Het rapport Soiled Seeds van de Landelijke
India Werkgroep (LIW) heeft multinationale
ondernemingen als East-West Seed (Nederlands),
Limagrain (Frans), Sakata (Japans) en Advanta
(Indiaas) ertoe aangezet om de omvangrijke
kinderarbeid in hun productieketen aan te pakken. Daarmee volgen zij het voorbeeld van
bedrijven als Bayer, Syngenta en Monsanto die
daar al eerder – na publicaties van de LIW – werk
van hebben gemaakt. Voor het eerst is er nu ook
aandacht voor lonen van vrouwen die vaak (ver)
beneden het bestaansminimum liggen. Dat blijkt
onder meer uit de reacties van bedrijven in het
rapport en uit twee bijeenkomsten in India van
een tiental bedrijven met NGO’s en vakbonden om
een gezamenlijke strategie te bespreken.
Minister Ploumen heeft in reactie op Kamervragen
over het LIW-rapport alle aanbevelingen van het
rapport gesteund, waaronder de noodzaak van
een onafhankelijk ‘klachtenloket’ van de sector en
verbeterafspraken via een Convenant met diverse
betrokken partijen. In haar antwoord op vragen
van de Kamerleden Voordewind en Van Laar heeft
Minister Ploumen ook een nieuwe risicoanalyse
van de sector beloofd om te bezien welke maatregelen
nodig zijn. Zij legt de nadruk op het
toewerken naar een leefbaar loon en een inkooppraktijk
van bedrijven die leefbaar loon mogelijk
maakt. Ze is bereid het onderwerp in contacten
met de Indiase regering te bespreken. Brancheorganisatie
Plantum heeft toegezegd een nieuwe
inventarisatie te maken van wat haar leden tegen
kinderarbeid doen.
Bijna 156.000 Indiase kinderen
werken mee aan de productie
van groentezaden van tomaten,
hete peper en okra. Circa
50.000 van hen zijn jonger dan
14 jaar. De grote meerderheid
van hen zijn Dalits, lage kasten
of Adivasi (tribalen). Ze staan
bloot aan slechte arbeidsomstandigheden,
waaronder
giftige pesticiden en lange
werkdagen. Ze verlaten meestal
de school als ze tussen 11 en
13 jaar oud zijn. Het aantal
tieners van 14 tot 18 jaar in de
groenteteelt nam sinds 2010
met meer dan 37.000 toe.
Bij boeren die voor multinationale ondernemingen
werken als East-West Seed, Limagrain, Sakata
en Advanta zijn 10 tot 16% van de kinderen
onder de 14 jaar. Daarnaast zijn nog eens 30%
van de arbeiders tieners. Voor Indiase bedrijven
gelden soortgelijke cijfers.
Artikel LIW leidt tot belofte kledingmerken om positie migrantarbeidsters te verbeteren
Het artikel Unfree and Unfair (‘Onvrij en Onrechtvaardig’)
van de Landelijke India Werkgroep
(LIW) heeft ertoe geleid
dat vijf grote kledingmerken
hebben beloofd om de levensomstandigheden
van jonge migrantarbeidsters te verbeteren.
Het gaat
om C&A, H&M,
Tommy Hilfiger, Zara en GAP die kleding van
fabrieken in de Indiase stad Bangalore inkopen.
Het uitgebreide artikel beschrijft de slechte
woon- en leefomstandigheden en de zeer beperkte
bewegingsvrijheid van jonge migranten, veelal
vrouwen, in de kledingindustrie in Bangalore. Een
groeiend aantal arbeid(st)ers verblijft in hostels
met nauwelijks faciliteiten. Ook verdienen zij
geen fatsoenlijk loon. De hostels worden gerund
door de fabrieken. Het onderzoek is mede gebaseerd
op 110 interviews met arbeid(st)ers van
vier kledingfabrieken en interviews met leden van
de Garment Labour Union (GLU) in Bangalore.
De LIW vroeg de kledingmerken niet alleen om
te reageren op de onderzoeksgegevens, maar ook
om te vertellen wat ze aan de misstanden zouden
gaan doen, om dit tegelijk met het onderzoek te
publiceren. In hun reactie beloofden alle kledingbedrijven
– meestal vrij concreet – om de situatie
te verbeteren. Het artikel heeft tot veel aandacht
in de internationale media geleid. De LIW blijft
in samenwerking met haar lokale partners volgen
of de kledingmerken hun beloftes ook nakomen.
Kinderen uit het werk en naar school in Budhpura
Manjari, een Indiase NGO, werkt aan ‘kinderarbeidvrije zones’ in Budhpura, een steengroevegebied
in zuidoost-Rajasthan. Veel kinderen in
dit gebied hakken kinderkopjes voor pleinen en
straten in Europa en gaan niet naar school. In
2015 bracht Manjari in kaart hoeveel kinderen
in de projectdorpen wonen en of zij wel of niet
naar school gaan. Van de 1168 kinderen tussen
de 6 en 14 jaar bleken 609 kinderen niet naar
school gaan. Dat heeft verschillende redenen.
Analfabete ouders zijn zich niet altijd bewust
van het nut van onderwijs, en de kwaliteit van
het onderwijs op de scholen in Budhpura laat te
wensen over. Dat leidt ertoe dat kinderen worden
ingeschakeld om bij te dragen aan het gezinsinkomen.
Toch lukte het Manjari om 383 van de 609
werkende kinderen in 2015 uit het werk en naar
school te krijgen. Ze motiveerden ouders om hun
kinderen op school in te schrijven en er werden
onderwijsvrijwilligers aangesteld die kinderen
naar school brengen en leerkrachten ondersteunen.
Ook werd een kleine bibliotheek opgezet om
kinderen te oriënteren op onderwijs. Manjari pleit
ook bij de overheid voor meer leerkrachten en een
betere schoolinfrastructuur. Door de nog gebrekkige
kwaliteit van het onderwijs, zoals overvolle
klassen en weinig kindvriendelijke lesmethoden,
bestaat het risico dat kinderen toch weer voortijdig
uitvallen. Daarom blijft Manjari zich inzetten
om het onderwijs in Budhpura te verbeteren.
Naast Stop Kinderarbeid dragen ook de bedrijven
Beltrami en London Stone bij aan het project.
Zij zorgen ervoor dat hun leveranciers van
kinderkopjes geen kinderen meer laten werken.
Ook dragen ze financieel bij aan het project. Voor
meer informatie zie de blog No Child Left Behind.
Nog steeds 38 miljoen Indiase
kinderen niet naar school
Uit de onlangs vrijgegeven cijfers over onderwijs
uit de officiële Indiase Volkstelling 2011 blijkt dat
ongeveer 32 miljoen kinderen tussen 6 en 13 jaar
nooit naar school zijn geweest. In totaal gaan 38
miljoen kinderen tussen 6 en 13 jaar niet naar
school, ruim 18% van de in totaal 208 miljoen
kinderen tussen de 6 en 13. De situatie is wel
verbeterd sinds de Volkstelling uit 2001 toen nog
58 miljoen kinderen niet naar school gingen. Maar
er is toch nog een verschil van circa 30 miljoen
kinderen tussen het cijfer van de Volkstelling
2011 (38 miljoen) en andere schattingen van de
overheid (8,2 miljoen)! Overigens is na 2011 het
totaal aantal inschrijvingen op basisscholen
licht gedaald.
Kinderen met een Dalit-, Adivasi- (tribale) en
moslimachtergrond zijn nog steeds sterk ondervertegenwoordigd
in het basisonderwijs. Drie van de vier kinderen die niet naar school gaan
behoren tot deze groepen. Ze lopen hun achterstand
wel deels in. De discriminatie van deze
leerlingen op basisscholen is echter nog steeds
schrikbarend. Het artikel Scholen van de Schande
op indianet.nl geeft daarvan een ontluisterend
beeld. Veel klachten gaan over discriminatie bij
schoolmaaltijden. Dalit-kinderen in het dorp Nary
Chahal in Himachal Pradesh werden voor die
schoolmaaltijden apart gezet, in de buurt van het
toilet, en kregen inferieur eten. Nadat hun ouders
klaagden werd deze praktijk officieel stopgezet,
maar kinderen van de dominante kaste wilden
toch apart zitten of weigerden de maaltijden te
eten. Ook op plaatsen waar de kok een Dalit was,
gebeurde dit.
De LIW en Stop Kinderarbeid ondersteunen organisaties
die eraan bijdragen dat deze kinderen
wel naar school kunnen en discriminatie wordt
bestreden.
Van moderne slavernij tot zelfredzaamheid in de Indiase kledingindustrie
In samenwerking met drie organisaties in Zuid-India brengt de LIW de schendingen van arbeidsrechten
in de kledingindustrie in kaart. Ook worden
activiteiten uitgevoerd ter verbetering van
de arbeidsomstandigheden van jonge vrouwen
die in spinnerijen en kledingfabrieken werken.
In India is een telefonische hulplijn opgezet
waar arbeidsters met klachten en vragen terecht
kunnen en zijn twee centra opgericht om klachten
te behandelen en juridische en psychosociale
ondersteuning te bieden. Ook wordt een lokale
vakbond voor kledingarbeidsters ondersteund.
Jonge meisjes die slachtoffer zijn geworden van
moderne slavernij krijgen een kans om hun school
af te maken of een beroepsopleiding te volgen.
Met behulp van de informatie die de partnerorganisaties
aanleveren gaat de LIW de dialoog aan
met kledingmerken in Nederland, opdat zij hun
leveranciers in India aanspreken op arbeidsrechtenschendingen
en actie nemen om problemen op
te lossen.
Versterking Indiase wet tegen kastengeweld – maar aantal misdaden tegen Dalits stijgt nog steeds
Een historische wetswijziging die kastengeweld
moet voorkomen en bestrijden is op 21 december
2015 aangenomen door de Indiase ‘Eerste Kamer’
nadat deze eerder was goedgekeurd door de
‘Tweede Kamer’. De wetswijziging is een belangrijke
overwinning voor de Dalit-beweging in India
en allen die zich inzetten voor gerechtigheid en
gelijkheid. De Nationale Coalitie voor verbetering
van deze wet heeft zes jaar gevochten voor een
betere wet die de rechten van slachtoffers en
getuigen vergroot, toegang tot de rechtspraak
verbetert en preventieve maatregelen mogelijk
maakt. Hopelijk leidt de wetswijziging tot de aanpak
van de ongebreidelde kastendiscriminatie en
-geweld in India, dat maar al te vaak onbestraft
blijft. Hoewel Dalit-organisaties deze mijlpaal
vieren zijn ze zich er ook ervan bewust dat voor
daadwerkelijke uitvoering van de wet nog veel
strijd nodig zal zijn.
Dat dit hard nodig is blijkt uit nieuwe officiële
misdaadcijfers. Die lieten in 2014 een stijging
van 19% in misdaden tegen Dalits zien vergeleken
met 2013. In 2013 steeg het cijfer met 17% vergeleken
met 17% in 2012. Officiële cijfers laten
ook zien dat in 2014 2.233 Dalit vrouwen werden
verkracht tegenover 2.073 in 2013 en 1.346 in
2009. In oktober haalde de dood van twee Dalit-kinderen,
slapend in hun in brand gezette huis, de
internationale krantenkoppen. De kinderen waren
het slachtoffer van een conflict tussen Dalits en
leden van de dominante kaste.
De LIW steunde de Dalit-beweging in Zuid-Azië
onder meer door met hen en de VN samen te
werken aan een VN-strategie om de rechten van
Dalits te beschermen en te bevorderen. Maar ook door
aandacht voor hun slechte positie te vragen binnen
productieketens van Nederlandse bedrijven
(kleding, zaden, natuursteen).
Stop Kinderarbeid draagt bij aan nieuwe internationale handleiding tegen kinderarbeid
De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) en de
Internationale Organisatie van Werkgevers (IOE)
hebben een nieuwe handleiding gepubliceerd om
bedrijven te informeren over hoe zij kinderarbeid
kunnen voorkomen en bestrijden. De handleiding
is gebaseerd op VN Richtlijnen. Hij beschrijft
stapsgewijs hoe je als bedrijf het probleem in
kaart kunt brengen, een actieplan maakt en
uitvoert, de resultaten controleert en rapporteert
aan geïnteresseerden. Cruciaal is ook om daar
lokale gemeenschappen en NGO’s bij te betrekken.
Bedrijven moeten niet alleen kinderarbeid uit hun
productieketen weren, maar ook bijdragen aan
onderwijs voor deze ex-werkende kinderen.
De handleiding is ook heel nuttig voor maatschappelijke
organisaties, waaronder vakbonden,
om bedrijven aan te spreken die geen actie tegen
kinderarbeid ondernemen en hun voor te houden
hoe dat wél zou kunnen. Bedrijven in de sectoren
voedsel, drank, kleding en mijnbouw hebben aan
de handleiding meegewerkt. Ook Stop Kinderarbeid
heeft haar advies ingebracht.
Wordt donateur van de LIW!
Steun ons eenmalig of regelmatig via:
NL68 INGB 0002 483 548 o.v.v. ‘gift’