terug
Uit: India Nu 85 (jul-aug 1993)


Arunachal Pradesh

'Land van de rijzende zon'



De noordoostelijke hoek van India is voor buitenlanders een moeilijk toegankelijk gebied. Arunachal Pradesh spant daarin de kroon. Tot voor kort kwam je er als toerist niet binnen. Een tocht in die deelstaat maakte een ding duidelijk: Arunachal neemt een heel aparte positie in binnen India.


Arunachal ligt boven Assam, tegen China (Tibet) aan en wordt geflankeerd door Bhutan en Birma. Een ligging van groot geostrategisch belang.
In 1962 viel China Arunachal binnen om een deel van het grondgebied in te palmen. De grensoorlog was van korte duur, China werd verplicht de aftocht te blazen. Dit grensgeschil vertroebelde de relaties met China aanzienlijk. Het is medeverantwoordelijk voor het feit dat Arunachal tot dusver hermetisch afgesloten bleef voor buitenlands toerisme. Zelfs Indiërs uit andere deelstaten hebben een 'inner line permit' nodig als ze naar Arunachal Pradesh willen. Arunachal was eigenlijk altijd een moeilijk toegankelijk en geïsoleerd gebied, alleen al vanwege het bergachtige landschap. Ook de Britten, die vanaf de 18e eeuw tot 1947 een stevig koloniaal imperium in India hadden opgebouwd, interesseerden zich nauwelijks voor Arunachal. Ze vonden het overbodig er een uitgebreide troepenmacht te stationeren. De grillige, bergachtige natuur sloot een gezamenlijke opstand van de inheemse volkeren ('scheduled tribes' of 'tribals') tegen de Britten zo goed als uit. De inheemse volkeren hadden onderling nauwelijks oontact. Zo nu en dan lagen ze echter met elkaar in de clinch.


Slechts een handjevol mensen

Arunachal is ongeveer 84.000 km2 groot (ruim twee maal zo groot als Nederland) en heel dun bevolkt: nog geen 860.000 inwoners. De bevolking bestaat uit twintig inheemse volkeren, voornamelijk van mongoloïde oorsprong. Ze spreken elk een verschillende taal (o.a. Tibeto-Birmaans), hebben hun eigen religie, zang en dans en kunnen er totaal andere gewoontes en gebruiken op nahouden. Elk volk is onderverdeeld in clans en subclans, waarbij doorgaans een taboe rust op huwelijken tussen leden van dezelfde (sub)clan.
Omdat er in Arunachal zoveel verschillende talen worden gesproken, geeft men in de scholen alleen les in het Engels en het Hindi, de twee nationale talen van India.
Ik gebruik opzettelijk niet de term 'Adivasi' voor de bewoners van Arunachal, omdat dit begrip in het noordoosten zeker niet alle inheemse volkeren dekt. 'Adivasi' wordt in deze streek heel specifiek gebruikt voor de geïmporteerde 'gastarbeiders' uit Bihar, Orissa, de Chotanagpur-streek. Zij werden in de vorige eeuw en begin deze eeuw aangevoerd door de Britten om in de theeplantages in Assam te werken. De lokale bevolking konden de Engelsen namelijk niet strikken voor dergelijke slavenarbeid. Ook nu nog worden deze Adivasi-immigranten aangetrokken voor ondermeer werk in de bouwnijverheid en de wegenaanleg.


Sinds 1987 volwaardige deelstaat

Arunachal is pas sinds 1987 een volwaardige deelstaat met eigen parlement en regering. De Congress-I is de enige partij van betekenis en oppositie bestaat er nauwelijks. Een artikel in India Today (30/11/92) opent met het volgend raadseltje: "Welke 'chief minister' is bigamist, regeert zonder enige oppositie en zit al langer in het zadel dan Jyoti Basu van West-Bengalen?" U raadt het: niemand minder dan Gegong Apang van Arunachal.
De pers is Apang gunstig gezind. Geen wonder, want de twee kranten die Arunachal rijk is, worden door zijn familie en de overheid gerund. Arunachal en zijn politieke leiders is een non-item in de nationale kranten. Overigens zijn nationale kranten als The Times of India of Indian Express nauwelijks te vinden in Arunachal. En als je ze al tegenkomt, zijn ze steevast een paar dagen oud. Dit versterkt weer het gevoel van isolement. Het is zo goed als onmogelijk om de actualiteit in de rest van India op de voet te volgen, tenzij via radio of televisie. Maar deze mediakanalen zijn in Arunachal nu juist weer in heel beperkte mate aanwezig.


Geld als zoethouder?

Met Delhi, de centrale regering, onderhoudt Arunachal een soort haat-liefde verhouding. Enerzijds voelen de mensen van Arunachal zich duidelijk anders dan de overige Indiërs, vanwege hun totaal verschillende cultuur, taal en religie. Voelen ze zich eigenlijk wel 'Indiër'? Het is vanuit dit oogpunt begrijpelijk dat ze een zo groot mogelijke autonomie ten zeerste waarderen.
Anderzijds is Arunachal economisch sterk afhankelijk van Delhi. Inkomsten uit directe belastingen zijn verwaarloosbaar. De staatskas van Arunachal wordt dus hoofdzakelijk gespekt vanuit de centrale pot. Die uitzonderlijke gulheid van Delhi dient wellicht als zoethoudertje en als stimulans om de fragiele en vrij kunstmatige band tussen deelstaat en centrum te versterken.


Afweermechanismen tegen outsiders

In de deelstaatregering en -parlement zetelen enkel vertegenwoordigers van de inheemse gemeenschappen. Dat is niet toevallig. Het maakt deel uit van een doelbewuste strategie om de inheemsen te beschermen. In verkiezingen kunnen outsiders wel stemmen, maar mogen zelf geen kandidaat zijn. Dit alles om te verhinderen dat de inheemsen in een mum van tijd onder de voet worden gelopen door mensen die qua opleiding en ervaring een grote voorsprong hebben. Het onderwijs in Arunachal is namelijk pas sinds een jaar of twintig goed op gang gekomen.
Overigens hebben de 'tribals' ook in andere deelstaten in het noordoosten van India - waar ze numeriek in de meerderheid zijn - een doorslaggevende stem in parlement en regering (bijvoorbeeld Nagaland, Meghalaya, Mizoram). Dit in tegenstelling tot de inheemsen in de rest van India, die als minderheid doorgaans aan het kortste eind trekken. De tribalen in Arunachal stippelen dus in grote mate zelf hun beleid uit.
Toch is er ook een duidelijke inmenging van buitenaf, alleen al vanwege het feit dat bepaalde onderwerpen tot de bevoegdheid van de centrale regering behoren. Daar heeft men het in Arunachal wel eens moeilijk mee. Verder werd de nieuwbakken administratie in 1987 bij gebrek aan opgeleid personeel noodgedwongen grotendeels 'geïmporteerd' uit de rest van India. Deze ambtenaren kunnen daardoor een stevige stempel drukken op het beleid. Hun jarenlange ervaring in de administratie, het feit dat ze vloeiend Engels spreken en vertrouwd zijn met het ambtenarenjargon, bezorgt hen een zekere machtspositie.


Democratie en slavernij

De afstand tussen politici en het volk is heel klein, dit in tegenstelling tot de rest van India. Het is heel goed mogelijk dat een willekeurige boer 's morgens om vier uur de slaapkamer van een minister komt binnengestoven om zijn grieven te uiten.
Op dorpsniveau heeft een raad van ouderen het voor het zeggen. Maar als één van die ouderen hardnekkig een afwijkend standpunt blijft verdedigen, moeten de overigen zich daarbij neerleggen. De meerderheid kan haar mening dan niet doordrukken. Het is duidelijk dat deze vorm van democratie soms verlammend kan werken.
Toen de antropoloog C. Von Fürer-Haimendorf in de veertiger jaren het gebied bezocht bleek de Apatani- en Nishi-gemeenschap opgedeeld in meesters en slaven. De slaven waren leden van andere volken die na een treffen als krijgsgevangenen werden meegenomen. Bij de Nishi's kon je als slaaf je vrijheid terugverdienen en een 'vrijgeboren' meisje huwen. Bij de Apatani's daarentegen konden een opleiding, politiek succes of het verwerven van een behoorlijke economische status het stigma van 'slaaf' niet uitwissen. Zo egalitair was de maatschappij dus ook weer niet.


Animisme-sjamanisme

De inheemsen onderscheiden zich niet alleen door hun taal van de rest van India, maar ook door hun religie, het animisme-sjamanisme. De Nishi's bijvoorbeeld vereren 'donyi polo', de zon en de maan. Beide hemellichamen beschouwen zij als onontbeerlijk voor hun voortbestaan: ze verschaffen licht, warmte en doen planten, bloemen en gewassen groeien. Ze geloven ook in goede en kwade geesten die ze op gezette tijden aanroepen of bezweren. Bepaalde ongunstige situaties worden toegeschreven aan de invloed van een kwade geest. Het is dan aan de sjamaan om te achterhalen waarom die geest kwaad is. Via zoenoffers poogt hij de geest opnieuw gunstig te stemmen. Magie is een heel belangrijk element in de religie van de Nishi's. De sjamaan slaagt er bijvoorbeeld in via magische rituelen een lege pot zomaar met zaaigoed te laten vullen.


Christus of Rama

Het hindoeïsme, waartoe 82% van de Indiërs behoort, heeft in Arunachal nauwelijks ingang gevonden. Niet verwonderlijk als je bedenkt dat tribalen als kastelozen per definitie op de laagste trap van het hindoe-kastensysteem belanden. De hiërarchie van het kastensysteem is vreemd aan de inheemse maatschappij.
Ook het christendom heeft in Arunachal nog niet echt voet aan wal gekregen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Mizoram en Nagaland. De centrale regering acht ondermeer de verspreiding van de christelijke scholen in Nagaland verantwoordelijk voor de daar heersende onrust. Daarom probeert ze de kerstening van Arunachal via allerlei beperkingen tegen te gaan. Zo is het verboden om kerken en christelijke scholen op te richten.
De Ramakrishna Mission daarentegen heeft vrij spel en kan zonder problemen scholen opzetten. De inheemsen voelen dat aan als een verkapte poging om het hindoeïsme binnen te loodsen.
De inheemsen in Arunachal zijn zich bewust van hun anders zijn, maar voelen zich helemaal niet inferieur aan de hindoes. Integendeel, ze zijn erg zelfbewust en staan erop hun typische gebruiken te behouden, zoals bijvoorbeeld het drinken van rijst- of gierstwijn en het eten van vlees. Twee gebruiken die door traditionele hindoes sterk worden afgekeurd.


Geen industrie, overwegend zwerflandbouw

Industrie ontbreekt bijna volledig in Arunachal. Dat verklaart dan ook de opvallende afwezigheid van vervuiling. Het milieu is hier nog vrijwel onaangetast: rivieren waar je zo uit kunt drinken, geen smog, geen zure regen, etc. Geen industrie betekent dus ook dat de inheemsen heel wat zaken uit andere deelstaten moeten invoeren. Maar in de afgelegen 'interiors' zijn de inheemsen, bij gebrek aan communicatiemiddelen, noodgedwongen bijna zelfvoorzienend. Doorgaans zijn de bossen collectief bezit van de gemeenschap en weet men van elkaar waar de grenzen van die bezittingen lopen. Wordt die grens niet gerespecteerd dan kan dat aanleiding geven tot stevige conflicten die soms gewapenderhand worden beslecht.
'Jhumming' of zwerflandbouw wordt door 90% van de bevolking beoefend. Daar is het bergachtige landschap in grote mate voor verantwoordelijk. Het is niet mogelijk om jarenlang hetzelfde stuk grond te verbouwen zoals bij akkerbouw. De erosie op de hellingen verplicht hen regelmatig een nieuw stuk grond te ontginnen. Op de bergflanken zie je tussen de bossen door de kale plekken opduiken, waar aan landbouw wordt gedaan. De 'jhumming' brengt doorgaans genoeg op om samen met de visvangst in de eigen voedselbehoeften te voorzien. Maar dan is er nauwelijks iets over om uitgaven als kleding, onderwijs, medicijnen te bekostigen. Je kunt hier dus van een overlevingseconomie spreken. Hier en daar probeert men over te schakelen op marktgewassen als mandarijntjes, om te exporteren naar de rest van India. Maar de geïsoleerde ligging bemoeilijkt dit in grote mate.


Welke richting gaat Arunachal uit?

Uit gesprekken met een aantal inheemse ministers valt op te maken dat zij resoluut de weg van de 'vooruitgang en modernisering' willen inslaan. Ze willen in eerste instantie degelijk onderwijs voor hun mensen. De alfabetisatiegraad is laag: in 1991 was dat 41%. Verder verwachten ze veel heil van de komst van grote industriële bedrijven. Voor zover mogelijk, dat wil zeggen zolang Delhi hen dat toestaat, proberen zij (buitenlandse) bedrijven te overhalen daar te investeren. Gezien de strategische ligging van Arunachal is Delhi er in ieder geval niet erg happig op om die investeringen te stimuleren. Gebrek aan communicatiemiddelen en energievoorzieningen vormen uiteraard ook belangrijke hinderpalen op de weg naar de industrialisering.
Op de inheemse politici rust de precaire verantwoordelijkheid om Arunachal op een verantwoorde en weloverwogen wijze te laten kennis maken met de 'vooruitgang', zonder dat milieu en samenleving daar een (te) hoge tol voor moeten betalen.
Het soort onderwijs zal een belangrijke rol spelen in het al dan niet voortbestaan van de inheemse cultuur. Tot dusver bleef Arunachal gelukkig gevrijwaard van massieve aanvallen op de eigen inheemse cultuur. Maar als de kinderen wordt ingeprent dat ze het beste zo snel mogelijk kunnen afstappen van hun 'achterhaalde' traditie, dan ziet het er niet zo best uit.

xxx

(foto's: auteur)




begin document

tijdschrift India Nu

HOME Landelijke India Werkgroep

Landelijke India Werkgroep - 10 juli 2008