terug
Uit: India Nu 71 (mrt-apr 1991)


Religieus fundamentalisme in India

Splijtzwam in de samenleving


In het najaar van 1990 werd India opgeschrikt door een hevige uitbarsting van geweld tussen hindoes en moslims. Directe aanleiding voor deze communalistische (of godsdienst-)conflicten was de controverse rond een moskee in Ayodhya die volgens fundamentalistische hindoes gebouwd is op de plaats waar vroeger een tempel stond, gewijd aan de hindoegod Rama.
Advani, leider van de extreem-rechtse Bharatiya Janata Party (BJP), riep hindoes op tot een 'rath yatra' (strijdwagen-processie) met als einddoel de omstreden moskee. Grote groepen hindoes gaven gehoor aan zijn oproep en gingen in saffraankleurige kleding en omhangen met bloemenkransen op weg naar Ayodhya. Op plaatsen waar zij moslims tegen kwamen braken vechtpartijen uit. In Jaipur vielen daarbij op 1 dag meer dan 60 doden.
Waarom werd juist nu opgeroepen tot rath-yatras, en waarom resulteerden deze en de daarop volgende 'kalash yatras' (processies waarbij as van doden meegevoerd wordt) in een bloedbad? Indologe XXX schetst de achtergronden en de gevolgen.

De problemen rond de heilige stad Ayodhya bestaan al sinds de vorige eeuw. Ze vinden echter hun oorsprong in gebeurtenissen van viereneenhalve eeuw geleden.
In 1526 AD verdreef de Islamitische vorst Babur de vertegenwoordigers van het Delhi-Sultanaat en legde de basis voor het Moghulrijk dat tót de komst van de Engelsen min of meer intakt bleef. Deze vorst Babur zou indertijd opdracht gegeven hebben op de nu omstreden plaats een tempel te vernietigen en er een moskee te bouwen.
Enkele eeuwen later, in de negentiende eeuw, begonnen hindoes pogingen te ondernemen om bij of in de moskee Rama-vereringen te houden. Immers, waar nu de moskee is zou vroeger een tempel gestaan hebben, en juist deze plaats zou de 'Ramjanmasthana' zijn: de geboorteplaats van Rama. In 1936, toen in de moskee een aantal lijken werd aangetroffen, werd de moskee onrein verklaard. Islamitische gebedsdiensten mochten er niet meer plaatsvinden. Nadat in 1949 'per ongeluk' een beeld van de god Rama in de moskee werd geplaatst is besloten deze te sluiten. Momenteel is een klein paviljoen voor de moskee in gebruik als hindoetempel, terwijl er nog steeds gewacht wordt op de gerechtelijke uitspraak aan wie de grond, waarop de moskee staat, toebehoort.


Rol van de Bharatya Janata Party

L.K. Advani is sedert 1986 de voorzitter van de BJP en onder zijn leiding is de partij enorm opgebloeid. Na in november 1989 grote winst geboekt te hebben bij de algemene verkiezingen was deze hindoe-fundamentalistische partij voorjaar 1990 bij parlementsverkiezingen in een achttal deelstaten wederom de grote winnaar.
Na de verkiezingsuitslag van 1989 gaf de BJP samen met linkse partijen steun aan de National Front-regering onder leiding van V.P. Singh.
De BJP is als hindoe-fundamentalistische partij bij verkiezingen uiteraard sterk afhankelijk van stemmen van juist hindoes. Om zich als partij te handhaven is het voor haar dan ook van groot belang dat er geen onenigheid ontstaat onder de hindoes. Dit dreigde juist te gebeuren toen V.P. Singh aankondigde zich bezig te zullen gaan houden met de uitvoering van een aantal adviezen uit het Mandal-rapport (1980) zoals het reserveren van overheidsbanen voor de zogeheten 'overige achtergebleven kasten'.


Mandal-rapport als druppel

De reacties op deze aankondiging waren buitengewoon heftig en het leek erop dat de Hindoes uit elkaar gedreven wilden worden door de aloude kastentegenstellingen. De BJP was hier allerminst gelukkig mee en haar voorzitter Advani greep de langdurige controverse rond Ayodhya aan om religieuze sentimenten op te stoken. De hindoes zouden niet elkáár maar de moslims als tegenstander moeten beschouwen. Hij kondigde een mars aan naar Ayodhya. Naar eigen zeggen om daarmee te protesteren tegen het pseudo-secularisme [geen onderscheid maken naar ras of geloof, red.] waar vele partijen zich schuldig aan zouden maken. Maar in het achterhoofd had hij de hoop de hindoes met zijn manoeuvres bij elkaar te kunnen houden en daarmee zijn partij van een massale achterban te verzekeren. Door Advani's initiatief werd tevens openlijk steun gegeven aan de Vishva Hindu Parishad (VHP), een groepering die in 1964 is opgericht met als belangrijkste doelstelling het consolideren en versterken van de hindoegemeenschap. In 1984 besloot de VHP om de voor hindoes belangrijke religieuze plaatsen, die nu nog toebehoren aan moslims, te 'bevrijden'. Eén van hun belangrijkste eisen in dit verband is de afbraak van de moskee in Ayodhya en de bouw van een aan Rama gewijde tempel op die plaats.


'De bewoners zijn weg om een tempel voor Rama te bouwen.' (foto: H e n k j a n   K i e v i t)

Escalatie

Advani begon op 25 september aan zijn rath yatra naar Ayodhya. De VHP kondigde aan op 30 oktober, de dag dat Advani en de zijnen in Ayodhya zouden arriveren, met de bouw van de tempel te zullen beginnen.
De rath yatra van Advani en de oproep van de VHP tot de bouw van de tempel veroorzaakten een groot aantal onlusten tussen hindoes en moslims. Door velen wordt dan ook met name Advani als grote boosdoener afgeschilderd en verantwoordelijk gesteld voor de dood van vele honderden Indiërs. Maar het oproepen tot en het houden van de rath yatra hoefden niet per sé in gewelddadigheden te resulteren. Er zijn meer zaken aan te wijzen die een rol gespeeld hebben bij de escalatie van de Ayodhya-kwestie tijdens de rath yatra en de daarop volgende kalash yatras in december.
Als eerste kan genoemd worden de arrestatie van Advani op 23 oktober, een poging van de regering om de situatie in de hand te houden hetgeen echter volledig mislukte. Voor hindoes was het een extra motivatie om hun acties door te zetten, voor de BJP was het aanleiding om haar poot onder de zetel van V.P. Singh weg te trekken, hetgeen zijn val heeft versneld.
Kranten in de regionale talen lijken een niet geringe rol gespeeld te hebben: onjuiste en/of onnauwkeurige berichtgeving, zoals het noemen van een hoger aantal slachtoffers dan er in werkelijkheid waren gevallen.
Een viertal kranten is officieel door de 'Press Council of India' berispt vanwege: "grove onverantwoordelijkheid en onfatsoen; overtreding van de journalistieke ethiek door het bevorderen van massahysterie op basis van geruchten; gebruikmaking van overdrijving en verdraaiing, dit alles gepresenteerd onder schreeuwende koppen."


Deelstaatregeringen op matje

Ook de deelstaatregeringen van Uttar Pradesh en Bihar zijn terecht gewezen. Door het geven van te weinig persconferenties zouden zij informatie achtergehouden hebben waardoor een vruchtbare bodem voor geruchten ontstond. Het inzetten van de PAC (Provincial Armed Constabulary, door moslims echter veelal gezien als de handlanger van hindoes) leidde ertoe dat vele moslims zich allerminst beschermd voelden en daarom vaak zelf hun verdediging ter hand namen.
Daarnaast wordt verschillende deelstaten verweten dat zij te weinig voor zorgsmaatregelen genomen hebben, de situatie verkeerd hebben ingeschat en verkeerde beslissingen hebben genomen.


Oplossing?

Wat betreft de feitelijke controverse: na meer dan een eeuw lijken beide partijen nu dan toch bereid te zijn tot vreedzaam overleg. De VHP en de AIBMAC (All-India Babri Masjid Action Committee, een organisatie die zich inzet voor het behoud van de moskee) gaven al begin december te kennen om onder toeziend oog van de nationale regering rond de tafel te willen gaan zitten om tot een vergelijk te komen. Van vele kanten zijn oplossingen aangedragen maar die konden geen van allen de VHP en de AIBMAC bevredigen. De VHP zou het liefst de moskee afbreken en er een Rama-tempel neerzetten, maar wil in ieder geval het sanctum waar momenteel het Rama-beeld staat behouden. De AIBMAC wil dat het beeld verwijderd wordt en de moskee behouden blijft.
De problemen rond Ayodhya hebben zich inmiddels toegespitst op de vraag of op de plaats waar nu de Babri moskee staat vroeger een tempel gewijd aan de god Rama stond. Beide partijen hebben toegezegd bewijsmateriaal voor hun standpunt te overhandigen aan een commissie die op basis van de desbetreffende stukken een antwoord zal geven op deze vraag. Op 10 januari is besloten dat zowel de VHP als de AIBMAC leden zouden voordragen voor de commissie die op 5 februari uitsluitsel zou geven. Twee weken later is door de AIMBAC uitstel gevraagd omdat zij van mening was dat een gedegen onderzoek meer tijd zou kosten. Dit verzoek werd door de VHP afgewezen en de besprekingen leken gevaar te lopen. Op 6 februari is men toch weer om de tafel gaan zitten en er is besloten dat nu de regering het bewijsmateriaal zal beoordelen.
Bijkomend probleem is echter dat historici het geenszins eens zijn over de kwestie, maar de indruk bestaat dat de VHP aan het kortste eind zal trekken. Opgravingen in Ayodhya in de periode 1975-1980 ondersteunen de visie van de VHP niet. Naast veel materiaal dat erop wijst dat er al eeuwen een moskee moet hebben gestaan, zijn geen restanten gevonden die wijzen op hindoeïstische godenverering op de plaats van de moskee.
Ook is het nog maar zeer de vraag of de partij die in het ongelijk wordt gesteld daaraan konklusies zal verbinden en van haar eisen zal afzien.


Onenigheid binnen BJP

Op het partijcongres van de BJP dat begin februari in Jaipur werd gehouden, blijkt binnen de partij enige onenigheid te bestaan over de rol van de BJP en met name die van Advani in de Ayodhya-kwestie. Oud-voorzitter Vajpayee vroeg zich in zijn voordracht af hoever politieke partijen kunnen en moeten meegaan in religieuze zaken. Advani geeft toe dat zijn persoonlijke imago dan wel deuken heeft opgelopen maar dat de partij er zeer wel bij vaart. Bij verkiezingen op korte termijn zouden de nu aanwezige religieuze sentimenten sterk in het voordeel van de BJP werken.
Advani's strijd tegen het pseudo-secularisme waar de Indiase politiek zich volgens hem schuldig aan maakt heeft ertoe geleid dat religieuze kwesties op politiek nivo worden uitgevochten en dat het momenteel de BJP is die de agenda van het parlement bepaalt.
De nieuwe partijvoorzitter Dr. M. Manohar Joshi zei verheugd te zijn over het ambitieuze actieplan waarin uiteengezet wordt welke koers de BJP moet varen om het huidige aantal stemmen te behouden of liever nog op te voeren, dit in de hoop zo uit te groeien tot de grootste partij van India. Het is duidelijk dat de Ayodhya-zaak het zelfvertrouwen van de BJP, toch al niet gering na de laatste verkiezingsoverwinningen, nog verder heeft vergroot.


Gevolgen van Ayodhya-kwestie

Een gevolg van de kwestie Ayodhya is dat er een maatschappelijke discussie op gang lijkt te komen over de vraag in hoeverre de politiek van secularisme (die door Nehru in de vijftiger jaren werd ingezet) wel de juiste is. Er zou te weinig aandacht zijn voor de religieuze wensen van de bevolking. Zowel hindoes als moslims lijken zich in een soort identiteitscrisis te bevinden omdat zij te weinig herkennen in het beleid van de diverse regeringen. Het gevolg is dat zij steeds makkelijker meegesleept kunnen worden in bijvoorbeeld communalistische conflicten. Ook de neiging van de nationale regering om zich gelijk te mengen in zaken die in eerste instantie onder de verantwoordelijkheid van de deelstaatoverheid vallen wordt aan de kaak gesteld. Zouden de problemen in de Punjab en Kashmir zo uit de hand gelopen zijn als de nationale regering wat meer de zaken aan de deelstaten zou hebben overgelaten?
Ondertussen is de bevolking de dupe van al deze problemen. In Hyderabad heeft zich een ware volksverhuizing afgespeeld: moslims die in het oude centrum wonen zijn hun huizen ontvlucht, hindoes zijn uit de omliggende stadsdelen naar het centrum gekomen. Gewerkt is er de laatste weken nauwelijks. Veel mensen zijn bang omdat ze weten dat het minste of geringste aanleiding kan zijn tot een nieuwe golf van geweld. De regering van Chandra Shekhar kon zich slechts met puin ruimen bezig houden. Structurele oplossingen voor sociale en economische problemen zijn daardoor op de lange baan geschoven.
Het conflict over de moskee/tempel in Ayodhya is te beschouwen als het zoveelste symptoom van een verziekte democratie. Eigenbelang en corruptie van partijen, de voortdurende conflicten in Kashmir en de Punjab, het opkomend fundamentalisme, een belabberde economie, sociale misstanden: ze zijn alle onlosmakelijk met elkaar verbonden. En een verbetering is vooralsnog niet in zicht.

XXX

Meer lezen:
- Vele tientallen knipsels en artikelen uit Indiase tijdschriften, ter inzage in de LIW-biblotheek.
- India Nieuwsbrief nr. 37 (aug-sep 1985) is een thema-nummer gewijd aan communalisme.
- Bipan Chandra, 'Communalism in Modern India', New Delhi, 1984.
- Factsheet Collective, 'Communalism', The Razor's Edge, Bombay, niet gedateerd.




begin document

tijdschrift India Nu

HOME Landelijke India Werkgroep

Landelijke India Werkgroep - 21 juli 2008