print terug


PERSBERICHT 10 mei 2006

'Initiatiefgroep Thee'



‘Ketenverantwoordelijkheid heeft bij theebedrijven
nog weinig om het lijf’

NIEUWE PUBLICATIE:
Sustainabilitea - De Nederlandse theemarkt en maatschappelijk verantwoord ondernemen


Het vandaag uitgekomen rapport "Sustainabilitea - The Dutch Tea Market and Corporate Social Responsibility", geschreven in opdracht van de Initiatiefgroep Thee*, schetst een somber beeld van de arbeidsomstandigheden en de zorg voor het milieu in de wereldwijde theeproductie. Het rapport geeft daarbij een kritische analyse van hoe (Nederlandse) bedrijven in deze sector omgaan met maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Het rapport spreekt over zwaar werk voor lage lonen en discriminatie van sociaal kwetsbare en dus vaak niet al te mondige werknemers, zoals vrouwen en tribale groepen. Ook blijkt dat kinderarbeid en schuldarbeid (of ‘bonded labour’) in veel landen nog lang niet uitgebannen zijn in deze sector. Uit overheidscijfers van de Indiase deelstaat Assam blijkt dat begin jaren ’90 alleen al op theeplantages in deze deelstaat tenminste 80.000 kinderen werken. Er is geen aanwijzing dat deze situatie sindsdien verbeterd is. Het rapport gaat ook in op milieuproblemen die zich voordoen bij de productie van thee, zoals uitputting van de grond, erosie en overmatig gebruik van pesticiden.

Ook (Nederlandse) theebedrijven erkennen dat deze problemen spelen. Naast kleinere bedrijven die FairTrade en biologische thee op de markt brengen, hebben grote theebedrijven de afgelopen jaren een aantal stappen gezet om maatschappelijk verantwoord ondernemen in de theesector vorm te geven. Het belangrijkste initiatief is het (Engelse) Ethical Tea Partnership (ETP). Sara Lee International – dat met Pickwick in Nederland een marktaandeel van ca. 65% heeft - is deelnemer aan het ETP. Sara Lee zegt in 2007 100% van haar thee op door ETP-gecontroleerde plantages te willen inkopen. Ook Unilever, wereldmarktleider in thee, is lid van ETP. Bovendien heeft Unilever het Sustainable Tea Initiative (STI) opgezet. Ahold, met een Nederlands marktaandeel van ca. 15%, is niet aangesloten bij ETP. Ahold heeft bovendien geen duidelijk MVO-beleid voor de theeketen.

Op papier zijn ETP en Unilever’s STI lovenswaardige initiatieven, maar de analyse in "Sustainabilitea" toont dat er nog wel het een en ander aan schort. De Initiatiefgroep Thee is van mening dat een serieus MVO-initiatief voor de theesector geen kans van slagen heeft als niet aan een aantal basisvoorwaarden voldaan wordt.
Belangrijk is dat een MVO-initiatief voor de theesector oog heeft voor zowel arbeids- en sociale kwesties, als voor milieu-, en economische aspecten van de theeproductie. Basis voor ieder MVO-initiatief moeten internationaal geaccepteerde normen zijn, zoals de ILO conventies. Het Ethical Tea Partnership besteedt in het geheel geen aandacht aan de milieuaspecten van de productie van thee. Het Sustainable Tea Initiative van Unilever blijft in gebreke als het gaat om sociale standaarden. Cruciaal is dat lokale belanghebbenden (‘stakeholders’) een stem in het kapittel hebben. Vrijheid van organisatie/vakvereniging is daarbij zeer belangrijk. Bij ETP en STI staan deze kwesties niet, of onvoldoende, op de agenda. De kosten die verbonden zijn aan theeproductie met inachtneming van internationale normen, moeten, in ieder geval voor een groot deel, door de afnemer betaald worden, vindt de Initiatiefgroep Thee. De ETP-leden betalen weliswaar voor de kosten van de monitoring van de plantages, die wordt uitgevoerd door PriceWaterhouseCoopers, maar verdere kosten, zoals structurele loonsverhogingen, zijn voor rekening van de producent.

De Nederlandse consument drinkt thee uit Indonesië, Sri Lanka, Malawi, India en China. Met name dit laatste land is sterk in opkomst als theeproducent. In China zijn er echter geen vrije vakbonden, en kan er sprake zijn van dwangarbeid. De Nederlandse consument wordt in het ongewisse gehouden over de productieomstandigheden van de thee die hier in supermarkten in de schappen ligt. Gegarandeerd kinderarbeidvrije thee is niet verkrijgbaar in Nederland (m.u.v. thee met het Max Havelaar-keurmerk). Marktwerking is bij gebrek aan keuze dan ook geen effectief middel om verduurzaming van de theeproductie voor elkaar te krijgen.

De Initiatiefgroep Thee roept (Nederlandse) theebedrijven op tot het ontwikkelen en in de praktijk brengen van een doortimmerd MVO-beleid dat betere arbeidsomstandigheden voor werknemers in de wereldwijde thee-industrie bevordert. De Initiatiefgroep Thee heeft in dit verband contact gezocht met (Nederlandse) theebedrijven en betrokken brancheorganisaties zoals de Vereniging van Nederlandse Koffiebranders en Theepakkers.
Op 16 mei aanstaande vindt er bij de VNKT een eerste rondetafelgesprek plaats tussen de Initiatiefgroep Thee en een aantal belangrijke marktpartijen, waaronder Sara Lee International, Unilever en Albert Heyn.

Het rapport "Sustainabilitea" is tegen betaling verkrijgbaar bij de Landelijke India Werkgroep (LIW)
(stort € 5,- op rekening 2483548 van LIW te Utrecht, o.v.v. 'Sustainabilitea').
Journalisten kunnen een gratis exemplaar aanvragen.
Het rapport is ook te downloaden via: http://www.indianet.nl/sustainabilitea.html.



Contact:
Landelijke India Werkgroep (LIW), Mariaplaats 4 e, 3511 LH Utrecht
t. 030-2321340 / m. 06-41344385 / e. p.overeem@indianet.nl




* De Initiatiefgroep Thee, of ‘Dutch Tea Initiative’, is een samenwerkingsverband van Nederlandse maatschappelijke organisaties, waaronder Both ENDS, FairFood, FNV Bondgenoten, de Landelijke India Werkgroep (LIW), Oxfam Novib, SOMO en de Zuid Noord Federatie. De Initiatiefgroep Thee heeft zich ten doel gesteld een bijdrage te leveren aan de verbetering van arbeidsomstandigheden en zorg voor het milieu in de wereldwijde theeproductie, door aan te dringen op maatschappelijk verantwoord ondernemen.
‘Sustainabilitea’ is geschreven door SOMO, ProFound en de Landelijke India Werkgroep.

méér persberichten Landelijke India Werkgroep....

Landelijke India Werkgroep - 10 mei 2006