English version of this page   terug
Schriftelijke vraag Europees Parlement

Indiener: Max van den Berg
Betreft: Religieuze minderheden in Gujarat, India
Datum: 16 maart 2004


Na beantwoording door de Commissie op 15 mei 2003 van vragen van mij en enkele collega's van 9 april 2003, is de situatie in Gujarat met betrekking tot de berechting van de daders van de massamoord van februari 2002 en de rehabilitatie van de slachtoffers en/of hun nabestaanden nauwelijks iets verbeterd.

In november 2003 berichtte Amnesty International nog over de illegale detentie van moslims in Gujarat. Al eerder was er het rapport van Human Rights Watch over de bedreiging van mensenrechtenactivisten in Gujarat.

AWAAZ South Asia Watch concludeerde onlangs in het rapport 'In Bad Faith? British Charity and Hindu Extremism' dat mantelorganisaties van de Hindoe-extremistische RSS onder valse voorwendselen miljoenen ponden bij het Britse publiek hebben ingezameld die zijn doorgesluist naar organisaties betrokken bij grootscheeps geweld en aanwakkeren van haat tegen minderheden.

Tenslotte zijn er diverse berichten dat moslims worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt.
  1. Heeft de Commissie kennis genomen van bovengenoemde rapporten van Amnesty International, Human Rights Watch and AWAAZ?
  2. Heeft de Commissie ter zake actie ondernomen?
  3. Zo ja, wat is het resultaat? Zo nee, waarom niet?
  4. Heeft de huidige situatie in Gujarat gevolgen voor het daadwerkelijk kunnen toepassen van het non-discriminatiebeginsel bij het personeelsbeleid van Europese bedrijven?

Voor antwoord op deze vragen: klik hier.


Landelijke India Werkgroep - 26 maart 2004