terug
Uit: India Nu 183 (jan-feb 2010)






In de steengroeven van India

Van moderne slavernij tot coöperatieve groeven



In grote delen van India is de delving van natuursteen zoals marmer, zandsteen en graniet big business. Ladingen vers gehakte steen worden door kamelen weggetrokken of in vrachtwagens geladen, op weg naar hun nieuwe bestemming als keukenblad, fonteintje of grafsteen. Er gaat veel geld in om, maar de groevearbeiders hebben het zwaar. In coöperatieve groeven of door middel van vakbonden vinden zij manieren om hun levensomstandigheden te verbeteren.
(foto: LIW)


Op de bodem van de steengroeven, enorme open wonden in de aarde, hakken arbeiders in de felle zon steenplaten uit en dragen deze op hun hoofd naar de wagens. Zwaar, stoffig werk tegen een laag loon (meestal per stuk steen of volgeladen vrachtwagen). Af en toe klinkt een knal. Het is dynamiet, waarmee grote stukken steen worden losgebroken. Tussen de grijze steenhopen slaan kinderen, soms nog geen vijf jaar oud, de mislukte platen en overgebleven brokken steen tot gruis, terwijl de stofdeeltjes zich verankeren in hun longen, waar ze slopende ziektes kunnen veroorzaken. Scholen zijn er niet te vinden op deze afgelegen plaatsen. Een watertank of afdakje dat schaduw kan bieden evenmin, terwijl beide verplicht zijn gesteld door de Indiase overheid.


  Onzichtbare slavernij

Veel groeve-arbeiders komen gewoonweg niet voor in de statistieken van India. Het zijn meestal migranten, die (met of zonder familie) van binnen de deelstaat komen of van nog verder weg. Omdat ze door de groeve-eigenaar en de lokale overheid vaak niet erkend worden, kunnen ze maar moeilijk aan officiële papieren komen, zoals een stemkaart, waardoor ze feitelijk niet bestaan, of een ration card, waarmee mensen die onder het bestaansminimum leven basisvoedsel als rijst en linzen voor een lagere prijs kunnen kopen. ‘Deze migranten worden volledig afhankelijk van hun werkgever, en zijn daardoor makkelijker uit te buiten dan lokale werknemers’, zegt Nicky Coninck van de Landelijke India Werkgroep. ‘Ze kunnen straffeloos worden mishandeld en als ze een ongeluk krijgen wordt er niet voor de medische kosten betaald.’ Wanneer de arbeiders grote uitgaven moeten doen, bijvoorbeeld bij ziekte, bij de geboorte van een kind, voor een huwelijk (bruidsschat) of crematie, moeten ze geld lenen. Omdat er geen bank te vinden is die aan arme groevewerkers geld leent, kunnen ze alleen terecht bij hun werkgever. Daardoor komen veel arbeiders in een neerwaartse spiraal terecht. Ze kunnen de lening vaak niet terugbetalen en moeten dan deels onbetaald gaan werken voor de groeve-eigenaar. Ze krijgen zo nog minder inkomen en zien zich vaak genoodzaakt opnieuw geld te lenen voor hun dagelijkse levensonderhoud. Zo ontstaat een afhankelijkheidsrelatie, die niet zelden uitmondt in ‘gebonden arbeid’, een vorm van moderne slavernij. Een groevewerker in Pune verwoordt het zo: ‘Er is niemand van ons die geen leningen heeft lopen bij de baas. Als er een kind geboren wordt, leen je geld. Als dat kind ziek wordt, leen je nog wat meer. Pas met je dood komt er een einde aan het lenen.’ Maar zelfs dat is relatief, aldus Coninck. ‘De crematie wordt vaak door de oudste zoon betaald, die daar, bij de groeve-eigenaar, een lening voor sluit en de openstaande schulden overneemt. Zo worden de schulden overgedragen aan de volgende generatie.’


  Een eigen groeve

Hoewel hun situatie soms hopeloos lijkt, zoeken de groeve-arbeiders – daarbij bijgestaan door lokale ontwikkelingsorganisaties – naar manieren om hun leven te verbeteren. Zo wordt het land dat geschikt is voor natuursteenwinning in de deelstaat Rajasthan verloot onder scheduled castes (Dalits), ex-militairen en andere gemarginaliseerde groepen. Het probleem is dat de meesten te arm zijn om zo’n stuk grond daadwerkelijk te kunnen kopen. Een groep arbeiders in Rajasthan richtte daarom een coöperatie op en zamelde met behulp van een lokale ontwikkelingsorganisatie geld in om zo’n stuk grond te bemachtigen. Het werk in de groeve is nog steeds zwaar, maar in plaats van te zwoegen voor een groeve-eigenaar, die lage lonen uitbetaalt en het grootste deel van de winst zelf opstrijkt, halen deze arbeiders nu tenminste een redelijk inkomen uit hun arbeid. Gemiddeld verdienen ze drieduizend roepies (43 euro) meer per maand dan als loonarbeider, een enorme vooruitgang. Ook hebben zij, als enige groeve in de omgeving, wél een watertank en afdak gebouwd. Het oprichten van de coöperatie heeft meer positieve gevolgen gehad: steeds meer arbeiders in naburige groeven eisen
Het leven van een groeve-arbeidster


Nagam Limbakar met dochter Lakshmi
(foto: LIW)  
Nagam Limbakar (haar leeftijd weet ze niet) werkt in de Sangwandewaadi groeve in de deelstaat Maharashtra. Zij heeft drie dochters en twee zonen. De twee oudere meisjes wonen op de ‘kostschool’ van de lokale ontwikkelingsorganisatie Santulan in Pune, de rest gaat naar de basisschool vlakbij de groeve (ook van Santulan).

Naast het zware werk in de groeve komt het gehele huishouden op haar schouders neer. Vanaf het moment dat ze opstaat tot ze naar bed gaat is ze bezig. ‘Ik sta om vijf uur ’s ochtends op, maak het huis schoon, doe de afwas en was mezelf en de meisjes. Dan ga ik water halen, twee zware potten vol, en is het tijd om het ontbijt klaar te maken. Daarna werk ik tot vijf uur in de groeve en maak ik het avondeten voor mijn gezin.’ Zoals veel collega groevewerkers hier komt ze uit de deelstaat Karnataka, waar ze op het land werkte. ‘Er is geen geld te verdienen in de landbouw, daarom ben ik hierheen gekomen met mijn familie.’ Doordat ze lid is van de vakbond heeft ze een ration card voor goedkoop voedsel gekregen en een stemkaart. ‘Maar ik wil meer: een fatsoenlijk huis met licht en water. Ik verdien nu zestig roepies (85 cent) per dag, soms iets meer. Ik kom daarmee niet rond, het is voor iedereen hier een probleem. Soms ga ik naar bed met niets dan water in mijn maag.’

van hun werkgever hogere lonen omdat zij zien dat het kan, of spelen met het idee om zelf een coöperatieve groeve op te richten. De arbeiders in de coöperatie zeggen ook dat hun idee over het lenen van geld (bijvoorbeeld bij ziekte, of voor een bruiloft of crematie) is veranderd. De arbeiders uit de coöperatie kunnen geen geld lenen van hun werkgever, want die hebben ze niet. Maar, zeggen zij, ze zouden ook niet meer op die manier afhankelijk willen worden. Ze investeren het geld dat ze verdienen met hun werk in de groeven nu in vee. Als ze opeens veel geld nodig hebben, verkopen ze daar gewoon wat van.


  Vakbonden en scholen

Voor migranten is een coöperatieve groeve niet altijd een optie. Zij hebben meer baat bij het oprichten van een vakbond. Santulan is een van de vele lokale ontwikkelingsorganisaties die groeve-arbeiders daarbij helpt. Hun opzet is om mijnwerkers in de deelstaat Maharashtra te ‘organiseren’. In eerste instantie in commissies waarin ze over hun problemen, en mogelijke oplossingen daarvoor, kunnen praten. Vaak ontstaan uit deze commissies kleinschalige vakbonden. ‘Door de vakbonden zijn de migrantenarbeiders niet meer zo bang voor de eigenaar – niet zelden een lokale politicus of iemand met zeer korte lijntjes naar de politiek – en voor de lokale bewoners’, aldus Bastu Rege, directeur van Santulan. ‘Ze worden meer gehoord door de lokale politiek, omdat ze nu een stemkaart hebben en hun stem kunnen uitbrengen. Ook worden ze beter behandeld door de groeve-eigenaren. Bij ongelukken moeten de eigenaren nu onderhandelen met de familie, want als daar niets uitkomt wordt het door de vakbond hogerop gebracht. Eerder gebeurde er in zo’n geval gewoonweg niets.’
Ook worden er vaak scholen voor de kinderen van de arbeiders opgericht, omdat kinderarbeid ook door de groevewerkers als een groot probleem wordt gezien en ze hun kinderen liever een opleiding zien volgen. Santulan heeft inmiddels scholen opgericht in twaalf districten in Maharashtra, waar bijna drieduizend kinderen voltijds onderwijs krijgen. Doordat de kinderen de hele dag op school zijn kunnen ze daarnaast niet werken in de groeve. ‘De regering erkent onze scholen nu. Dat is een groot succes, want het zorgt ervoor dat leerlingen naar het reguliere onderwijs kunnen doorstromen’, aldus Rege. Door hun kinderen naar school te sturen, hopen de arbeiders dat hen een hard leven in de groeven bespaard wordt.

xxx



terug
Duurzame Natuursteen
HOME Landelijke India Werkgroep
tijdschrift INDIA NU
Landelijke India Werkgroep - 28 januari 2010