door: Mark van Assen
Halsstarrige houding
Geniepig India speelt de bitch van de wereld
Het favoriete
woord van
India bij
internationale
kwesties is nahi.
Nee. Ze zeggen
het tegen vrijwel
alles.
Hou op, schei uit. Gerard Oonk weet
precies hoe het Indiase ‘nee’ klinkt.
Hij hoort het al zeven jaar. Oonk is
directeur van de Landelijke India Werkgroep,
en is al die tijd niet meer
in India geweest. Hij krijgt geen visum.
Zijn werkgroep maakt zich onder
meer sterk voor de Dalits, de Indiase
kastelozen. Dat zijn ruim 150
miljoen mensen die buiten de maatschappij
staan. ‘India vindt dat het
buitenland zich daar niet mee moet
bemoeien’, zegt Oonk. ‘Dus ja.’
De kwestie is deze. India weigert
categorisch om in de Mensenrechtenraad
van de VN, waarin het zelf
ook zitting heeft, te praten over de
kastelozen. ‘Elk ander land vindt dat
deze problematiek valt onder het
anti-racismeverdrag. Het gaat hier
ten slotte om discriminatie op basis
van afkomst. Maar India zegt: nee, dit
is geen racisme. Dus het wil er niet
over rapporteren en al helemaal niet
over praten. Wij zijn een democratie,
hoor je dan steeds.’ Dat Indiase ‘nee’
klinkt veel vaker. Tegen het VN-verdrag
tegen foltering uit 1984 bijvoorbeeld.
Het is wel getekend, maar niet
geratificeerd. India, de grootste democratie
ter wereld, bevindt zich hier
in het illustere gezelschap van onder
meer Soedan, Iran, Irak en Birma.
Obstinate houding
Klimaat? Nahi. India weigert om zich
vast te leggen op bijvoorbeeld afspraken
over de uitstoot van broeikasgassen.
Het hoort samen met Brazilië,
Rusland en China tot de grote nieuwe
economieën en het zou dus een slok
op een borrel schelen als het mee zou
doen. ‘Maar ze doen het niet. En ik
snap het ook nog’, zegt Susanne Kamerling,
India-deskundige van instituut
Clingendael. ‘De westerse economieën
hebben twee eeuwen op
volle toeren gedraaid, dus waarom
zouden wij ons nu inhouden, is de
redenering. Begrijpelijk, maar weinig
constructief.’
India heeft ook al een paar keer keihard
‘nee’ gezegd tijdens internationale
overlegrondes van de Wereldhandelsorganisatie.
Sterker: samen
met de VS zorgde het ervoor dat de
laatste Doha-ronde een mislukking
werd. ‘India is pas bereid zijn grenzen
open te gooien als de VS dat ook
doen’, zegt Roos van Os van de Coalitie
voor Eerlijke Handel. ‘Alle landen
van de WHO sturen een minister,
maar als die twee er niet uitkomen,
ligt er geen akkoord. Zo machtig is
India dus. En het begrijpt goed hoe
dit spel gespeeld moet worden.’
Volgens Van Os probeert de Europese
Unie de laatste jaren om vrijhandelsverdragen
met India te sluiten.
‘En er is zeker vooruitgang. Maar zo
gauw de EU er zogenoemde no trade
concerns aan wil koppelen, zoals
mensenrechten of milieu, dan gaat
de deur dicht. India beroept zich in
die gevallen steeds op zijn soevereiniteit.’
Dan is er het non-proliferatieverdrag.
Dat is ondertekend en geratificeerd door 189 landen. Het is bedoeld
om verspreiding van kernwapens tegen
te gaan, landen die ze wel hebben
te laten ontwapenen en er op toe te
zien dat kernenergie voor vreedzame
doeleinden wordt gebruikt. India en
aartsvijand Pakistan, allebei kernmachten,
zijn de enige landen die
niet ondertekend hebben. Ze vertikken
het. ‘En dat’, zegt Susanne Kamerling
van Clingendael, ‘terwijl het
hier gaat om de belangrijkste nucleaire
grens in de wereld.’ De twee hebben
al een paar keer op het punt gestaan
elkaar met kernkoppen te
bestoken. Of in elk geval hardop geroepen
dat ze dat wilden doen.
Kamerling ziet twee redenen voor het
gedrag van India. Ten eerste voelt het
land zich bedreigd, en dan met name
door China. Dat is groter en sterker,
en gaat op dit moment een stuk sneller.
‘India loopt de achterstand snel
in, maar toch. Ten tweede heeft India
last van een oude reflex. In de jaren
zestig was het een van de oprichters
van de Organisatie van Niet-gebonden
Landen, samen met Egypte, Indonesië
en Joegoslavië. Ze waren
bang om meegesleurd te worden in
de Koude Oorlog, en vormden zo een
derde blok, naast de Sovjet-Unie en
de VS.’ Die onafhankelijke opstelling
blijft India nog steeds zoeken, meent
Kamerling. Al is dat volgens haar niet
altijd de beste optie. ‘Het aangaan
van allianties kan soms best slim zijn.
Gelukkig zien we ook wel dat India
dat probeert. Het wil duidelijk af van
die oude reflex.’
|