terug
Onderstaand artikel is gepubliceerd in: Nederlands Dagblad, 18-11-2004      

'Geen camera's in elke weverij'

door:
Rinder Sekeris

AMSTERDAM - De een ziet het als een onvermijdelijk kwaad, voor de ander is een blik op het bonnetje van een T-shirt een tweede natuur geworden. Als het erop aan komt, is bijna iedereen tegen kinderarbeid. Alleen, wat valt eraan te doen?

Op de zesde 'Dag van het ethisch beleggen' presenteerde de maatschappelijk betrokken ASN Bank een onderzoek naar de mening van 'de' Nederlander over kinderarbeid. De stelling dat deze vorm van werk altijd en overal verboden zou moeten worden, wordt door 84 procent van de ondervraagden onderschreven. Ouderen zijn het meer met de stelling eens dan jongere mensen.

Wie de sprekers gisteren in De Rode Hoed in Amsterdam beluisterde, kan niet anders concluderen dat het verschijnsel kinderarbeid ambivalente trekken heeft. "Als wij geen T-shirts meer kopen, is het opgelost: dat is een illusie", verkondigde bijzonder hoogleraar G. Lieten (UvA).

"Wij eisen producten uit alle delen van de wereld. Wij vinden dat de markt zijn werk moet doen, zolang de negatieve gevolgen ons maar niet treffen", bracht ASN-directeur E. Goudswaard te berde.

"De mythe dat kinderen wel moeten werken omdat er anders geen gezinsinkomen is, is een mythe die ontzettend schadelijk is voor de werkelijkheid. De norm moet zijn dat kinderen op school horen", meent G. Oonk van de Landelijke India Werkgroep.

En adjunct-directeur van Ikea Nederland A. Martens stelde: "Natuurlijk zijn we als bedrijf tegen kinderarbeid. We kunnen alleen niet voor honderd procent garanderen dat aan onze producten geen kinderarbeid te pas is gekomen. We kunnen controleren, dat doen we ook, maar we hebben geen camera's in elke weverij."

Wereldwijd moeten 246 miljoen kinderen tussen 5 en 17 jaar oud elke dag voor een hongerloontje aan de slag, meestal meer dan 14 uur per dag. Het grootste deel van hen, 171 miljoen kinderen, verricht daarbij zeer gevaarlijk werk, terwijl 145 miljoen kinderen ook na een (gedeeltelijke) werkdag helemaal niet naar school gaan. Zo'n 6 miljoen kinderen doen dwang- of slavenarbeid, zo spreken cijfers van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Het kan niet anders of daarvan profiteren ook Westerse multinationals, denkt een meerderheid (60 procent) van de Nederlanders. Als men zeker weet dat een product niet door kinderhanden is gegaan, wordt eerder tot aanschaf overgegaan, laat driekwart van de ondervraagden meteen daarop volgen. Maar lost die houding iets op?

Lieten betwijfelt dat. "De kritische consument bepaalt niet de markt. Er zijn kinderen die moeten werken, die maken een tapijtje en dat koop ik dan. Ik lig er niet wakker van", poneerde de hoogleraar. Simpelweg 'afscheid' nemen van het probleem kinderarbeid door er verre van te blijven, is geen oplossing, wil Lieten maar zeggen. "Toen Unilever een paar jaar geleden in opspraak kwam omdat het zaken deed met een katoenbedrijf in India waar kinderen werkten, zei men dat men toch al de banden met die onderaannemer wilde verbreken. Dat is ook gebeurd, ze hebben dat bedrijf verkocht. Maar dat is een minimale reactie. Het is niet gezegd dat daarmee de belangen van die kinderen en van dat gebied zijn gediend. Wat zo'n grote multinational had moeten doen, is een aanvullend programma opzetten voor scholing, huisvesting en verbetering van de arbeidsomstandigheden. Als je ergens goed verdient, kun je daar ook in investeren."

Waar het volgens Lieten bij veel bedrijven aan ontbreekt, is een adequaat controle-mechanisme. "Men heeft vaak wel een gedragscode, maar daarin blijft het meestal bij de zin 'Wij maken geen gebruik van kinderarbeid'. Of dat ook wordt nageleefd, controleert men dan zelf. het zou beter zijn als de controle wordt gedaan door een onafhankelijke organisatie."

Ook Ikea ervaart de dilemma's rond kinderarbeid. Het Zweedse woonwarenhuis is in het verleden beticht van verkoop van door kinderen gemaakte producten. Er ontstond ophef en het bedrijf toonde zich geschrokken. Maar dat heeft er niet toe geleid dat de banden met onderaannemers die kinderen gebruiken worden doorgesneden. Martens: "We proberen de afspraken die in het land gelden te volgen. Verbetering komt met kleine stappen. We geven leveranciers de kans om zaken te verbeteren. Geef je ze die kans niet, dan gebeurt er niets."



terug

LIW IN 'T NIEUWS

KINDERARBEID & ONDERWIJS

VERANTWOORD ONDERNEMEN

HOME Landelijke India Werkgroep

Landelijke India Werkgroep - 24 november 2004