print terug

PERSVERKLARING

27 januari 1987



Aanstelling van mevr. E. Schoo als ambassadeur in New Delhi


De Landelijke India Werkgroep vermoedt dat de eventuele aanstelling van mevrouw Schoo als ambassadeur in New Delhi te maken heeft met de inspanningen van mevr. Schoo als Minister van Ontwikkelingssamenwerking, ten behoeve van het Nederlandse bedrijfsleven, zoals bijvoorbeeld het Gangesprojekt.
Tijdens haar ambtsperiode als minister heeft mevr. Schoo zich een sterk voorstander getoond van het Wereldbankbeleid, dat inhoudt het opengooien van de ekonomie voor westers kapitaal en westerse technologie. Dit beleid heeft echter in de afgelopen jaren geen goede resultaten afgeworpen voor de Indiase bevolking: de werkgelegenheid is bijvoorbeeld alleen maar afgenomen en de betalingsbalans is verslechterd.

India is een van de weinige Derde Wereldlanden die voor de internationale handel erg interessant blijft. Met de benoeming van ex-Minister Schoo hoopt de Nederlandse regering haar handelsbelangen in India veilig te stellen. De belangen van het westerse bedrijfsleven stroken in veel gevallen niet met de nationale planekonomie van India en met de belangen van de Indiase bevolking.

Het verbaast ons dat in dit geval afgeweken wordt van de gewoonte om een diplomaat aan te stellen als ambassadeur en vrezen dat de benoeming van een politicus als mevr. Schoo, gezien haar opstelling gedurende de laatste 4 jaar, bedoeld is om binnendringen van het Nederlandse bedrijfsleven in de Indiase ekonomie te bevorderen ten koste van de Indiase bevolking. Dit vindt de Landelijke India Werkgroep een zorgwekkende ontwikkeling.


Landelijke India Werkgroep - 25 juni 2004