Kinderarbeid in de schoenensector

Onderzoek legt problemen bloot



In Nederland zijn nog steeds schoenen te koop die gemaakt zijn door kinderen in onder andere India. Dat blijkt uit onderzoek van de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO). De campagne Stop Kinderarbeid spreekt tientallen bedrijven op de kwestie aan en vraagt ook consumenten in actie te komen. Enkele bedrijven reageerden positief, maar de meeste schoenenbedrijven weigerden mee te werken aan het onderzoek en reageren niet of nauwelijks op vragen hoe zij kinderarbeid bestrijden.

Leren schoenen die in Nederland worden verkocht komen vooral uit India, China, Vietnam en Indonesië. In die landen begint de productieketen van schoenen. Die keten loopt van de boerderijen waar de runderen worden gehouden en de huiden voor het leer vandaan komen, via de leerlooierijen waar de huiden tot leer worden verwerkt, tot aan de werkplaatsen waar de schoenen worden gemaakt. Juist in het begin van die keten zijn arbeidsomstandigheden, met lange werkdagen, lage lonen en blootstelling aan gevaarlijke chemicaliën, ver beneden peil. En juist in het begin van die keten werken kinderen.
Uit (veld)onderzoek van SOMO blijkt dat in landen als India, Brazilië, China en Vietnam kinderen tussen de twaalf en veertien jaar een rol spelen in de productie van leren schoenen van bekende internationale merken bestemd voor de Europese markt. Ze looien en bewerken leer, plakken zolen met lijm of stikken onderdelen aan elkaar.

Uitbesteding van werk
Zowel bij het looien van leer als in de schoenenproductie wordt veel werk uitbesteed aan middelgrote bedrijven en kleine werkplaatsen. Ook worden veel schoenen of delen van schoenen door thuiswerkers gemaakt. Bij deze productie in gezinsverband wordt een stukloon betaald dat zo laag is dat volwassen arbeiders te weinig verdienen om van te leven. Daarom zetten zij met grote regelmaat hun kinderen in om het gezinsinkomen te verhogen. Dit geldt ook voor de kleine werkplaatsen, waarin de eigenaar zijn kinderen inzet om de loonkosten voor volwassen werknemers te drukken.
Campagne We want childfriendly shoes! van start

Op 12 juni - Werelddag tegen Kinderarbeid - ging de campagne We want childfriendly shoes! van de campagne Stop Kinderarbeid - School, de beste werkplaats van start. Op basis van het rapport Waar de schoen wringt werd consumenten gevraagd om via Mr. Scribble (zie stopkinderarbeid.nl) een bericht aan een groot aantal schoenenbedrijven te sturen om aan te dringen op actie tegen kinderarbeid en/of te laten weten wat ze daar tegen doen. Tijdens het onderzoek van SOMO in India werd bij acht bedrijven bij toeleveranciers van hun producenten kinderarbeid geconstateerd. Dat is aan de bedrijven meegedeeld, maar welke bedrijven het zijn is nog niet door Stop Kinderarbeid naar buiten gebracht. Maar ook bij andere bedrijven is vaak niet duidelijk - het onderzoek was maar een beperkte steekproef - of ze echt 'kinderarbeidvrij' zijn. Alle bedrijven kregen tot 1 september de kans alsnog te reageren. Enkele bedrijven hebben inmiddels zelf nader onderzoek gedaan en zijn over hun aanpak met ons in gesprek, net als de branche-organisatie voor schoenen VGS. Medio september (als dit nummer van de drukpers rolt, red.) komt Stop Kinderarbeid naar buiten met alle resultaten. Dan zullen de bedrijven die 'niet bewegen' opnieuw worden aangesproken en wordt ook bekendgemaakt bij welke bedrijven die niet reageren kinderarbeid is gevonden.

De kleinere werkplaatsen die zijn bezocht tijdens veldonderzoek van SOMO in India bieden werk aan gemiddeld drie tot vijf arbeiders. Deze werkplaatsen fabriceren de bovenkanten van de schoenen en bevestigen deze aan de zool. Daarbij zijn regelmatig kinderen betrokken. Geïnterviewde arbeiders vertelden dat de vaardigheden van generatie op generatie worden overgedragen. Toen zij als kind betrokken werden bij de productie van schoenen, leerden zij het vak van hun ouders. Ze vertelden dat dit nu nog zo is. De werkplaatsen die werden bezocht tijdens het onderzoek leveren bijna allemaal aan grote exporteurs die op hun beurt weer aan Europese merken leveren. Maar ook in de middelgrote werkplaatsen met tachtig tot honderd medewerkers, die leveren aan fabrieken van wie Europese bedrijven afnemen, werd kinderarbeid vastgesteld.

Controle
Een van de grootste problemen bij de controle op kinderarbeid is dat een groot deel van het werk, zowel in de looierijen als in de schoenenproductie, in de informele sector plaatsvindt. In India zijn bij wet arbeidsinspecties toegestaan bij bedrijven die tien of meer werknemers hebben. Kleinere bedrijven en werkplaatsen in huis worden dus niet gecontroleerd. Bovendien, als inspecties op basis van officiële bedrijfsinformatie van het grootschalige bedrijf plaatsvinden, kan het vóórkomen dat de uitbesteedde activiteiten naar de informele sector niet worden meegenomen in de controle. Tijdens het onderzoek zijn geen aanwijzingen gevonden dat grote exportbedrijven direct gebruikmaken van kinderarbeid. Ook de schoenenbedrijven geven aan dat er bij hun eerste leveranciers geen sprake is van kinderarbeid. Uit het onderzoek blijkt wel dat veel bedrijven die schoenen exporteren een deel van het werk uitbesteden en dat juist daar, 'verderop' in de keten, wel sprake is van kinderarbeid. Controle door de opkopende schoenenbedrijven vindt daar niet plaats omdat de meeste internationale merken zich alleen op de eerste leveranciers richten.

Geen openheid bedrijven
In het najaar van 2011 heeft SOMO 21 bekende en belangrijke schoenenbedrijven benaderd die in Nederland schoenen op de markt brengen. Het bleek buitengewoon moeilijk om contact met deze bedrijven te krijgen. Slechts enkele bedrijven beschikten over een MVO-medewerker of een MVO-beleid dat te vinden was op de bedrijfswebsite. Uit de reacties (en het gebrek daaraan) is op te maken dat er weinig bereidheid is bij schoenenbedrijven om open te zijn over het inkoopbeleid. Slechts twee van alle benaderde bedrijven, Van Haren (Deichmann groep) en Timberland, reageerden op het verzoek van SOMO om de vragen uit de vragenlijst te beantwoorden. Deze twee bedrijven hanteren allebei een specifiek MVO-beleid met daarin aandacht voor kinderarbeid in de keten.
Ook aan een onderzoek van de Belgische consumentenorganisatie Test-Aankoop, naar de mate van maatschappelijke

De Europarlementariërs Ria Oomen-Ruijten (CDA) en Thijs Berman (PvdA) hebben naar aanleiding van de actie een serie indringende vragen over kinderarbeid in de schoenenindustrie gesteld aan de Europese Commissie. Oomen-Ruijten en Berman willen onder meer een actieve 'schoenendiplomatie' in China, India, Vietnam en Brazilië, ketentransparantie, nader onderzoek en een concreet plan van aanpak tegen kinderarbeid in de schoenensector. Samen met Oomen-Ruijten en Berman gaat Stop Kinderarbeid in het najaar een bijeenkomst organiseren om meer aandacht voor het onderwerp te krijgen en meer steun om het aan te pakken. Ook wil de campagne nog dit najaar graag met alle schoenenbedrijven gezamenlijk om tafel om samen plannen te maken om kinderarbeid in deze sector serieus aan te pakken.
Vanaf 17 september kan je (weer) meedoen met de Mr. Scribble actie om de niet-actieve of zwijgzame bedrijven alsnog te bewegen om in actie te komen. Informeer ook je vrienden, collega's, buren en kennissen over de actie op stopkinderarbeid.nl!

verantwoordelijkheid bij Europese schoenenbedrijven, hebben maar weinig schoenenbedrijven hun medewerking verleend. De consumentenorganisatie ging na in welke mate twintig merken een beleid hebben wat betreft sociale en milieuaspecten in hun keten. Slechts acht bedrijven werkten (gedeeltelijk) mee aan het onderzoek. Het is Test-Aankoop onder meer opgevallen dat slechts weinig merken zeggen wie hun leveranciers zijn. De merken hebben bovendien zelden volledige controle over de gehele keten. Elf van de twintig onderzochte merken behalen slechte resultaten. Van de populairdere merken zijn Timberland en Ecco volgens Test-Aankoop de meest verantwoorde keuzes. De schoenenindustrie controleert de volledige productieketen - van grondstof (runderen) tot afgewerkt product (schoen) - te weinig, zo concludeert de Belgische consumentenorganisatie. De sector onderneemt nog weinig initiatieven om zowel de sociale en milieugerelateerde aspecten als het dierenwelzijn te verbeteren.

Onderzoek Stop Kinderarbeid
Gezien de weinige reacties van bedrijven op het verzoek om openheid van SOMO besloot de campagne Stop Kinderarbeid begin 2012 een soortgelijk onderzoek te doen onder een groter aantal bedrijven. 41 schoenenbedrijven ontvingen een vragenlijst. Opnieuw bleken de meeste schoenenbedrijven niet bereid om informatie te verstrekken over waar en door wie hun schoenen worden gemaakt, noch over hun aanpak van kinderarbeid. Herhaalde verzoeken om informatie werden niet beantwoord. Elf bedrijven reageerden wel op de vragenlijst. De bedrijven die de vragenlijst beantwoordden of informatie gaven zijn: Timberland, Van Haren, Macintosh (Scapino, Manfield, Invito, Dolcis), de Bijenkorf, Camper, Clarks, Geox en Marks & Spencers. Ook Adidas, Nike en Puma reageerden op de vragenlijst.
Positief is dat deze bedrijven allemaal een beleid hebben tegen kinderarbeid. Een aantal van hen gaven ook concrete voorbeelden van hun aanpak tegen kinderarbeid. Helaas richten de meeste bedrijven zich met hun beleid en aanpak slechts op hun directe leveranciers en niet op de toeleveranciers, terwijl juist daar de kans op kinderarbeid groter is. Een aantal bedrijven vindt ook dat ze het risico op kinderarbeid lopen in hun productieketen. Drie van de zes bedrijven die de vragenlijst hebben ingevuld antwoorden zelfs positief op de vraag of ze in de afgelopen twee jaar problemen hebben gehad in hun keten wat betreft kinderarbeid.
Wanneer de schoenenbedrijven al wel bezig zijn met het duurzaam maken van hun keten lijken ze zich vooral te richten op misstanden op gebied van milieu (vervuiling door leerlooierijen en ontbossing), veiligheid en gezondheid (gebruik chemicaliën). Bestaande initiatieven als de Leer & Schoenen groep van TFT en de 'Leather Working Group' richten zich voornamelijk op deze aspecten en lijken nog weinig aandacht te hebben voor kinderarbeid.

Transparantie
Uit het feit dat de meeste schoenenbedrijven niet bereid zijn om informatie te verstrekken over waar en door wie hun schoenen worden gemaakt, noch over hun aanpak van kinderarbeid, kan geconcludeerd worden dat er nog weinig transparantie is in de schoenensector en dat weinig bedrijven zicht hebben op hun gehele productieketen. En dat is nu precies waar de schoen wringt: hoewel kinderarbeid minder lijkt voor te komen in de fabrieken die rechtstreeks leveren aan de Europese merken en winkels, is er in de keten 'verderop' des te meer kinderarbeid te vinden. Gezien de korte duur van het onderzoek is het aannemelijk dat kinderarbeid ook in de keten van andere bedrijven aangetroffen kan worden. Daarom meent Stop Kinderarbeid dat, op basis van het onderzoek van SOMO, de bevindingen in India en het eigen onderzoek, op dit moment geen enkel schoenenbedrijf kinderarbeid in haar ketens kan uitsluiten.



SOMO, Stop Kinderarbeid en de Landelijke India Werkgroep

Aanvullende informatie is te vinden op www.stopkinderarbeid.nl
terug
MVO
HOME Landelijke India Werkgroep
tijdschrift INDIA NU
Landelijke India Werkgroep - 4 oktober 2012