|
11 oktober
Voor de eerste keer in mijn leven naar Mali. Niet omdat we een Landelijke Mali Werkgroep zijn begonnen, wel omdat de aanpak van Stop Kinderarbeid nu ook in Afrika aanslaat. Samen met Indiërs en Afrikanen uit diverse landen houdt het Nederlandse team een startbijeenkomst voor de nieuwe fase van Stop Kinderarbeid in de stad Ségou, beroemd geworden door het epos van Maryse Condé, dat de opkomst en ondergang beschreef van het Bambararijk in het Mali van de negentiende eeuw.
Op Schiphol horen we dat Kailash Satyarthi en Malala de Nobelprijs voor de vrede hebben gewonnen. Dat is goed nieuws. Met Kailash heb ik een jaar of acht samengewerkt. Het begon met de opbouw van het keurmerk Rugmark (nu GoodWeave) voor tapijten zonder kinderarbeid. In 1998 werkten we samen in de Global March Against Child Labour, in 2002 in de World Cup Campaign. Daarna raakte ik nauw betrokken bij de campagne Stop Kinderarbeid, die de MV Foundation als inspiratiebron heeft. Waar Kailash kinderarbeid op de wereldagenda wist te zetten, liet de MV Foundation in de praktijk zien hoe je kinderen uit het werk en naar school kunt krijgen. Inmiddels meer dan een miljoen.
Nu komt ook Afrika in beeld. De MV Foundation gaf de afgelopen jaren praktische trainingen aan organisaties in onder andere Marokko, Oeganda, Ghana, Mali en Zimbabwe. In tien Afrikaanse landen wordt nu ‘gebiedsgewijs’ gewerkt aan een betere toekomst voor kinderen.
12 oktober
Daar zitten we dan, in een zaaltje
met zeventig mensen, gelukkig ver
weg van het strijdgewoel in het
noorden van Mali. Eerst worden alle
aanwezige autoriteiten met naam
en functie opgesomd. De ministers
van Arbeid en Onderwijs zijn
er ook en komen snel ter zake. Ze
schuwen de grote problemen niet.
De minister van Onderwijs zegt: ‘De
kwaliteit van onderwijs moet veel
beter, er zijn soms klassen van honderd
kinderen, het drop-out cijfer is
hoog.’ De Minister van Arbeid zegt:
‘Twee van de drie kinderen zijn economisch
actief, veel daarvan in de
landbouw.’ Beide ministers spreken
hun steun uit voor lokale organisaties
als Enda Mali, die via een gebiedsgewijze aanpak alle
kinderen in een cluster van dorpen op school probeert te
krijgen. ‘Het past in ons beleid. Wij steunen jullie,’ horen we
in alle toonaarden. De vertegenwoordiger van de Nederlandse
Ambassade sluit zich daarbij aan.
De rest van de dag praten we over de ervaringen van activisten
in India en Afrika en hoe we de resultaten daarvan
kunnen toetsen en evalueren. Het valt op hoe goed de Indiase
aanpak in de Afrikaanse landen is aangeslagen: nadruk
op sociale mobilisatie, jonge vrijwilligers enthousiast maken,
groepen van ouders en onderwijzers opzetten, lokale autoriteiten
erbij betrekken, zorgen dat bestaande scholen beter
onderwijs bieden en kinderen die voorheen werkten op
school begeleiden. Alles vanuit de norm dat elk kind naar
school moet kunnen. Maar er zijn ook verschillen. In West-
Afrika gruwen ze van het idee dat kinderen worden klaargestoomd
voor de gewone school via een soort tijdelijke kostschool,
wat in India gewoon is.
13 oktober
De volgende dag gaan we ‘het veld in’, urenlang op weg
naar dorpen waar de hele bevolking is uitgelopen. Bij binnenkomst
schudden we het dorpsbestuur de hand en lopen
door een haag van honderden juichende en klappende kinderen
en volwassenen in hun kleurrijke ‘zondagse’ kleding.
Ik voel gêne, gemengd met verbazing en plezier. Gelukkig
is onze delegatie niet alleen ‘wit’; we zijn een groep van
Afrikanen, Indiërs en Nederlanders. Na toespraken, zang en
dans (gewoon even meedoen), praten we met het schoolmanagementteam
en de moedergroep, die gezinnen bezoekt
waarvan de kinderen voortijdige schoolverlaters dreigen te
worden. Het is hier nog geen echte kinderarbeidvrije zone;
daarmee is Enda Mali pas sinds kort begonnen.
14 oktober
Deze dag heb ik zelf georganiseerd. Het gaat over politieke
pleitbezorging, dialoog met beleidsmakers, en communicatie.
Ik vertel hoe wij onze regering en de Tweede Kamer
benaderen, maar ook de Europese Unie en de International
Labor Organisation (ILO). Hoe we daarmee bijvoorbeeld bij
minister Ploumen, maar ook bij de ILO steun verwerven voor
kinderarbeidvrije zones. Afrikaanse collega’s vertellen hoe zij
hun overheden bij de strijd tegen kinderarbeid betrekken.
Zo stimuleerden ze in Ethiopië lokale gezagsdragers om de
kinderarbeidvrije zones in hun gebied aan te prijzen bij nationale
autoriteiten, en kwamen ministers kijken. In Oeganda
nodigde de onderwijsvakbond de overheid uit om over concrete
maatregelen te onderhandelen.
15 oktober
De voorlaatste dag staat in het teken van Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen (MVO), voor sommige Afrikanen
een nieuw begrip. Maar de interesse en kennis groeit. Voorbeelden
maken veel duidelijk; zoals dat van de katoenzaadteelt
in India. De MV Foundation doet uit de doeken hoe zij
met zaadbedrijven, boeren en dorpsraden hebben afgesproken
dat werkende kinderen via ‘brugklassen’ kunnen instromen
in het dagonderwijs. Wij vertellen hoe we dat vanuit
Nederland hebben ondersteund met onderzoek en contacten
met bedrijven.
We bespreken ook andere productiesectoren waar vaak kinderen
werken: kleding, schoenen, natuursteen, thee, koffie,
cacao en goud. Ook het feit dat Stop Kinderarbeid bedrijven
in die sectoren gaat aanspreken passeert de revue, en de
intentie om hen waar mogelijk te betrekken bij een oplossing
ter plekke.
16 oktober
Voor we ’s avonds het vliegtuig terug nemen, bezoeken we
‘informele’ goudmijnen in Zuid-Mali. Het zijn gaten in de
grond waarin mensen zich 50 meter laten zakken om steen
los te hakken. Bovengronds halen ze er goud uit. Het levert
per persoon gemiddeld 5 euro per dag op, soms meer. In
deze goldrush werken ook kinderen. Het goud komt onder
meer terecht in laptops en telefoons. Ook daarvan gaan we
met de Malinese collega’s werk maken.
Foto: Gerdien ten Cate
Meer over Stop Kinderarbeid en kinderarbeidvrije zones: http://www.indianet.nl/in-kinderenwordenweerkinderen.html.
Verslag bijeenkomst Stop Kinderarbeid in Mali: http://www.indianet.nl/pdf/KickoffMeetingMali-Oct2014.pdf.