde de Geneefse wijk werkelijk mondiale gemeenschapszin.

Vervolg
Volgens Chaurasia is het echter wel nodig dat, nu die brede, wereldwijde steun er is, de Wereldmars een vervolg krijgt. De regeringen in de arme landen moeten zelf concrete maatregelen tegen kinderarbeid nemen en zorgen voor goed, gratis onderwijs. Daartoe kan een brede ondertekening van de Conventie tegen "extreme vormen" van kinderarbeid een bijdrage leveren, meent Chaurasia.
Maar, zo stelt hij, India kent zelf al duidelijke wetgeving tegen kinderarbeid. Alle kinderarbeid in gevaarlijke industrieën is er bijvoorbeeld wettelijk verboden, maar in praktijk werken er nog altijd miljoenen kinderen in bijvoorbeeld gevaarlijke lucifer, glas- en vuurwerkfabrieken. Het gaat uiteindelijk om toepassing van wetten. Net zoals het gaat om naleving van internationale conventies en niet alleen om de ondertekening ervan. Daartoe is blijvende internationale druk nodig. "De Wereldmars is het begin van een veranderingsproces".

De auteur is werkzaam bij de Landelijke India Werkgroep.



LIW IN 'T NIEUWS

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Kinderarbeid & Onderwijs

HOME Landelijke India Werkgroep

Landelijke India Werkgroep - 16 juli 2004