print terug
juni 2007


KINDERARBEID IN TIJDEN VAN CRISIS IN DE THEE-INDUSTRIE IN INDIA


Het Indiase Ministerie van Arbeid (The Union Labour Ministry of India) verklaarde op 6 juni jl. op grond van haar Occupational Wage Survey dat er geen kinderarbeid meer voorkomt op de thee-, koffie- en rubberplantages in India. Dat staat in schril contrast met de resultaten een recent voor de Landelijke India Werkgroep geschreven artikel over de theeplantages waarin op grond van tal van bronnen het omgekeerde wordt aangetoond.

Crisis in de theesector
India behoort tot de top van de wereld als het gaat om de productie van thee. Dit is nog altijd zo, ondanks een enorme teruggang in de theeproductie sinds 1997-1998 en ondanks het feit dat de theeplantages in India te maken hebben met een diepe crisis wat betreft de waarde van de thee op de internationale exportmarkt.
Deze crisis heeft enorme gevolgen voor de werknemers. Hun inkomsten zijn drastisch omlaag gegaan en veel plantages werden gesloten. De werknemers moesten de plantages veelal verlaten zonder een cent op zak, en verloren de toegang tot de gezondheidszorg en onderwijs voor hun kinderen.
Al snel verschenen berichten in de media over onrust, ondervoeding en zelfs hongerdoden onder de werknemers. Uitbuiting van werknemers door extreem lage lonen of zelfs helemaal geen loon waren en zijn aan de orde van de dag. Ook wordt veel kinderarbeid en kinderhandel gemeld, met name in de deelstaat West Bengalen. De afgelopen jaren is de migratie van vrouwen en kinderen van de theeplantages naar de deelstaten Haryana, Punjab en New Delhi sterk toegenomen. De crisis heeft een toename veroorzaakt in de handel in meisjes die van de plantages worden geronseld of ontvoerd. Diverse onderzoeken benoemen de volgende gevolgen van de crisis in de theesector voor de werknemers:
- het verlaten en sluiten van plantages;
- sterk verlaagde lonen en uitstel van loonbetaling;
- verslechtering van leefomstandigheden;
- toename van onzekerheid op enig werk;
- verlies van sanitaire voorzieningen,gezondheidszorg en onderwijs;
- toename in ondervoeding en sterfte door honger;
- toename pesterijen en discriminatie tribale gemeenschappen.

Kinderarbeid op theeplantages
Kinderen en vrouwen vormden toch al de meest kwetsbare categorieën binnen de economie van de theeplantages. Ondanks de voorschriften van de Plantation Labour Act (PLA) – zoals medische faciliteiten, crčches, onderwijs, gesubsidieerd voedsel – was het leven van vrouwen en kinderen op plantages al niet om vrolijk van te worden. Dat komt door een gebrekkige uitvoering van en toezicht op de uitvoering van de PLA. De PLA voorziet ook niet in een verbod op kinderarbeid. Zowel kinderen tussen 12 en 15 jaar als jongeren van 15-18 jaar mogen volgens de PLA op de theeplantages werken. Terwijl de Child Labour (Prohibition and Regulation) Act van 1986 kinderarbeid onder de 14 jaar verbood in mijnen en andere gevaarlijke arbeidsectoren, heeft het nooit kinderarbeid op de plantages verboden Volgens de wet mogen kinderen onder de 14 jaar en jong volwassenen onder de 18 jaar 27 uur per week op de theeplantages werken! Een rapport van de National Campaign on Labour Rights schat het aantal kinderarbeiders op 10 procent van het totaal aantal werknemers op theeplantages.
De van de algemene norm afwijkende officiële definitie van kinderarbeid op theeplantages verklaard wellicht deels waarom het Ministerie van Arbeid waarom de plantages officieel ‘vrij van kinderarbeid’ zijn.

Onderwijs
Historisch gezien werden kinderen geboren op een theeplantage gezien als een toekomstige thee-arbeiders. Onderwijs werd daarom niet aangemoedigd. De meeste theeplantages in oost India hebben alleen voorzieningen voor een paar jaar lager onderwijs, terwijl de kinderen op plantages in Zuid India meestal naar scholen buiten de plantages moeten. Slechts een handjevol planters en plantage-eigenaren voorziet in transport naar middelbare scholen. Daarom is deelname aan onderwijs en dus ook het alfabetisme op plantages altijd extreem laag gebleven.
Er is geen beroepsonderwijs en er zijn geen technische opleidingsinstituten beschikbaar voor studenten van theeplantages. Er zijn dus weinig mogelijkheden zijn voor de kinderen van plantages voor hoger onderwijs of training van vaardigheden en weinig zicht op alternatief werk. Crisis of geen crisis, de kinderen blijven sterk afhankelijk van de planters voor de mogelijkheden tot onderwijs.

Arbeid van theeplantagekinderen buiten de plantages door crisis
De crisis in de theesector heeft een uittocht van de plantages teweeg gebracht. Arbeiders migreerden op zoek naar andere mogelijkheden. Ook de enorme aantallen school ‘drop-outs’ en niet naar school gaande kinderen van plantages, in de leeftijden 11-14 jaar, hebben geen ander alternatief dan op zoek te gaan naar werk buiten de plantages. De crisis veroorzaakte dat dramatisch veel kinderen die onderwijs volgden, hiermee stopten. De transportkosten naar school werden tijdens de crisis relatief te duur en daarnaast gingen ze hun ouders helpen die geld probeerden bij te verdienen door bijvoorbeeld stenen kappen. Of door huishoudelijk werk op zich te nemen of door mee te helpen met stenen kappen.
Sinds de theecrisis werken veel kinderen van theeplantagearbeiders als huishoudelijke hulp. Vooral in Kerala vindt dit veel plaats. Ook gaan veel meisjes van de plantages nu werken in Gujarat in de verwerking van vis.

Conclusie
Als de thee-industrie vandaag ontkent dat ze gebruik maakt van kinderarbeid, dan betekent dat a. dat de waarheid ontkend wordt of b. dat kinderen van theeplantages – en dat is zeker deels het geval - elders als kinderarbeider werken.
De ‘enclave structuur’ van de theeplantages waar werknemers met handen en voeten aan zijn gebonden industrie in India brengt ook kinderen in een kwetsbare situatie. Zij zijn niet of laag opgeleid, zonder vaardigheden met weinig tot geen andere mogelijkheden dan al als kind te gaan werken, op de theeplantage dan wel daarbuiten. Het enig nogal wrange lichtpunt van de huidige theecrisis is wellicht dat het mogelijk de oude, koloniale structuur op de plantages helpt doorbreken. In de toekomst geeft het de ‘plantage-kinderen’ wellicht door migratie naar elders nieuwe mogelijkheden.

Dit artikel is gebaseerd op het voor de Landelijke India Werkgroep geschreven document ‘Child labour in Indian tea production in times of crisis’ van Souparna Lahiri dat binnenkort is te vinden op deze website (www.indianet.nl).


Landelijke India Werkgroep
Mariaplaats 4e, 3511 LH Utrecht, tel. 030-2321340; www.indianet.nl


Landelijke India Werkgroep - 15 juni 2007