|
Dalit en gehandicapt
Een dubbele beperking
Uit: India Nu 176 (nov-dec 2008)
Als Dalit of onaanraakbare is
het leven in India zeker niet
gemakkelijk. En al helemaal
niet als je daarbij ook nog
een handicap hebt. Het Differently
Abled Peoples Collective
probeert de positie van gehandicapte
Dalits in de Indiase
samenleving te verbeteren en
stuit daarbij op discriminatie,
gebrekkige regels, bijgeloof en
vooroordelen. India Nu sprak
met twee medewerkers van
deze organisatie over hun werk
en wat het betekent om Dalit
en gehandicapt te zijn.
Dalit zijn is een handicap op zich, vindt Parvathi, coördinator
bij het Differently Abled Peoples Collective in de deelstaat
Andhra Pradesh (APDAPC). Parvathi is zelf Dalit en getrouwd met
een ‘kaste-hindoe’. ‘Hij begrijpt het Dalit-concept niet. Hij is altijd
boos op me omdat hij vindt dat ik meer zou moeten kunnen verdienen
met mijn academische opleiding‘, zucht Parvathi. ‘Ik begreep
zelf niet eens wat het betekent om Dalit te zijn. Als kind had ik het
niet zo in de gaten. Pas later begreep ik waarom mensen mij niet
wilden aanraken of zich wasten nadat ze me aangeraakt hadden.’
Parvathi vertelt over de sociale uitsluiting van Dalits, zelfs op haar
opleiding, waar je eigenlijk beoordeeld zou moeten worden op je
competenties. ‘Ik raakte niet bevriend met andere studenten. Het
klikte gewoon niet. Qua achtergrond, qua kleding. Ik heb nooit meegedaan
aan verjaardagen, bezoekjes aan restaurants of andere uitgaansgelegenheden.
Er was sprake van een andere cultuur. Ik voelde
me altijd toeschouwer. Zo heb ik wel mijn titel gehaald, maar tegelijkertijd
heel veel gemist en weinig zelfvertrouwen opgebouwd.’
Vervolgens bepaalde Parvathi’s man dat ze in de marketingsector
zou gaan werken. Dat zou goed verdienen. Zelf wilde ze liever sociaal
werk doen, maar ze volgde haar man. Nu haar zelfvertrouwen met
de jaren is gegroeid, is ze toch in de sociale sector gaan werken en
zet ze haar negatieve ervaringen als Dalit in bij de APDAPC, ondanks
weerstand van haar man. ‘Hij gedraagt zich ook zo tegen mij omdat
ik een Dalit ben. Aanvankelijk dacht hij dat ik van een hogere kaste
was, omdat ik een opleiding volgde. Ach, ik leef ermee, het is de
normale houding tegen Dalits’, lacht Parvathi wrang.
Rechten voor gehandicapte Dalits
Hebben Dalits het doorgaans al moeilijk genoeg, Dalits met een
handicap hebben helemaal een lastige positie in de Indiase samenleving.
Daarom is het Differently Abled Peoples Collective (DAPC)
opgericht. Doel is gehandicapte Dalits bewust te maken van hun
rechten, vooroordelen tegen gehandicapten en Dalits weg te nemen
en hun positie in de samenleving te verbeteren. Dat is geen gemakkelijk
taak, legt Parvathi uit. ‘Als een Dalit een kind krijgt met een
handicap wordt dat vaak gezien als het lot, of Karma. In een vorig
leven zal wel een zonde zijn begaan, denken de mensen dan. Deze
overtuigingen zijn niet bevorderlijk om hulp te zoeken voor het
kind. En het label ‘gehandicapt’ opgeplakt krijgen heeft een zeer
negatieve impact op deze kinderen. In onze taal is dat label ‘Vikalangulu’,
een woord met een heel negatieve lading die veel verder gaat
dan het woord ‘disabled’ in het Engels. Onze organisatie heeft zich
enorm ingezet om dit woord niet meer te gebruiken en te veranderen
in de term ‘Prathyeka Prathibavanthulu’, wat zoveel betekent als
de Engelse term ‘differently abled’.
Maar ook als mensen wel hulp willen zoeken, zijn er obstakels.
Vaak kennen mensen de weg niet, zijn ze bang voor instanties, of is
er gebrek aan geld. Ook discriminatie bij ziekenhuizen of dokters
komt voor. ‘Niet heel direct, maar meer door geen respect te tonen,
niet aardig te zijn. En ook dat werpt een barrière op voor Dalits om
hulp te zoeken’, vertelt Parvathi. ‘Onze coördinatoren proberen de
mensen te motiveren wel hulp te zoeken en een kind bijvoorbeeld te
laten opereren. Aan de andere kant proberen we ook de gehele samenleving
te doordringen van de noodzaak om specifieke aandacht
te hebben voor de noden van gehandicapte Dalits. Zo zetten we in op
verbreding van de Wet voor Gelijke Rechten en Kansen voor Gehandicapten.
Wij willen een specifieke aanvulling voor Dalits en daarnaast
meer ruimte om vernedering of geweld tegen gehandicapte
Dalits aan te pakken. Ook op het gebied van zorg en onderwijs moet
nog veel gebeuren. Als Dalits al medische hulp krijgen, ontvangen
ze vaak onbruikbare hulpmiddelen, die zijn bedoeld voor mensen
in betere omstandigheden. En onderwijzers en fysiotherapeuten
weigeren vaak bij Dalits thuis te komen. Ze gaan naar kinderen uit de
hoogste kasten, zelfs als ze aangesteld zijn voor Dalits. Het krijgen
van onderwijs is voor gehandicapte Dalit-kinderen nog moeilijker
dan voor andere Dalit-kinderen. Door hun handicap kunnen deze
kinderen vaak niet reizen voor onderwijs, laat staan dat ze ooit en
plek op de arbeidsmarkt veroveren, al zijn daar plekken voor Dalits
gereserveerd.’ Parvathi heeft voorbeelden genoeg waarom specifieke
aandacht voor gehandicapte Dalits nodig is.
De dorpen in
Badugu Subbayamma, een andere coördinator van het APDAPC,
bezoekt iedere maand 39 dorpen van het totale werkgebied van 180
dorpen in haar regio. Ze praat met de mensen, onderzoekt hun noden
en helpt bij het aanvragen van hulpmiddelen of wijst ze de weg
naar medische hulp. Veel mensen weten niet dat de overheid en NGO’s
hulpmiddelen vaak gratis verstrekken. Ook is Subbayamma politiek
actief. Ze constateerde dat de overheidsregel die bedoeld is om de
samenleving gemakkelijker te laten omgaan met gehandicapten en
de kans op handicaps door inteelt te verkleinen niet werkt. De regel
bepaalt onder andere dat mensen die trouwen met een gehandicapte
een bedrag van drieduizend roepie (45 euro) krijgen van de overheid.
Maar dat gaat niet op als beiden gehandicapt zijn. Subbayamma
bracht dit in de pers en hier is een actieplan uit voortgekomen om de
regel te veranderen. Maar er is meer: de overheid kan vaak hulpmiddelen
niet op tijd leveren of er is helemaal geen voorraad. Ook zijn er
geen data of statistieken beschikbaar, waardoor het vrijwel onmogelijk
is om budgetten goed te plannen en effectief in te zetten. Naast het
onder de aandacht brengen van de punten waar de overheid faalt,
besteedt Subbayamma veel tijd aan het wegnemen van vooroordelen
over handicaps bij de Dalit-dorpelingen zelf. ‘Er was bijvoorbeeld een
familie met drie kinderen die verstandelijk gehandicapt waren. Ze
werden erg gediscrimineerd, ook door Dalits. Ze werden niet bij hun
naam genoemd, maar bij hun handicap. Als er ruzie in het dorp was,
kregen zij de schuld. De familie accepteerde het allemaal omdat ze
het als hun lot zagen, als een straf. Zo worden mensen klein gehouden
en dan is het moeilijk voor je rechten op te komen. Het leven kan
uitzichtloos worden. Onlangs nog heeft een vader zijn gehandicapte
dochter vermoord’, aldus Subbayamma. Ze ziet gelukkig verandering
in de dorpen waarin ze actief is. Nu worden mensen met een handicap
bijvoorbeeld wel bij naam genoemd, terwijl hun naam voorheen niet
eens bekend was.
Een weerzinwekkende praktijk die Subbayamma tegenkomt in haar
werk is het opzettelijk verwaarlozen van gehandicapte kinderen of het
misvormen van kinderen door hun ouders om aanspraak te maken op
overheidsgeld. Ook kinderen opzettelijk niet naar school laten gaan,
kan geld opleveren in de vorm van leningen. Dit geld wordt vervolgens
gebruikt om kinderen zonder handicap uit te huwelijken. Dat broers en
zussen zonder handicap wel worden uitgehuwelijkt en de gehandicapte
alleen achterblijft, is moeilijk te verwerken, helemaal als het jongere
broers en zussen betreft. Subbayamma: ‘Ik ben zelf dertig jaar en heb
een lichte handicap aan mijn been. Ik ben niet uitgehuwelijkt en de
huwbare leeftijd van rond de achttien jaar ben ik allang gepasseerd.’
Huilend vertelt Subbayamma dat ze haar jongere broers en zussen
uitgehuwelijkt zag worden, vrienden en vriendinnen een familieleven
zag opbouwen, en zij bleef over. Ook haar ouders vonden het niet
belangrijk om te proberen iets voor haar te regelen. Omdat ze Dalit is
én gehandicapt, kan ze niet trouwen. ‘Gehandicapten uit de hoogste
kasten kunnen nog wel trouwen via een bruidsschat, maar voor Dalits
is dat niet weggelegd’, snikt Subbayamma. ‘Daarnaast heb ik te maken
met allerlei vooroordelen. Mensen roddelen dat ik als volwassen
vrouw toch mijn behoeftes wel zal hebben en zien me daarom als een
onzedige vrouw.’ Dan toont Subbayamma haar doorzettingsvermogen
opnieuw: ‘Juist door mijn persoonlijke ervaringen kan ik dit werk goed
doen. Hier leef ik voor, om anderen in deze positie te helpen. Gehandicapte
Dalits zijn dubbel getraumatiseerd en vertrouwen bijna niemand.
Maar mij vertrouwen ze wel, omdat ik een van hen ben.’
Op 1 augustus 2008 vond een ernstig treinongeval plaats in Andhra Pradesh. Hierbij kwamen enkele stafleden van de APDAPC om het leven. Subbayamma raakte gewond.
xxx
|
|