Uit: India Nu 178 (mrt-apr 2009)
|
|
Indiase vredesmacht
Het geweld en de protesten tegen Tamils namen toe op Sri Lanka. Inmiddels groeide de kracht van rebellengroeperingen, waarvan de Tamil Tijgers de belangrijkste werd. De Sri Lankaanse president Jayewardene werd gewaarschuwd: Indiaas gewapend ingrijpen om Tamils te ondersteunen, was een reële optie.
Na de moord op Indira Gandhi in 1984 probeerde haar zoon Rajiv openlijk en diplomatiek naar een vreedzame oplossing van het conflict toe te werken. India begon namelijk steeds meer last te krijgen van vluchtelingenstromen en was bang dat het conflict verder zou escaleren. De spanningen met buurlanden Pakistan en China hielden aan en India had geen behoefte aan nog een brandhaard aan haar grenzen. Gandhi zocht rechtstreeks contact met de regering van Sri Lanka om een dialoog op het eiland te kunnen ondersteunen. In het geheim bleef de regering wel doorgaan met steun aan de Tamils vanwege de sterke verbondenheid tussen de Indiase en de Sri Lankaanse Tamils.
Naarmate de strijd harder werd, begon het Sri Lankaanse leger zich meer te bewapenen met modern materieel uit landen als Pakistan, Israël en Zuid-Afrika. Het leger kon daarop al snel een deel van het noorden van Sri Lanka bezetten. India dichtte zich een steeds prominentere rol toe in het conflict om de belangrijkste regionale macht te blijven. Ze begon hulpgoederen te sturen voor de Tamil-burgerbevolking. Toen de Sri Lankaanse marine de goederen tegenhield, dreigde India met gewapend ingrijpen. Om een onderlinge militaire confrontatie te voorkomen, sloten beide regeringen in 1987 een akkoord. Aldus kwam er een wapenstilstand op het eiland. Het Sri Lankaanse leger zou zich terugtrekken naar de kazernes, de rebellen zouden zich ontwapenen en de Indiase premier Rajiv Gandhi zette zijn handtekening onder een document voor de vorming van een vredesmacht op Sri Lanka, de Indian Peace Keeping Force (IPKF). India kreeg een directe en belangrijke rol in het conflict, een machtsbasis op het eiland en tegelijkertijd een hoop kopzorgen.
Het werd een grote operatie van tienduizenden soldaten van luchtmacht, landmacht, marine en inlichtingendiensten. Maar de missie bleef van begin af aan moeizaam verlopen. Niemand leek echt op een vredesmacht te wachten in Sri Lanka. De onderhandelingen met de regering van Sri Lanka - over waar de vredesmacht zou komen en met welk mandaat - liepen stroef, maar vooral het naleven van het bestand bleek moeilijk.
Het Sri Lankaanse leger hield niet op 'Tamilgebieden' te veroveren en bleef hard optreden tegen zowel rebellen als de burgerbevolking. Tamil-rebellen op hun beurt bleven doorgaan met aanslagen. Bovendien richtten sommige rebellengroeperingen zich ook tegen de vredesmacht, omdat zij vonden dat India het te veel opnam voor de Sri Lankaanse regering en te weinig voor hen. Berichten van ongeoorloofd geweld en verkrachtingen door IPKF-soldaten, deden de missie geen goed. Foute inschattingen van de Indiase inlichtingendiensten over geplande aanslagen van de rebellen of een militair offensief van het Sri Lankaanse leger, evenmin.
In 1989 begon het Indiase leger zich weer terug te trekken en een jaar later was de missie geheel voorbij. Dit alles kostte 1250 soldatenlevens en vele honderden miljoenen dollars. India was het conflict helemaal beu. De druppel op de gloeiende plaat was de moord op premier Rajiv Gandhi in 1991 bij een verkiezingsbijeenkomst in Tamil Nadu. Het was de wraak van een zelfmoordcommando van de Tamil Tijgers op de inmenging in de burgeroorlog op het eiland. India nam zich voor om zich niet meer in het conflict te mengen.
Voorlopig was dit niet het einde. De burgeroorlog laaide weer op en India werd ertoe veroordeeld om die scherp in de gaten te houden, al was het alleen maar om de vluchtelingenstromen en de bemoeienis van andere landen met het conflict te reguleren. Bemiddelingspogingen, waaronder die van Noorse diplomaten, ondersteunden India indirect. Ondertussen kregen de Tamil-rebellen op Sri Lanka in het diepste geheim India's steun om de mogelijke sociale onrust uit de Tamil-enclaves in het zuiden van het eigen land te bezweren. Alsof de moord op Rajiv Gandhi nooit gebeurd was.
|
Duale opstelling
Sociale onrust voorkomen is niet het enige belang van India om het Tamil-issue serieus te blijven nemen. Dat gold voor de diverse regeringen die volgden na 1991, maar zeker ook voor de huidige.
Na het einde van de alleenheerschappij van de Congres Partij over de Indiase politiek rond eind jaren tachtig - en de daarmee intredende coalitieregeringen - kregen regionale politieke partijen meer macht in de nationale regering. Een van de belangrijkste partners van de huidige regeringscoalitie onder leiding van de Congres Partij is de Dravida Munneta Kazhagam (DMK) uit Tamil Nadu. Deze partij die zo verbonden is met de Tamils in India en daardoor ook met die van Sri Lanka, eiste van premier Singh garanties voor de veiligheid van de Tamil-minderheid op Sri Lanka. Bij het verhevigen van de offensieven van het Sri Lankaanse leger, wordt het voor de Tamil-burgerbevolking steeds onleefbaarder. Uiterste pressiemiddel van de DMK was om de steun aan de coalitie in te trekken, waarmee de regering Singh vrijwel zeker zou vallen. Dat pressiemiddel heeft de DMK niet uitgesproken, maar die mogelijkheid hangt zeker in de lucht. Om goede contacten met de Congres Partij te houden, heeft de DMK de boel echter niet op scherp gezet. Zo zou bij een eventuele volgende coalitieregering van de Congres Partij de DMK weer coalitiepartner kunnen zijn. Maar te zachtaardig omgaan met het Tamil-issue wil de partij ook niet.
|
De druk op de regering Singh was groot genoeg om te handelen. In juli 2008 trokken de communistische partijen al hun steun aan de coalitieregering in, vanwege het nucleaire pact dat Singh sloot met de VS. De regering Singh overleefde op het nippertje een stemming waarbij zij om vertrouwen van het parlement vroeg. Verdere afbrokkeling van steun aan de coalitie kon Singh zich niet permitteren. Hij moest daarom wel gehoor geven aan de eisen van de DMK.
Singh heeft de druk op de Sri Lankaanse president Rajapaksa opgevoerd om de veiligheid van de Tamil-burgerbevolking te garanderen. Om zijn onvrede over de verhevigde strijd op Sri Lanka publiekelijk te tonen, zegde Singh zelfs een ontmoeting met Rajapaksa af tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Intussen zetten ministers en onderministers de wederzijdse contacten gewoon voort. Op die manier hoopte Singh de steun van de DMK te behouden, zonder de Sri Lankaanse regering van zich te vervreemden. Goede contacten met Colombo zijn namelijk van groot belang voor India vanuit de aloude vrees om in de regio ten zuiden van het land de regie te verliezen aan andere landen, zoals Pakistan, China en de VS. Deze duale houding van India, met steun voor zowel de Sri Lankaanse regering als voor de Tamils, loopt als een rode draad door het hele conflict.
XXX
Landelijke India Werkgroep - 13 juli 2009