terug
Uit: India Nu 106 (mrt-apr 1997)


Kinderslavernij

Kritisch rapport Human Rights Watch



Schuldslavernij van volwassenen en kinderen is in India bij wet verboden. Hetzelfde geldt voor kinderarbeid in een aantal gevaarlijke industrieën en beroepen. Niettemin werken, volgens voorzichtige schattingen, minstens vijftien miljoen Indiase kinderen - jonger dan 14 jaar - in schuldslavernij. De wetten die slavernij verbieden blijken vooral papieren tijgers. Politieke onwil en apathie staan uitvoering ervan in de weg, aldus de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch in haar rapport 'The small hands of slavery: bonded child labour in India'.

"Mijn zus is 10 jaar oud. Elke morgen gaat ze naar haar baas-schuldeiser, en elke avond komt ze om negen uur thuis. Hij behandelt haar slecht. Hij slaat haar als hij vindt dat ze langzaam werkt of als ze met de andere kinderen praat. Hij schreeuwt tegen haar en hij komt haar ophalen als ze ziek is en niet kan werken... Ik geef niet om school of om spelen... Alles wat ik wil is mijn zuster terughalen. Voor zeshonderd roepies (ƒ30,-) kan ik haar naar huis krijgen. Dat is de enige kans om haar terug te krijgen... We hebben geen zeshonderd roepies... We zullen nooit zeshonderd roepies hebben."
Bovenstaand relaas vormt de opening van het rapport van Human Rights VVatch en is een van de vele verhalen die de onderzoekers hebben opgetekend uit de monden van schuldslaafjes in uiteenlopende bedrijfstakken als de landbouw en beedi-, zilver-, edelstenen-, zijde- , leer- en tapijtindustrie.


Vicieuze cirkel

Slavernij is een oud en hardnekkig sociaal fenomeen in India. Meer dan 1500 jaar geleden kwam naast 'gewone' slavernij ook schuldslavernij voor. Hoewel de Britten in 1843 slavernij bij wet verboden, veranderde er voor slaven weinig. Zij werden veelal tot schuldslaaf. Schuldslavernij verboden de Britten niet. In de praktijk leefden de schuldslaven evenals de andere slaven in een situatie van volledig knechtschap. Het verschil tussen 'gewone' slavernij en schuldslavernij is dat de schuldslaaf werkt ter afbetaling van een lening, veelal afgesloten tegen een woekerrente, waardoor er van feitelijke afbetaling niets terechtkomt en de schuld een permanent karakter krijgt. De arbeidskracht blijft gebonden aan een werkgever-kredietverlener en is gedwongen ver onder het toch al lage minimumloon te werken. In veel gevallen erven de kinderen de schulden, waardoor zij op hun beurt schuldslaaf worden.
Behalve door geërfde schulden, vervallen veel kinderen door nieuwe leningen van hun ouders of voogd tot slavernij. Ziekte, een begrafenis, betaling van de bruidsschat of geld dat nodig is om voedsel te kunnen kopen, nopen tot het aangaan van dit soort leningen, meestal op absurde voorwaarden. Rentepercentages van 300% tot zelfs 1200% per jaar zijn heel gewoon, zo blijkt uit de door Human Rights Watch gepresenteerde gegevens. De kinderen zelf ontvangen de eerste tijd vaak helemaal geen loon, omdat ze het vak eerst moeten leren. Na verloop van tijd krijgen ze wel iets uitbetaald, maar dat is meestal niet veel meer dan enkele roepies per dag. Als ze al uit de slavernij geraken, bijvoorbeeld doordat een jonger broertje of zusje hun plaats inneemt of doordat de schuld kan worden ingelost, dan ondervinden de betrokken kinderen door de extreme geestelijke en lichamelijke roofbouw later vaak grote gezondheidsproblemen wat weer negatieve financiële consequenties heeft. Daardoor zijn ze weer gedwongen tot slavernij waarmee de cirkel rond is.


Eenzijdige aandacht

Naar schatting is een minderheid van de 60 tot 115 miljoen werkende kinderen in India schuldslaaf. Volgents Human Rights Watch zijn hun arbeids- en leefomstandigheden niet altijd slechter dan die van hun leeftijdsgenootjes die niet in slavernij werken. De mensenrechtenorganisatie haalt als voorbeeld de glas- en luciferindustrie aan waar schuldslavernij betrekkelijk weinig voorkomt, maar waar kinderen niettemin onder extreem slechte en gevaarlijke omstandigheden werken.
De wrange sociale realiteit dringt de laatste jaren steeds meer door tot de buitenwereld. Zowel in India zelf als internationaal is het publiek zich steeds bewuster van het bestaan van kinderslavernij. De aandacht is vooralsnog gericht op de tapijtindustrie in India, Pakistan en Nepal. Alleen al in India werken er naar schatting 300.000 kinderslaven in de tapijtindustrie. Hoe terecht de publieke verontWaardiging over hun omstandigheden ook is, Human Rights Watch benadrukt dat het hier slechts het topje van de ijsberg betreft en dat de bezorgdheid zich ook op de andere sectoren zou moeten richten. Van alle kinderslaven in India werkt tenslotte maar 2% in de tapijtindustrie. De gegevens over de schrijnende situaties in andere sectoren, die Human Rights Watch in haar rapport presenteert, geven een somber beeld.


Politieke onwil

Het rapport maakt door haar feitelijke onderbouwing in de vorm van cijfers, verwijzingen naar ander onderzoek en de vele interviews die de medewerkers van Human Rights Watch met kinderen maar ook bazen hadden, een overtuigende indruk. De onderzoekers laten zien dat het in belangrijke mate politieke onwil is die de status-quo in stand houdt. Sinds het begin van de economische liberaliseringen in 1991, verslechtert de situatie steeds meer, aldus de mensenrechtenorganisatie: "In de informele sector, waar 85% van de Indiërs - inclusief kinderen - werkt, worden de arbeidsomstandigheden schrijnender en neemt het aantal kinderslaven toe".
De Indiase wetgeving kent genoeg mogelijkheden om iets tegen kinderslavernij te doen. De Indiase grondwet spreekt zich ondubbelzinnig uit tegen alle vormen van gedwongen arbeid. De 'Child Labour Prohibition and Regulation Act' uit 1986 verbiedt arbeid door kinderen onder 14 jaar in een aantal gevaarlijke industrieën (zoals de tapijtindustrie) en beroepen. De 'Bonded Labour (Abolition) Act' uit 1976 verbiedt schuldslavernij van kinderen en volwassenen. Beide wetten bieden de mogelijkheid overtreders te bestraffen met flinke gevangenisstraffen en/of geldboetes. Het rapport noemt daarnaast nog aanvullende wettelijke mogelijkheden om kinderslavernij aan te pakken. In veel gevallen is het mogelijk overtreders strafrechtelijk te vervolgen, bijvoorbeeld op grond van verkrachting, mishandeling, ontvoering, afpersing, slavenhandel en dergelijke. Zaken waarmee de kinderslaven en hun ouders regelmatig worden geconfronteerd.


Oude cijfers

In de praktijk komt het slechts zelden tot toepassing van de wettelijke mogelijkheden. Volgens Human Rights Watch bagatelliseert de Indiase overheid het probleem. Volgens de regering ligt het aantal werkende kinderen tussen de 17 en 20 miljoen, een extrapolatie van de zeer dubieuze cijfers van de volkstelling in 1981. Toen kwam men uit op 13 miljoen, een cijfer dat mijlenver afligt van alle schattingen van kinderarbeid door onderzoeksinstituten en ngo's. Sommige overheidsdiensten houden het nog steeds op de 13 miljoen van 1981!
Maar zelfs op basis van deze regeringscijfers is het 'Elimination of Child Labour Program' (vermindering van de kinderarbeid) dat de voormalige premier Narasimha Rao in 1994 aankondigde, nog aan de magere kant omdat het slechts op twee miljoen werkende kinderen betrekking heeft. Bovendien loopt dit programma in de praktijk niet zoals de regering heeft ,beloofd, aldus Human Rights Watch, mede omdat de begrote middelen achterwege blijven.


Wassen neus

De hoofdoorzaak van het falen van deze programma's is niet het ontbreken van wettelijke mogelijkheden, maar politieke onwil. "Het falen van de regering in de toepassing van de 'Child Labour (Prohibition and Regulation) Act', de 'Bonded Labour (Abolition) Act' en andere wetten die de werkende kinderen kunnen beschermen, is een uiting van een aantal verschijnselen: apathie, kaste en klasse vooringenomenheid; wetshandhavers hebben meer gemeen met werkgevers-kredietverleners dan met kinderslaven en hun familie. Daarnaast spelen tegenwerking in wetstoepassing, corruptie, lage prioriteitsstelling van het probleem en veronachtzaming van het diep en wijdverbreide lijden van kinderslaven een belangrijke rol."
Het is een harde conclusie maar de kritische houding van Human Rights Watch is terecht, gezien het feit dat er op nationaal niveau tussen 1990 en 1993 op basis van de 'Child Labour (Prohibition and Regulation) Act' slechts 537 inspecties werden uitgevoerd en 1203 overtredingen werden geconstateerd die in totaal tot maar 7 vervolgingen hebben geleid.
De nieuwe Verenigd Front regering heeft inmiddels verklaard dat verplicht basisonderwijs tot een fundamenteel recht gemaakt zou moeten worden, dat via geëigende wettelijke maatregelen moet worden gerealiseerd. Het is afwachten in hoeverre de nieuwe regering deze belofte daadwerkelijk zal nakomen, aldus de opstellers van het rapport. Gezien hun bevindingen, is deze scepsis zeer begrijpelijk.

xxx

Human Rights Watch. 'The small hands of slavery: bonded child labour in India.' Children's Rights Project Human Right Watch/Asia. New York, Brussel 1996. Te bestellen via: Human Rights Watch België, 15 Rue van Campenhout, 1000 Brussel, België, tel. + 322 732-1995. Prijs: 450 BF (ƒ25,-).

Te downloaden via: http://www.hrw.org/reports/1996/India3.htm.




begin document

HOME Landelijke India Werkgroep

Landelijke India Werkgroep - 19 juni 2008