terug
Uit: India Nieuwsbrief 51 (nov-dec 1987)



India onder het regiem van de droogte



Jitta Ram, 21 jaar, staat elke morgen om vijf uur op om stenen te gaan hakken in een steenmijn ten zuiden van New Delhi. Hij werkt tot het donker wordt, om dan doodvermoeid op zijn touwbed te vallen en te dromen van betere tijden. Tot twee maanden geleden woonde Jitta met zijn familie nog in Batinda, een dorpje in Rajasthan op 800 kilometer van Delhi. Hun lapje grond bracht de laatste jaren door steeds terugkerende droogtes te weinig op. Afgelopen zomer viel er geen druppel regen in de streek rond Batinda. Zelfs de moeite van het zaaien had de familie zich kunnen besparen. Ze zagen zich gedwongen hun stuk grond en vijftien stuks vee te verkopen en naar Delhi te vertrekken, op zoek naar werk. "Het was mijn vaders beslissing", zegt Jitta. "Op een morgen zei hij simpelweg dat het wachten voorbij was. Hij zag het niet langer zitten om elke dag maar weer naar de lucht te staren in de hoop regenwolken te zien in plaats van de stofwolken die de lucht verduisterden."


    Meedogenloze droogte

India is en blijft een kwetsbaar land. Ondanks de grote stappen voorwaarts die er de afgelopen decennia gemaakt zijn op het gebied van landbouw en technologie, is deze zomer weer eens aangetoond hoe afhankelijk het land is van de moessonregens. Wat achter de bureaus op de ministeries in eerste instantie werd afgedaan met "het wederom uitblijven van de moesson", bleek al gauw een meedogenloze droogte te zijn, waarvan de gevolgen pas over enige tijd helemaal te overzien zullen zijn.
Op dit moment is het in elk geval duidelijk dat het in 21 van de 25 Indiase deelstaten nauwelijks of in ieder geval te weinig geregend heeft. In streken waar uiteindelijk toch nog behoorlijk wat regen viel, kwam het veel te laat. Ironisch genoeg werden de overige vier deelstaten geteisterd door overstromingen. Tachtig procent van alle droogte- en overstromingsslachtoffers in de wereld blijken overigens Indiërs te zijn. "Ongekend" en "de ergste droogte van deze eeuw" zijn kreten die de media in India gebruiken om de ernst van de situatie aan te geven. Helaas zullen er misschien eerst mensen moeten sterven van honger of dorst voordat de grote alarmklok echt gaat luiden.
Wat er aan gegevens naar buiten komt is reden genoeg tot alarm. Anders dan voorgaande jaren zijn dit keer ook de staten getroffen die India's graanschuur vormen: de Punjab, Haryana en het westen van Uttar Pradesh. Dit heeft tot gevolg dat India's graanproduktie dit jaar ver beneden peil zal blijven. Wat er is gezaaid, is grotendeels verdroogd en verschroeid. Late regens hebben dat niet meer goed kunnen maken. Akuut gevaar voor hongersnood is er gelukkig niet. Sinds de laatste hongersnood in 1966 zijn er grote buffervoorraden graan en rijst aangelegd, die een voedselschaarste voor ongeveer een jaar op kunnen vangen. Het grootste probleem is het transport van de voedselvoorraden naar veraf gelegen streken.

Het is de vraag of de regering met behulp van de bestaande hulpprogramma's het voedsel op tijd naar de juiste plaatsen vervoerd kan krijgen. De hoeveelheid veevoer die deze zomer beschikbaar kwam is echter dermate ontoereikend geweest dat miljoenen stuks vee een hongerdood gestorven zijn, of losgelaten om voor zichzelf nog wat eetbaars te zoeken. Miljoenen boeren zijn hierdoor een groot deel van hun kapitaal en inkomsten kwijtgeraakt. In een aantal deelstaten - met name Rajasthan, Gujarat, Maharashtra en Madhya Pradesh - is een ernstig tekort aan drinkwater. In veel dorpen staan de waterputten droog en moet er veel geld en mankracht tegenaan gegooid worden om de bestaande putten te verdiepen, of nieuwe te slaan. De meeste boeren hebben geen geld om elektrische waterpompen aan te schaffen.

Om te zorgen dat niemand van de dorst omkomt, zijn overal op het platteland waterrantsoenen ingesteld die voor het vee te weinig drinkwater overlaten. Veel vee sterft gewoon van de dorst of moet verontreinigd water drinken. Door het slaan van de vele nieuwe putten zakt het grondwaterpeil schrikbarend. In delen van de Punjab zakte het

Overstromingen in Assam ten gevolge van ontbossing (foto: K. M.   K i s h a n)
grondwaterpeil van 7 naar 35 meter. Het westen van Uttar Pradesh bevindt zich in een vergelijkbare situatie. Dat het grondwaterpeil zo snel kan zakken is mede te danken aan het feit dat de centrale regering erg veel nadruk heeft gelegd op oppervlaktewater-irrigatie door middel van stuwdammen, wat ten koste is gegaan van het grondwaterbeheer.


    Minimumstandaard

Vooral op plaatsen met grote koncentraties mensen, de steden dus, wordt in tijden van droogte op de grondwatervoorraad ingeteerd. In New Delhi, dat nog de beste watersituatie kent, moest deze zomer het drinkwater in alle distrikten op rantsoen. Er was niet meer dan 225 liter per persoon per dag beschikbaar, 125 liter minder dan de minimumstandaard die is vastgelegd door gezondheidsorganisaties van de V.N. In Bombay kwam men slechts tot 175 liter per dag, in Calcutta haalde men niet eens de helft daarvan. Deze gemiddelden vertekenen echter de situatie, want voor het arme, en daarmee grootste, deel van de stedelijke bevolking, is vaak nog geen tiende deel van de minimumstandaard beschikbaar. In sommige sloppenwijken was nauwelijks genoeg water te krijgen om in leven te blijven.

Gevechten rond waterpompen zijn deze zomer dan ook een gewoon beeld geworden in Madras, de stad die het zwaarst te lijden heeft gehad van de droogte. Voor het tweede achtereenvolgende jaar is er nauwelijks regen gevallen. Alle waterreservoirs van de stad kwamen in juli droog te staan. De gemeente moest er toe overgaan grondwaterbronnen in het kustgebied ten zuiden van Madras aan te boren. Het water werd met tankwagens naar de stad vervoerd en onder de bevolking verdeeld met behulp van rantsoenkaarten. Eind juli werd bij het pompen de kritische diepte van 20 meter bereikt, waarna er brak water naar boven kwam. Het drinkbare water rond Madras was op. Drinkwater werd vervolgens per trein binnengebracht uit verderaf gelegen gebieden van Tamil Nadu. Wat er uit de kranen in de stad komt is over het algemeen brak, onhygiënisch, kortom ondrinkbaar water. Goed drinkwater is een luxe geworden, en alleen mensen met een dikke beurs kunnen aan een ruim voldoende hoeveelheid komen. Daar moeten ze dan wel 500 tot 1000 roepies per maand voor neertellen.

Over de direkte oorzaak van het uitblijven van de moessonregens in de afgelopen jaren tasten de meteorologen in het duister. Sommigen noemen als mogelijke reden zonnevlekken die de bovenste laag van de atmosfeer zouden hebben verstoord. Anderen houden het op 'El Niño', de warme golfstroom in de Stille Oceaan, waarop al vaker is gewezen als het over oorzaken van recente klimaatsveranderingen in de wereld gaat.


    Roekeloze ontbossing

Voor wat betreft faktoren die indirekt een oorzakelijke rol spelen, liggen de zaken veel duidelijker. Het natuurlijk evenwicht is in India de laatste decennia dermate verstoord dat de gevolgen onherstelbaar lijken. De belangrijkste faktor die van invloed is op het klimaat is de roekeloze ontbossing die nu al tientallen jaren aan de gang is, en die het percentage bosgrond terug heeft gebracht tot maar net boven de kritische 10%-grens (zie India Nieuwsbrief nr 44). Onder die grens gaat het klimaat definitief veranderen. India zal dan langzaam maar zeker 'verwoestijnen' en gaan lijken op haar westerburen. Maar ook nu al is er veel te weinig bosgrond over om voldoende regen aan te trekken en vast te houden. Het grondwaterpeil zakt daardoor steeds verder, en áls er dan tijdens de moesson regen valt, spoelt het water weer bijna even massaal weg als het naar beneden is komen vallen. Dit feit is de voornaamste oorzaak van de overstromingen in Noordoost-India deze zomer. Er viel daar niet veel meer regen dan normaal in die tijd van het jaar, maar de ontbossing in de Himalaya heeft tot gevolg dat het water in kolkende massa's van de berghellingen afstroomt en de rivieren doet overstromen.

Slechts hier en daar is het zaad ontkiemd (foto: B h a w a n   S i n g h)
Lucht- en watervervuiling door vooral chemische industrieën zorgen voor een nog verdere verstoring van het evenwicht in het natuurlijk milieu.
Op zich heeft men de wetenschappelijke kennis en technologische middelen in India in huis om de milieuverstorende faktoren in de hand te houden. Gekontroleerde houtkap en herbebossing, en landelijke maatregelen voor de regulering van de waterhuishouding worden echter maar mondjesmaat door de regering toegepast. Daar komt bij dat de kleine boer zich zulke zaken eenvoudigweg niet kan veroorloven in tijden van schaarse regenval. Dit falen in het beheer van de natuurlijke hulpbronnen is volgens milieudeskundigen uiteindelijk de belangrijkste oorzaak van het optreden van droogtes. Droogtes worden door de mens gemaakt.


    Hulpprogramma's

Op de talloze noodkreten die deze zomer uit bijna alle deelstaten opstegen, was de centrale regering natuurlijk wel gedwongen te reageren. En hoewel een direkte hongersnood niet gevreesd hoefde te worden, waren snelle en afdoende maatregelen om de ontstane noodsituatie op te lossen wel meer dan gewenst. Er werden drie speciale kommissies opgericht om de droogteproblemen te lijf te gaan, hulpprogramma's te organiseren en te koördineren. De "kabinet-subgroep", voorgezeten door Rajiv en bemand door alle betrokken ministers, vormt nog steeds de hoofdgroep. Daarnaast werden nog een "crisis management group" en een "crop weather-watch group" in het leven geroepen, bestaande uit topambtenaren en plannenmakers van de betrokken ministeries.
Een grote moeilijkheid was al direkt dat de regering te kennen gaf niet in staat te zijn meer dan 10% van de gevraagde 50 miljard roepies vrij te maken voor hulpprogramma's. In de loop van de zomer werden in eerste instantie gelden vrijgemaakt om de zwaarst getroffen gebieden te voorzien van levensmiddelen, veevoer en water uit de buffervoorraden.
Daarnaast is aan boeren en landeigenaren uitstel van de betaling van grondbelasting verleend. Verder startte de regering een National Rural Employment Programme, waarmee getracht wordt gedupeerde landarbeiders een inkomen te garanderen door ze per dag in geld of voedsel uit te betalen.

Maar tussen het opstellen en uitvoeren van hulpplannen ligt helaas een groot verschil. Korruptie blijkt het grootste struikelblok te zijn. In Rajasthan, dat nu voor het vierde achtereenvolgende jaar met droogte te kampen heeft, bereiken de hulpprogramma's slechts een klein gedeelte van de mensen die zonder inkomsten zijn komen te zitten. De 'gelukkigen' die er in slagen tewerkgesteld te worden, graven waterputten of werken aan wegverbeteringsprojekten. Een algemeen gehoorde klacht is dat ze slechts 3 tot 5 roepies of 3 kilo graan per dag ontvangen in plaats van de beloofde 11 roepies of 7 kilo. Bovendien worden er door de uitvoerders (koppelbazen) valse namen op de werklijsten opgevoerd. Het geld dat voor deze 'arbeiders' bestemd is wordt in eigen zak gestoken. Uit andere staten als Gujarat en Karnataka, komen dezelfde klachten. Regeringsambtenaren doen deze klachten af met het argument dat de uitvoering van de hulpprogramma's nog in de kinderschoenen staat. Een deel van de betrokken deelstaten heeft dit jaar echter al te kampen met de derde achtereenvolgende droogteperiode. Beginnersproblemen hadden dus allang opgelost kunnen zijn. Veeleer is er sprake van een vicieuze cirkel van droogte en korruptie: hoe ernstiger de droogte, hoe meer subsidies, en daardoor meer korruptie, die mede veroorzaakt dat er droogtes blijven optreden.


    Sneeuwbaleffekt

Naar de gevolgen van de droogte op de lange termijn blijft het gissen, maar een aantal dingen is nu al duidelijk. Rajivs toch al niet zo stevige positie komt nog meer op de tocht te staan, enerzijds omdat hij zich genoodzaakt zag tot het nemen van impopulaire maatregelen als de heffing van een speciaal "droogte-accijns" op luxe artikelen, en anderzijds door zijn falen in het geven van daadwerkelijke, strukturele hulp aan het armste deel van de droogteslachtoffers.
Op ekonomisch gebied lijkt de droogte een sneeuwbaleffekt te zullen krijgen. Volgens de regering in Delhi heeft de landbouw al een verlies van zeker 20 miljard roepies geleden. "De oplopende verliezen zullen voor de ontwikkeling van de ekonomie nog veel grotere gevolgen krijgen", aldus een topambtenaar in Delhi. Zo verwacht men dat de ekonomische groei dit jaar dicht bij nul zal liggen, of zelfs een paar procent zal dalen. De massale vraag naar veevoer, spijsoliën en dieselolie voor waterpompen heeft geleid tot extra importen die zwaar op de betalingsbalans zullen drukken. Bovendien stijgen de prijzen van voedselprodukten en benzine onrustbarend (26% van maart tot september 1987), wat inflatie in de hand zal werken en de inkomenspositie van vooral weer de armsten zal verslechteren, voor zover dat al mogelijk is. En tenslotte zal ook de industriële produktie een stevige veer moeten laten. Een deel van de voor de industrie bestemde elektriciteit werd de afgelopen maanden aangewend voor het oppompen van drink- en irrigatiewater.

Een belangrijke konsekwentie op lange termijn van droogte is hiermee echter nog niet genoemd. Dat is namelijk het inzakken van de landbouwproduktie, dat vergezeld gaat met verlies van werkgelegenheid en inkomsten voor boeren en landarbeiders. Een groot deel van deze groep mensen moet zijn toevlucht nemen tot het verkopen van hun kapitaal (land en vee) en uiteindelijk vaak tot migratie naar stedelijke gebieden. Eenmaal in de stad moeten ze genoegen

Desperaat graaft Ghasi Ram naar water (foto: B h a w a n   S i n g h)
nemen met uiterst lage lonen, slechte werkomstandigheden en zelfs gebonden arbeid. Industriëlen en koppelbazen maken dankbaar gebruik van de penibele situatie van deze migranten voor wie er geen weg terug meer is. Migratie en de daarmee gepaard gaande ontwrichting van de plattelandsekonomie kan uiteindelijk gezien worden als de ernstigste konsekwentie op lange termijn van de droogte.


    Woestijn

Van de ekonomische sneeuwbaleffekten heeft Ghasi Ram, een 20-jarige boer uit het Sikar-distrikt in Rajasthan, geen verstand, en tot migratie is hij nog niet overgegaan. Met lede ogen moest Ghasi toezien hoe zijn land afgelopen zomer in een ware woestijn veranderde. "Ik zat maar wat op mijn land rond te kijken, vervloekte mijn lot en vroeg me af wat ik moest doen." Tot hij op een morgen opstond en besloot tegen zijn noodlot te vechten. Hij leende 1500 roepies van een geldschieter en begon met zijn twee broers te boren in een zandduin die midden op zijn land ligt. Na vijf dagen zaten ze op twintig meter diepte, maar nog steeds kwam er geen water naar boven. "Ik blijf doorboren tot ik er bij neerval", zegt hij nu. Als hem gevraagd wordt of hij de hulp van de overheid ingeroepen heeft, antwoordt hij: "Naar de hel met de overheid! Wat heb ik daarvan te verwachten? Ik doe het zelf wel. En let op, eens zal dit land hier vol fruitbomen staan."

XXX




begin document

tijdschrift India Nu

HOME Landelijke India Werkgroep

Landelijke India Werkgroep - 1 september 2009