|
|
Bijna een jaar geleden kreeg
de Dalit-activist Marimuthu
Bharathan uit Tamil Nadu
de Mensenrechtentulp, de
Nederlandse staatsprijs voor
Mensenrechten. Het zo
veelbelovend begonnen 2013
leverde daarna vooral
teleurstellingen op.
Nederland nam de afgelopen jaren – vooral onder
minister Verhagen op Buitenlandse Zaken – een
aantal initiatieven ter verbetering van de positie
van Dalits in de VN en de EU. Zo sprak Verhagen in
de VN Mensenrechtenraad India aan op de schrijnende positie van de
ruim 1 miljoen poepruimers. Nederland stelde vragen in de VN Mensenrechtenraad
en samen met Denemarken agendeerde Nederland
het onderwerp in de EU. In juni 2011 nam de Tweede Kamer een motie
aan van parlementariër Joël Voordewind over de positie van Dalits.
Hij constateerde dat ‘circa 250 miljoen Dalits het slachtoffer zijn van
talloze schendingen van fundamentele mensenrechten en dat deze
groep disproportioneel lijdt onder schendingen van arbeidsrechten
in productieketens van Nederlandse bedrijven, waaronder in de kleding,
zaden en natuursteen’. Behalve Dalit-discriminatie in EU- en
VN-verband aan de orde blijven stellen, zo stelde de motie, kon de
regering bedrijven aanspreken op het bestrijden van kastendiscriminatie,
en financiële steun geven aan het International Dalit Solidarity
Network.
Aanfluiting
Toenmalig minister Rosenthal deed weinig tot niets met deze motie.
Zijn opvolger Timmermans leek eind 2012 uit een ander vaatje te tappen.
Hij zei: ‘De heer Voordewind heeft een belangrijk en ingewikkeld
onderwerp aangekaart: de positie van Dalits. Ik vind dat de maatschappelijke
emancipatie van bevolkingsgroepen die al eeuwenlang
niet eens op de ladder staan, laat staan op de onderste sport van een
ladder, hoort bij de wens van de internationale gemeenschap om de
universaliteit van de mensenrechten op ieder mens van toepassing te
laten zijn. Ik vind dat wij moeten investeren in de versterking van die
positie. Het onderwerp discriminatie op basis van werk en afkomst
moet in de Europese Unie wat mij betreft hoger op de agenda worden
gezet. Het Europees Parlement heeft recent een behartigenswaardige
resolutie aangenomen over de positie van Dalits en ik denk dat wij op
basis daarvan ook Europees beleid beter vorm kunnen geven.’
Dat klonk veelbelovend. Maar in Timmermans’ beleidsbrief over mensenrechten
van juni 2013 kwam het woord Dalit niet voor. Ook in de
praktijk gebeurde weinig. In september 2013 schreef het Dalit Netwerk
Nederland de Tweede Kamer dan ook een teleurgestelde brief
met een vinnig staartje. Nederland, zo lazen de Kamerleden, had
zich onttrokken aan deels zelf geëntameerde pogingen om de Dalits
Wat was het geval? Juryvoorzitter Cisca Dresselhuys had het bij de prijsuitreiking al gememoreerd: India stond niet te juichen over de keuze van de jury. Er werd, zei zij, ‘gewaarschuwd dat de goede betrekkingen tussen Nederland en India sterk geschaad zouden kunnen worden, als de prijs naar de heer Bharathan ging.’
Helaas had Bharathan van de Indiase regering ook geen uitreisvisum gekregen. Wel verwachtte hij dat de Tulp hem in India met enig ceremonieel zou worden uitgereikt, omdat hem dat zou steunen in zijn activiteiten voor de Dalits, waarin hij voortdurend werd dwars gezeten. Maar het beeldje van de Tulp werd zonder vooraankondiging door een ambassademedewerker bij hem afgeleverd.
Vage minister
Sinds die beschamende vertoning is het erg stil geworden rond het
onderwerp.
In november, bij de behandeling van de begroting BZ voor 2014, probeerde
Voordewind het nogmaals in de Tweede Kamer: ‘Is Nederland
bereid opnieuw een voortrekkersrol op zich te nemen ten aanzien van
de bescherming van de Dalits in India?’ Timmermans antwoordde dat
hij de Dalit-problematiek recent had besproken met de Indiase minister
van Buitenlandse Zaken en dat Nederland projecten steunt voor
verbetering van de rechtspositie van Dalits. Voor het overige was zijn
beantwoording terughoudend. Hij kwam niet terug op zijn eerdere
belofte zich in de VN en EU in te zetten voor de Dalits, laat staan dat
sprake was van de voortrekkersrol die Nederland eerder wel had. Zijn
Buitenlandse Zaken Erkki Tuomioja beloofde zich actief in te zetten tegen kastendiscriminatie. Kort geleden was Finland medeorganisator van een bijeenkomst in de VN Mensenrechtenraad over Dalit-vrouwen. Het was voor het eerst dat Finland een dergelijk initiatief nam, zei de minister, ‘maar het was zeker niet de laatste keer.’ Ook liet hij weten: ‘Antidiscriminatie staat centraal in het Finse beleid, en de meest kwetsbare groepen hebben speciale aandacht nodig. Er is alle reden Dalits daarbij te betrekken als speciale groep.’ Tuomioja beloofde kastendiscriminatie te agenderen bij zijn volgende bezoek aan India.
De Finnen lijken dapperder dan de Nederlanders, die de indruk wekken dat het vermijden van diplomatieke en economische schade voorop staat. Het lijkt geen toeval dat minister Timmermans het onderwerp heeft laten vallen. Hij wil er zijn vingers niet meer aan branden. Daarmee worden de grenzen zichtbaar van wat Nederland bereid is te doen voor de rechten van mensen als er grote economische belangen in het spel zijn.
directeur Landelijke India Werkgroep