terug


Maatschappelijk
verantwoord ondernemen in ontwikkelingslanden:

De visie van de Landelijke India Werkgroep


De Landelijke India Werkgroep (LIW) heeft tot doel de (kans)armen in India en andere ontwikkelingslanden te ondersteunen in hun strijd voor een menswaardig bestaan. Zij doet dit door onderzoek, voorlichting, publiekscampagnes, beleidsbenvloeding en samenwerking met andere organisaties. De LIW richt zich vooral op thema's die spelen in de relatie van Nederland en Europa met India en andere ontwikkelingslanden.
Vanuit haar doelstelling staat het thema maatschappelijk verantwoord ondernemen zeer hoog op de agenda van de LIW. De LIW is onder meer nauw betrokken bij de discussie over sociaal en ecologisch verantwoorde handel en bij diverse activiteiten rond keurmerken voor kleding, oosterse tapijten en thee.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen is - menen wij - een van de hoofdthema's van het huidige maatschappelijke debat en zal dat ongetwijfeld nog jaren blijven. Vanuit onze doelstelling zullen wij onze stellingname met name toespitsen op de verantwoordelijkheid van bedrijven t.a.v. ontwikkelingslanden en de ondersteunende rol die overheid en maatschappelijke organisaties daarbij kunnen spelen.

Het bedrijfsleven
In een tijd van globalisering en afnemende directe staatsbemoeienis ontwikkelen zich nieuwe 'contracten' tussen onderneming en samenleving. Die contracten (moeten) zijn gebaseerd op de bijdrage die bedrijven (zouden moeten) leveren aan duurzame - sociaal verantwoorde en ecologisch houdbare - economische ontwikkeling. De samenleving verwacht in toenemende mate dat deze contracten worden vastgelegd in toetsbare gedragscodes. Het is de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven om op basis van de ILO-arbeidsnormen, mensenrechtenverdragen, de OESO code voor multinationals en milieu- overeenkomsten actief mee te werken aan de introductie, promotie en uitvoering van transparante en onafhankelijk gecontroleerde bedrijfs- en/of branche-gedragscodes en productkeurmerken. Van essentieel belang is dat ondernemingen daarbij ook de verantwoordelijkheid op zich nemen voor toepassing van deze codes op uitbestedingsrelaties.
Maatschappelijk verantwoord opererende ondernemingen kunnen hun verantwoordelijkheid alleen waarmaken in open dialoog met de samenleving, waaronder organisaties op het terrein van arbeidsrechten, mensenrechten, ontwikkeling en milieu.

De overheid
De overheid moet duidelijk politiek uitspreken dat sociale en ecologische bedrijfsgedragscodes wenselijk zijn en een (nader) beleid ontwikkelen dat de ontwikkeling van deze codes stimuleert en waar nodig reguleert. De stimulering zou onder meer betrekking moeten hebben op financiële, fiscale en handelspolitieke steun voor de ontwikkeling, introductie en promotie en stroomlijning ('waarmerking') van keurmerken en toetsbare gedragscodes.

Vanuit ontwikkelingssamenwerking kunnen flankerende programma's worden gesteund - bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs en 'fair business' - die de effectiviteit daarvan sterk vergroten. Het overheidsbeleid t.a.v. van ondernemingen moet daarbij als uitgangspunt hebben: vraag niet alleen wat ontwikkelingssamenwerking voor het Nederlandse bedrijfsleven kan doen, maar ook wat het bedrijfsleven ook zonder directe steun van OS voor duurzame economische ontwikkeling in het Zuiden kan betekenen.
Door de overheid gesteunde handels- en investeringsmissies naar niet-EU landen zouden verplicht aandacht moeten besteden aan de sociale en ecologische voorwaarden/gevolgen van de voorgenomen activiteiten.
Nederland/de EU moeten zich sterk inzetten voor sociale en milieuclausules in de WTO, het APS en de internationale investeringsregeling (MAI) alsmede voor de verplichting tot een internationaal sociaal en milieu-jaarverslag voor internationaal opererende bedrijven.

Maatschappelijke organisaties
Maatschappelijke organisaties (MO's) rekenen het in toenemende mate tot hun verantwoordelijkheid om ondernemingsgedrag te toetsen aan in de (internationale) samenleving levende normen, waarden en afspraken. Zij fungeren als intermediair tussen samenleving en ondernemingen. Een belangrijke rol is het informeren en mobiliseren van consumenten rond de maatschappelijke gevolgen van hun aankopen. Naast deze 'horzel-functie' dragen MO's steeds meer medeverantwoordelijkheid voor de uitvoering en toetsing van bedrijfs- en branche-gedragscodes, bijvoorbeeld voor kleding en oosterse tapijten. Samen met overheid en bedrijven verwachten wij ook van MO's dat zij zich inzetten voor harmonisatie van normen en criteria voor bedrijfsgedragscodes. Op sociaal gebied is samenwerking met de ILO - waar mogelijk en relevant - daarbij van groot belang.


Utrecht, oktober 1997



Dit stuk is geschreven naar aanleiding van een bijeenkomst van het Ministerie van Economische Zaken over het thema 'maatschappelijk verantwoord ondernemen' waaraan de Landelijke India Werkgroep heeft deelgenomen.





pagina VERANTWOORD ONDERNEMEN

begin document

Landelijke India Werkgroep - 1 oktober 1999