Onderstaand artikel is gepubliceerd door Ravage, 20-5-2011
(website www.ravagedigitaal.org)


Uitbuiting India voor westerse kleding


AMSTERDAM, 20 MEI 2011 - Europese en Amerikaanse bedrijven laten meisjes onder erbarmelijke omstandigheden kleding maken in India. Dat stellen SOMO en de Landelijke India Werkgroep (LIW) in een rapport dat vrijdag is verschenen.

Ruim twintig kledingmerken uit Europa en de VS doen zaken met textielfabrieken in de Zuid-Indiase deelstaat Tamil Nadu. Het gaat om vier grote Indiase geďntegreerde producenten: Eastman, SSM India, Bannari Amman en KPR Mill. Zij leveren onder meer aan C&A, Diesel, Tesco, Marks & Spencer, Primark, Tommy Hilfiger en Zara.

Volgens het rapport Captured by Cotton van SOMO en LIW maken de fabrieken gebruik van tienermeisjes. De fabrieken werven hen met de belofte van een goed loon, een comfortabele accommodatie en –de grootste lokker– een aanzienlijke som geld van tussen de 400 en 800 euro als ze hun driejarig contract hebben uitgediend. In werkelijkheid blijkt de beloofde bonus om ingehouden loon te gaan en hebben verschillende tienermeisjes nooit de som geld gekregen waar ze recht op hadden, ondanks het feit dat ze de drie jaar hadden uitgediend.

Ook op andere vlakken blijken de arbeidsvoorzieningen voor de tieners ver onder de maat te zijn. Hun bewegingsvrijheid is zeer beperkt: bewakers houden steeds een oogje in het zeil. De meisjes wonen verplicht op slaapzalen, vaak op het terrein van de fabriek. In hun vrije tijd mogen ze het terrein niet verlaten, kunnen ze slechts sporadisch naar huis bellen en krijgen geen kans contact te maken met vakbonden of andere maatschappelijke organisaties. De lonen zijn beneden het wettelijk minimumloon, er is sprake van buitensporig veel overwerk, gebrek aan privacy, ongezonde en onveilige arbeidsomstandigheden en er zijn geen mogelijkheden om klachten in te dienen etc.

Het gaat om ongeveer 9.000 meisjes die in de fabrieken werken. Dit zijn voornamelijk Dalit -kasteloze meisjes- die via het ‘Sumangali Scheme’ met valse beloften gestrikt zijn. Sumangali betekent getrouwde vrouw en is van toepassing op de hoge bonus die de meisjes na drie jaar krijgen. Die wordt veelal gebruikt voor de bruidschat die van groot belang is voor Indiase vrouwen om te kunnen trouwen. Vanwege de zware werkomstandigheden kunnen veel meisjes hun driejarig contract niet uitdienen waardoor ze in veel gevallen hun bruidsschat mislopen.

Diverse overheden, NGO's en bedrijven hebben het Sumangali systeem als onacceptabel bestempeld. De gedragscodes van westerse kledingmerken veroordelen zo'n arbeidsregime ten strengste, maar in de praktijk blijkt dat westerse bedrijven veelvuldig zaken doen met deze fabrieken. Volgens C&A is dit systeem -om meisjes met een 'bruidsschat' te lokken- niet te vermijden bij contact met kledingfabrieken in India. Dit Nederlandse bedrijf heeft de afgelopen jaren orders geplaatst bij drie omstreden fabrieken in India. Bij één daarvan, Eastman, zou er echter geen enkel bewijs zijn gevonden van uitbuiting.

Een aantal bedrijven zet zich in voor verbeteringen, maar uitbuiting komt desondanks nog veelvuldig voor. SOMO en LIW hebben hun bevindingen voorgelegd aan de onderzochte bedrijven. Verschillende van hen hebben niet gereageerd. Andere bedrijven -waaronder C&A, Bestseller, Primark en Tesco- hebben aangegeven de uitwassen van het Sumangali Scheme en overige arbeidsrechtenschendingen gezamenlijk te willen aanpakken. Volgens de onderzoekers hebben de genoemde bedrijven veelbelovende verklaringen uitgegeven maar is het zicht op concrete, tijdgebonden acties nog onvoldoende.


terug LIW in de pers Verantwoord Ondernemen HOME Landelijke India Werkgroep


Landelijke India Werkgroep - 23 mei 2011