Landelijke India Werkgroep


Publicaties LIW en Stop Kinderarbeid geven voeding aan Kamermoties

Kamer vraagt actie van Minister Ploumen voor schone kleding en sociaal overheidsinkopen


14-7-2014

Op 2 juli – tijdens de laatste dag voor het reces van de Kamer – zijn door Kamerlid Voordewind twee moties ingediend waarin publicaties van de Landelijke India Werkgroep (LIW) en de coalitie Stop Kinderarbeid worden genoemd. De eerste motie gaat over het plan van aanpak van de kledingindustrie om structurele schending van arbeids- en mensenrechten tegen te gaan. De motie noemt onderzoek van de LIW en FNV Mondiaal. Daaruit blijkt dat in de Zuid-Indiase kledingindustrie circa 100.000 jonge kinderen en tienermeisjes worden uitgebuit en dat bedrijven die daar inkopen niet vertellen of en zo ja wat ze daar aan doen. De motie vraagt om 100% actieve en zichtbare deelname van kledingbedrijven aan verbeterprojecten en ketentransparantie.
Minister Ploumen deelt de strekking van de motie, maar wil nog met de (kleding)sector in overleg over de timing. De motie is daarom aangehouden en komt in een later stadium – al dan niet gewijzigd – weer ter stemming in de Kamer.

De tweede motie gaat over de sociale en mensenrechtencriteria voor duurzaam inkopen. Daarin staat onder meer dat de Toolkit Kinderarbeidvrij inkopen door overheidsinstanties van Stop Kinderarbeid een goed hulpmiddel is voor de overheid. De indiener van de motie wil dat de sociale criteria bij duurzaam inkoppen beter en effectiever worden toegepast en dat deze ook worden gestimuleerd bij andere overheden zoals gemeenten en provincies. Voordewind vraagt Minister Ploumen daarin ‘het voortouw te nemen’.
Minister Ploumen verwijst in haar reactie naar een evaluatie van het duurzaam-inkoopbeleid dit najaar. Zij vraagt Voordewind ook ‘deze motie aan te houden en de evaluatie af te wachten, want hij zou zomaar op zijn wenken bediend kunnen worden.’ Ook dat komt dus terug in de Kamer.


De volledige tekst van de moties en de reactie van Minister Ploumen:



Motie 1

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De Kamer,
gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Nederlandse kledingsector in zijn plan van aanpak stelt dat hij de structurele schending van arbeids- en mensenrechten in de sector gaat aanpakken, maar dat het actieplan mikt op 50% ondertekening van deelname aan het project;

overwegende dat volgens onderzoek van FNV Mondiaal en de Landelijke India Werkgroep over uitbuiting en gebonden arbeid van circa 100.000 jonge kinderen en tienermeisjes in de Zuid-Indiase kledingindustrie blijkt dat de meeste Nederlands kledingbedrijven niet of nauwelijks inzicht geven in hun aanpak van dit structurele probleem;

verzoekt de regering, bij de brancheorganisaties in de kledingsector aan te dringen op 100% actieve en zichtbare deelname aan verbeterprojecten en om ketentransparantie van kledingbedrijven als voorwaarde te stellen voor een succesvolle uitvoering van het Plan van Aanpak,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 181 (26485).



Motie 2

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De Kamer,
gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het Nationaal Actieplan bedrijfsleven en mensenrechten aangeeft dat het duurzaam inkoopbeleid van de Nederlandse overheid ten aanzien van sociale criteria en mensenrechtencriteria in de consultaties negatief wordt beoordeeld en dat volgens SOMO blijkt dat de Sociale Voorwaarden onvoldoende worden toegepast;

overwegende dat een effectief sociaal verantwoord inkoopbeleid leidt tot verbetering van arbeids- en mensenrechten in productieketens van toeleverende bedrijven;

overwegende dat een eenduidige set criteria voor de sociale voorwaarden bij het inkoopbeleid nodig is, waarbij de OESO-Richtlijnen en de "UN Guiding Principles on Business and Human Rights" leidend moeten zijn;

overwegende dat de "Toolkit Kinderarbeidvrij inkopen door overheidsinstanties" een goed hulpmiddel is voor de overheid;

verzoekt de regering dan ook, met alle betrokken ministeries tot een verbeterde en effectieve toepassing van de sociale criteria en mensenrechtencriteria in het inkoopbeleid te komen en een eenduidige toepassing van de Sociale Voorwaarden te stimuleren bij de decentrale overheden en medeoverheden;

verzoekt de regering tevens, de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hierbij het voortouw te laten nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voordewind en Van Ojik. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 182 (26485).



Reactie Minister Ploumen

De motie op stuk nr. 181 van de heer Voordewind vind ik sympathiek. Ik wil de heer Voordewind echter vragen of hij de motie wil aanhouden. Ik weet dat de kledingsector ook streeft naar 100%, maar dat het vooral gaat om de vraag op welke termijn dat realistisch is. De strekking van de motie deel ik dus, maar ik vind het goed om even met de sector in overleg te gaan over de timing.

Ik kom bij de motie op stuk nr. 182 van de heer Voordewind. Er komt dit najaar een evaluatie van het duurzaam-inkoopbeleid. Dat is niet in de eerste plaats mijn verantwoordelijkheid, maar die van anderen. Ik vraag de heer Voordewind daarom om ook deze motie aan te houden en de evaluatie af te wachten, want hij zou zomaar op zijn wenken bediend kunnen worden. Goed dat hij die wenk nog even specifiek verwoord heeft.




Landelijke India Werkgroep - 14 juli 2014